Bij onze aankomst in Malmedy zaterdagmiddag, lieten we er geen gras over groeien! We trokken meteen naar de ‘Brasserie de Bellevaux’, om het weekend goed te staren met een proeverij… Stel je een oud gebouw voor dat omgetoverd is tot een biertempel! Mijn vriend, die altijd nieuwe smaken wil ontdekken, leek wel een kind in een snoepwinkel.
WBT – Arnaud Siquet
Tijdens de zeer leerrijke rondleiding, die eindigde met een proeverij, ontdekten we de geheimen van bieren als ‘Blond’ en ‘Brune’… en ik probeerde zelfs de Malmedy Tripel (met mate, beloofd!). Om onze magen enkel te trakteren op het heerlijke bier, bestelden we ook enkele tapas. De menukaart van de brouwerij zorgt ervoor dat je niet met een lege maag naar huis moet!
Daft Hotel
Na die eerste belevenis trokken mijn vriend en ik naar het Daft Hotel. Zonder overdrijven: dit is een paradijs voor muziekliefhebbers. Wow! In dit Boutique Hotel van de nieuwe generatie, helemaal design, aangenaam en verborgen midden in de natuur, kan je kiezen tussen een kamer of een ongewone overnachting. Houten kubussen, een weelderige tuin, een spa… maar vooral ook overal muziek! Zelfs onder water in het zwembad. We werden zo meegesleept door de sfeer dat we ons na de barbecue waagden aan een paar danspassen op de tonen van vintage vinylplaten. Het hoogtepunt? Slapen in een glamping tipi naast een natuurlijk strand, onder de sterrenhemel. Romantisch, niet? Voor één avond herontdekte ik mijn kinderlijke geest, vol regenboogkleurige eenhoorns!
CNW.TV
Één ding is duidelijk: de dag erop stonden we maar beter niet al te vroeg op… Na een welverdiende ‘uitslaapsessie’ trokken we op verkenning in de omgeving van Malmedy. Mijn vriend, die zich graag al eens een chef-kok waant, vond een kleine lokale markt waar we verse producten proefden. De korte natuurwandeling die daarop volgde, was ideaal om alles te helpen verteren, voordat we huiswaarts keerden, met een blij hart en al even blije smaakpapillen.
WBT – Arnaud Siquet
Brasserie de Bellevaux
WBT – David Samyn
De Brasserie de Bellevaux, middenin de Oostkantons, is een pareltje van de Ardense brouwtraditie. Deze familiaal gerunde microbrouwerij is gevestigd in een gerenoveerde voormalige boerderij en brouwt ambachtelijke bieren van hoge gisting, zoals Blond, Brune, Blanche en Malmedy Tripel. Als bezoeker kan je de verschillende productiefases ontdekken tijdens rondleidingen tussen de oude roodkoperen vaten. In het proeflokaal, dat een plaats kreeg in de voormalige koeienstal, vind je ook streekproducten zoals kazen, vleeswaren en gerookte forel: de perfecte begeleiding bij de bieren. Een must voor liefhebbers van authentieke smaken.
Daft Hotel
CNW.TV
Het Daft Hotel in Malmedy biedt een unieke combinatie van hedendaags design en passie voor muziek. Het bestaat uit moderne houten kubussen en ligt in een weelderige tuin in de Hoge Venen. Elke kamer biedt een unieke sfeer, met overal muziek. Voor liefhebbers van ongewone overnachtingen biedt het hotel glamping tipi’s, met een panoramisch uitzicht over de vallei. Muziek staat hier centraal, met onder andere een opnamestudio vlakbij. De gemeenschappelijke ruimtes, zoals de bar met zelfbediening en de ‘vinyl corner’, zijn een uitnodiging om te ontspannen en ervaringen te delen. Een niet te missen plek voor een écht ander soort vakantie.
In de Belgische cultuur en breder in heel Europa is fooi geven een manier om het personeel te bedanken voor de kwaliteit van hun diensten. Echter is deze notie van klanttevredenheid niet universeel. In sommige landen heeft fooi geven een negatieve bijklank.
Inderdaad, zelfs binnen Europa bestaan er bepaalde verschillen. Ten eerste, weet dat de gemiddelde fooi doorgaans rond de 10% ligt. Echter heeft elk land zijn eigen bijzonderheden. In Italië kan de fooi al bij de rekening zijn inbegrepen, terwijl het in Polen beter is om deze rechtstreeks aan de ober te geven. In Spanje is het gebruikelijk om het bedrag af te ronden naar de eerstvolgende euro.
De Verenigde Staten en Noord-Amerika
In de Verenigde Staten is fooi geven essentieel, omdat veel werknemers hiervan afhankelijk zijn om hun inkomen aan te vullen. Het is gebruikelijk om een fooi van 20% van de rekening te geven. Deze norm geldt ook voor Canada, Mexico en Cuba, met gemiddelden variërend tussen de 10 en 20%.
Azië en zijn nuances
In sommige Aziatische landen, zoals China en Japan, kan het geven van fooi als ongepast worden beschouwd. De kwaliteit van de dienstverlening is vaak inbegrepen in de prijs en fooi geven kan het tegenovergestelde suggereren. In Korea kan het zelfs worden opgevat als een poging om hiërarchie vast te stellen.
Onderzoek voordat je naar het buitenland reist de lokale gebruiken met betrekking tot fooi geven. Dit voorkomt misverstanden en stelt je in staat om je waardering op de meest respectvolle manier mogelijk te tonen.
We startten ons verblijf met een wandeling in de binnenstad van Beauvais. Een stad waarvan we allemaal de naam kenden, maar die we nog nooit bezocht hadden. Onze eerste stop was de kathedraal. Wat een schitterend bouwwerk! Om duizelig van te worden! Dit gotische pareltje, 67 meter hoog, flirt met de wolken. Met zijn 48,5 meter wordt het koor zelfs beschouwd als het hoogste ter wereld.
elsaetcyril/Oisetourisme
Nu ja, ik was een beetje teleurgesteld toen ik steigers zag die het dak van het transept bedekten, maar het is voor een goed doel: de kerk krijgt een opknapbeurt naar aanleiding van haar 800ste verjaardag in 2025! Dat weerhield ons er niet van om de indrukwekkende sterrenkundige klok en de glas-in-loodramen binnen te bewonderen. We waren vooral onder de indruk van de beiaardklok (de oudste ter wereld!), die op elk uur voor een muzikaal intermezzo zorgt dat je niet onverschillig kan laten!
Daarna trokken we eropuit voor een bijzonder avontuur, een initiatief van het lepracentrum Madeleine St Lazare in Beauvais. Het ‘SonoPluie’-concept is origineel: je loopt rond met een geconnecteerde paraplu met geolokalisatie die je onderdompelt in een auditieve ‘augmented reality’. De interactieve wandeling duurt 1 uur en omvat persoonlijke verhalen, anekdotes en literaire teksten. Deze plek ontdekken, een plek die uniek is in Frankrijk en de rest van Europa, heeft me echt geraakt: naast de geheimen van haar verleden, is de Maladrerie een opmerkelijke plek die dateert uit de 12e en 13e eeuw. De tuinen zijn bovendien heel aangenaam om in rond te kuieren.
Maladrerie Saint Lazare CRTP/V.Colin
Aan schilderachtige landschappen en groene plekjes ontbreekt het niet in Beauvais. Ons hart ging wat sneller slaan toen we de tuin van Van Beek ontdekten. Deze Frans-Nederlandse schilder maakte van zijn tuin een impressionistisch schilderij. De plantaardige kunst is hier zo poëtisch als je maar kan wensen! Ik heb minstens vijftig foto’s gemaakt van het blauwe bruggetje, de roze en groene boot en de waterlelies die in volle in bloei stonden. Betoverend mooi, waar je ook kijkt. De paden, vijvers, watervallen en duizenden bloemen: je zou hier gewoon willen blijven. Ik kocht enkele postkaarten van de schilderijen van de kunstenaar: leuke bladwijzers om in mijn boeken te stoppen.
X. Renoux
Het is geen geheim dat je van gelukkig zijn honger krijgt! Dat treft, want we schoven onze voeten onder tafel bij Le Senso, in het centrum van Beauvais. De borden in dit restaurant moeten niet onderdoen voor de schilderijen van André Van Beek. De aanblik van de borden doet dromen en de smaken zijn explosief. Ik bestelde een met za’atar gemarineerde filet mignon met krielaardappeltjes en chorizo. Mijn vriend koos voor de suprême van hoevekip in combinatie met aubergines met sesam, paksoi en champignon-teriyaki . En we lieten ons ook nog verleiden door de wijnbar: voor we vertrokken, dronken nog een heerlijk glas.
SONNET Sylvain / Hemis.fr
Om te overnachten hadden we een kamer geboekt in La Salamandre. Dit grote familiehuis ligt vlak naast de kathedraal en is smaakvol ingericht: een uitgekiende mix van hedendaags en antiek. De zachte kleuren nodigen uit om te ontspannen, net als de grote tuin waar we ‘s ochtends thee dronken. Het Engelse ontbijt overtuigde me om mijn dieet nog een dag of twee uit te stellen. Een accommodatie die zijn 4 ‘épis’ meer dan waard is!
MTVS
Om te overnachten hadden we een kamer geboekt in La Salamandre. Dit grote familiehuis ligt vlak naast de kathedraal en is smaakvol ingericht: een uitgekiende mix van hedendaags en antiek. De zachte kleuren nodigen uit om te ontspannen, net als de grote tuin waar we ‘s ochtends thee dronken. Het Engelse ontbijt overtuigde me om mijn dieet nog een dag of twee uit te stellen. Een accommodatie die zijn 4 ‘épis’ meer dan waard is!
Ik nodig je uit om zo snel mogelijk eropuit te trekken en dezelfde ervaringen te beleven: in tegenstelling tot bij diëten moet je het plezier nooit uitstellen tot morgen! En Beauvais is heel dicht bij huis en ver weg van het massatoeristische.
Ondanks het feit dat de regio vooral bekend staat omwille van zijn ruige kustlijn en het imposante reliëf van de Picos de Europa, mag je de twee grote steden niet over het hoofd zien. De eerste, die modern en actief maar op de handel gericht is, geeft sierlijk uit op de Cantabrische Zee. De tweede heeft een unieke geschiedenis, die wordt geïllustreerd door het oude erfgoed en de status als ‘prinselijke hoofdstad’. In dit tijdperk van massatoerisme voldoet deze bestemming aan alle eisen, te ontdekken met de auto of met het vliegtuig, met rechtstreekse vluchten van België naar Oviedo.
Oviedo telt nauwelijks minder inwoners dan zijn buurstad Gijón en is zonder twijfel de mooiste stad van de provincie. Het rijke erfgoed dankt ze aan haar verleden als koninkrijk (9de-10de eeuw), dat als eerste Iberische gebied de Reconquista ondernam. Maar aan de rol die het speelde als hoofdstad van het ‘Prinsdom Asturië’, een status die het verwierf nadat de erfgenaam van de Castiliaanse en daarna Spaanse kroon de titel ‘Prins van Asturië’ kreeg op basis van een overeenkomst uit de 14e eeuw.
Plaza de la Constitución, Oviedo
Een wandeling door het historische centrum zorgt voor het nodige architecturale genot. Langs de ‘calles’ en ‘plazas’, de meeste autovrij, volgt het ene monumentale gebouw het andere op: de sober ogende 17e-eeuwse voormalige universiteit, de Romaanse Torre Vieja, het benedictijnenklooster van San Pelayo dat eerder een paleis lijkt dan een klooster, de adellijke gebouwen uit de 17de en 18de eeuw op het plein van Porlier, het stadhuis met gewelfde gaanderijen en de kerk van San Isidoro op Plaza de la Constitución, het prachtige kleine ‘El Fontan’-plein met een binnenplaats omringd door zuilengalerijen die huizen ondersteunen…
Een pleintje in het centrum van Oviedo
El Greco, Murillo, Zurbaran, Goya, Sorolla en zelfs Picasso, Miró en Dalí
Museum voor schone kunsten van Asturië turismoasturias.es
Voor kunstliefhebbers is het Archeologisch Museum van Asturië en must. Het is gehuisvest in het voormalige benedictijnenklooster van San Vicente en herbergt vestingen uit de tijd dat de regio een koninkrijk was. Op de hoek van het Plaça de Alfonso II El Casto staat het Museo de Bellas Artes. De collectie van dit ‘mini Prado’, ondergebracht in een 18e-eeuws paleis en een hedendaags gebouw, bevat werken van beroemde kunstenaars als El Greco, Murillo, Zurbaran, Goya, Sorolla en zelfs Picasso, Miró en Dalí.
De San Salvador-kathedraal
Maar het plein is vooral ook de thuishaven van de schitterende San Salvador-kathedraal. Als toonbeeld van de flamboyante gotische stijl heeft het drie majestueuze portalen die leiden naar het schip en de kloostergang. Het schip heeft een opmerkelijk 16de-eeuws houten retabel en barokke elementen uit de 18de eeuw. Het huisvest ook de Cámara Santa (Heilige Kamer), met meesterwerken van de edelsmeedkunst uit de 9de en 10de eeuw, een ongeëvenaarde schat die door UNESCO op de Werelderfgoedlijst is geplaatst. De tweede is opmerkelijk vanwege de kruisgewelven en de finesse van de openingen.
Oviedo, levenskunst in het ‘groene’ Spanje
Oviedo is een groene stad in het Atlantische deel van Spanje en toont zich elegant handelscentrum, geïllustreerd door de artistieke achtergrond en de traditionele ‘sidrerías’. Het gebied ten noorden van de Calle de Argüelles is dé place to be om te winkelen.
Sculptuur op een plein in het oude gedeelte van Oviedo Philippe Bourget | cms
De winkels krijgen een plaatsje op de benedenverdieping van opmerkelijke gebouwen, langs brede voetgangersstraten versierd met moderne beeldhouwwerken, fonteinen en bankjes. Zo’n honderd beelden fleuren de straten op en vormen een kunstzinnige reis van het historische centrum naar dit moderne deel van de stad. Dit zijn onder andere ‘Verkoopsters van El Fontán’ (Plaza de Daoíz y Velarde), ‘Zittende Vrouw’ (Calle Ramón y Cajal, voor de universiteit), ‘El Diestro’ (buste van een stierenvechter, Calle Valdes), ‘Culis monumentalis’ (hoek van Calle Pelayo en Calle Alonso de Quintanilla), ‘La Maternidad’ (werk van de Colombiaanse kunstenaar Botero, Plaza de la Escandalera)…
Deze vaak imposante gebouwen leiden naar de Calle Milicias Nacionales, waar je verrast wordt door een standbeeld van… Woody Allen. Zijn aanwezigheid hier heeft te maken met het feit dat de New Yorkse filmmaker in 2002 in het theater van Campoamor de beroemde prijs ‘Prinses van Asturië’ in ontvangst nam, die elk jaar wordt uitgereikt aan een persoonlijkheid uit de wereld van kunst, wetenschap, sport, literatuur of communicatie. De Amerikaan werd daarna een vaste waarde in de regio. Andere beroemdheden die de prijs kregen, zijn Norman Foster, Barbara Hendricks, Bob Dylan en in 2023 Meryl Streep.
Verrassende tradities en spektakel
Nog zo’n traditie in Oviedo: cider! Net als in Spaans Baskenland wordt deze licht alcoholische drank op basis van appels in de regio geproduceerd en gedronken in speciale tavernes die bekend staan als sidrerías.
De cidertraditie van Asturië turismoasturias.es
En als er één straat is die je absoluut niet mag missen daarvan te proeven, dan is het wel de Calle Gascona. Die staat vol met kraampjes waar het plezier evenzeer in het glas en de warme sfeer zit als in de manier waarop de drank wordt geserveerd. De obers heffen de fles hoog boven hun hoofd om de glazen te vullen, waarbij de cider in een spectaculaire straal naar beneden stroomt en in het rond spettert – waarbij wat er gemorst wordt, opgevangen wordt in een emmer die op de vloer onder het glas staat. Een verbazingwekkende traditie en spektakel om een verblijf in Oviedo mee af te sluiten!
De grootste stad van Asturië (275.000 inwoners) zal fans van havensteden kunnen bekoren, die graag activiteiten aan zee combineren met shoppen. Om Gijón echt te leren kennen wanneer je er voor het eerst komt, ga je naar het schiereiland Santa Catalina. Dit natuurlijke schiereiland, waarvan de heuvel de naam Cimadevilla draagt, biedt een mix van smalle straatjes en volkse pleinen, bezaaid met oude vissershuizen en zeemansbars.
Zich op Cimadevilla vanop het stand van San Lorenzo
De Cerro-klim leidt je naar een park, een voormalige militaire zone die is uitgegroeid tot een plek om te wandelen met een uitzicht over de hele stad. Het biedt majestueuze uitzichten over de baai van Gijón en de omringende bergen. Er zijn ook twee charmante pleinen, Plaza Arturo Dias en Plaza de la Correda, naast de klokkentoren en een 16e-eeuws paleis, het Casa Natal de Jovellanos.
Aan de oostkant van het schiereiland vind je een lage dijk. Dit is een favoriete wandelplek waar de lokale bevolking flaneert, en die loopt van de Romeinse termen van Campo Valdes langs het lange strand van San Lorenzo, waar de lokale bevolking samenkomt op één van de genummerde ‘escaleras’ (trappen) die leiden naar het gouden zandstrand… Aan de westkant vind je dan weer de vissers- en jachthaven van Gijón. De Plaça del Marques, met een uitzicht op de boten, wordt gedomineerd door het opmerkelijke barokke Revillagigedo Paleis (17e eeuw).
Het Revillagigedo-paleis is vandaag een exporuimte. Philippe Bourget | cms
Het Laboral, één van de grootste gebouwen van Spanje Philippe Bourget | cms
Laboral de Gijón, een voormalig college en stadsvisie uit de jaren 1950
Een bezoek aan het ‘Laboral’, naast het Escorial van Madrid het grootste stedelijke complex van Spanje, neemt je mee naar de architectuur van de Franco-jaren. Het monumentale gebouw staat in de buitenwijken van Gijón, op een klif, waardoor het lijkt op een moderne citadel. Dit gigantische complex werd in 1948 gebouwd en was bedoeld om weeskinderen uit de mijnbouwsector te huisvesten en hen een opleiding te geven.
Imposant gebouw of eerder academische stijl Philippe Bourget | cms
Tijdens de bouw werd besloten om er een hogeschool en een technische universiteit (Universidad Laboral) van te maken. In die tijd was Spanje, onder het bewind van Franco, erg arm en de regering wilde de allerjongsten opvoeden met een strenge, conservatieve visie op onderwijs. Luis Moya Blanco, een jonge architect uit Madrid, kreeg de opdracht om dit educatieve fort te bouwen, dat zelfvoorzienend moest zijn, met een boerderij van 100 hectare onder toezicht van de Jezuïeten en de Clarissen.
LABoral Cuidad de la Cultura
Wanneer je binnenstapt in deze ‘ideale stad’ word je met verstomming geslagen. Het immense centrale plein (150 m lang, 50 m breed), omgeven door klassieke gebouwen in Romeinse, Griekse en Ottomaanse stijl, de imposante kerk, de hoge toren (130 meter!), het theater… alles staat hier in het teken van de striktheid en grootheidswaanzin van Franco. Het complex werd in de jaren ’80 verlaten en overgenomen door de regering van het Prinsdom Asturië, met als doel het nieuw leven in te blazen. Sinds de heropening in 2007 is het het ‘LABoral Cuidad de la Cultura’ een open ruimte die in het teken staat van artistieke en industriële creatie, media, opleiding, muziek (conservatorium), tentoonstellingen en het organiseren van culturele en professionele evenementen. In het voormalige klooster van de Clarissen is ook het hoofdkantoor van de radio- en televisiezender van het Prinsdom Asturië gevestigd. Een deel van de 130.000 m² van LABoral is toegankelijk voor bezoekers tijdens rondleidingen van januari tot half september.
Als je in een Belgisch restaurant een reservatie plaatst en nadien niet opdaagt, kan de restauranthouder in principe wel degelijk een schadevergoeding van je vragen. Reserveer je een tafeltje in een horecazaak in een ander land, dan is het plaatselijk recht bepalend om te weten wat je precies riskeert.
Maar wordt zelden gevorderd
In de praktijk hoef je je meestal echter weinig zorgen te maken. De restauranthouder zou nu eenmaal vooreerst al de reservatie moeten kunnen bewijzen. Gebeurde die telefonisch dan zal dat bewijs moeilijk liggen. Reserveerde je online, dan is er integendeel veelal wel een bewijs. Daarnaast zal de restauranthouder ook zijn schade moeten kunnen aantonen. Hij kan daarbij bv. wijzen op het feit dat de tafel leeg bleef, dat hij ingrediënten over had, enz.
De restauranthouder zou bij de reservatie met jou een forfaitaire vergoeding kunnen overeenkomen voor het geval je uiteindelijk niet opdaagt. Een dergelijke afspraak is naar Belgisch recht geldig als ze niet overdreven is en als de restauranthouder een soortgelijke vergoeding met je overeenkomt voor het geval hij zijn verbintenissen niet nakomt (en er bv. ondanks je reservatie toch geen tafeltje vrij blijkt te zijn als je in het restaurant toekomt).
Bovendien vinden de meeste restaurants dat de kosten van het invorderen van zo’n vergoeding niet opwegen tegen de mogelijke opbrengsten. Zij vrezen ook de commerciële gevolgen van zo’n actie.
‘Waarborg’ vragen?
Wat wel eens gebeurt is dat restaurants vragen dat je bij de reservatie al een bedrag betaalt dat dan later van je rekening wordt afgetrokken. Meteen wordt dan afgesproken dat de restauranthouder dat bedrag mag behouden als je later toch niet opdaagt. Ook hier moet zo’n afspraak, als jij een consument bent, wel wederkerig zijn (zie hoger).
De Belgische Wijngids is samengesteld op basis van niet minder dan 190 wijnstalen die werden voorgelegd aan een panel van professionele proevers. Zij kenden aan 13 Belgische wijnen een score toe van tussen de 2,5 en 5. Deze tweede editie, samengesteld door Baudouin Havaux en Dirk Rodriguez, bevestigt dat de pioniers uit de sector, en zij die na hen de Belgische wijnbouw nieuw leven hebben ingeblazen, visionairs waren!
5 witte wijnen die de maximumscore kregen:
1. Brin de Paille (Domaine du Ry d’Argent)
De cuvée ‘Brin de Paille’ is één van de eerste cuvées van Domaine du Ry d’Argent en wordt al 10 jaar verbouwd. De Duitse druivensoort Solaris die voor deze cuvée gebruikt wordt, komt van wijnstokken die in 2007 aangeplant werden. Hij heeft heerlijke toetsen van citrus- en bloemen, terwijl hij toch vol en fris blijft.
2. Cuvée Évasion (Domaine Coteaux des Avelines)
De ‘Cuvée Évasion’ is een witte wijn met fruitige aroma’s en exotische en florale toetsen. Hij is fris, soepel en zacht in de mond, met lang aanhoudende citrustoetsen. Deze wijn is perfect bij exotische gerechten, of kan gewoon gedronken worden als aperitief.
3. Auxerrois (Wijndomein Oud Conynsbergh)
Het domein ‘Oud Conynsbergh’ ligt in Boechout (provincie Antwerpen) en produceert de Auxerrois, een witte wijn die opent met frisse aroma’s van bloemen, perzik en peer. In de mond wordt de zachte zuurgraad van de wijn versterkt door een frisse mineraliteit. Deze verfijnde en evenwichtige wijn valt op door zijn middellange afdronk en aangename bittere toets achter op de tong.
4. Terre Charlot 2020 (Château de Bioul)
De ‘Terre Charlot’ van Château de Bioul is een witte wijn van de appellation ‘Côtes de Sambre et Meuse Protégée’. Met zijn exotische smaken van abrikoos en passievrucht wordt hij gewaardeerd om zijn lichte kruidigheid in de afdronk. Hij is gemaakt van de Duitse druivensoorten Solaris en Johanniter.
5. Waes Goud 2019 (Wijndomein Waes)
Met zijn schitterende lichtgele kleur en groene accenten biedt deze wijn intense aroma’s van abrikoos, citrusvruchten, rozen en zoete kruiden. Waes Goud is een frisse, evenwichtige en toch elegante wijn met een goede structuur en afdronk. Hij wordt geproduceerd door het wijndomein Waes in Gent.
Wordt Wallonië een onvermijdelijk gebied op vlak van wijnproductie? Alles wijst erop. Nieuwe wijngaarden schieten als paddenstoelen uit de grond en kunnen concurreren met Franse champagnes en Italiaanse prosecco’s. Dat is goed nieuws voor het milieu, aangezien Belgen nu kunnen genieten van lokaal geproduceerde bubbels.
Het klimaat in België is nog niet voldoende opgewarmd om de Bordeaux, de Piemonte of de Rioja-valleien te evenaren. Voor de productie van bubbels, daarentegen, is het Belgische klimaat uitstekend, wat veel producenten aanzet om zich op deze niche te richten.
1. Château de Bioul, Brut de noirs
Château de Bioul, het vlaggenschip van de Waalse wijnbouw, heeft zich onlangs toegelegd op de productie van wijnen volgens de traditionele methode. De Brut de noirs cuvée wordt verkregen uit een zorgvuldige selectie waarvan de druiven twee keer zo lang worden gerijpt als de andere cuvées van het kasteel, namelijk 18 maanden.
2. Domaine du Ry d’Argent, Cuvée Nell
Dit domein is ongetwijfeld een van de meest dynamische in Wallonië. De Cuvée Nell is een van de mooiste creaties van het huis, een lichte mousserende wijn die opvalt door zijn citrusachtige karakter en perfect is als aperitief of om te combineren met visgerechten of terrines.
3. Domaine des Agaises, Cuvée Ruffus
Het wijndomein van Agaises was het allereerste domein dat in Wallonië werd geplant met als doel uitsluitend mousserende wijnen te produceren. Dat was in 2002. Het zijn waarschijnlijk de bekendste en meest geliefde bubbels van België. En terecht, de expertise van de familie Leroy, aan het hoofd van het bedrijf, is telkens weer een schot in de roos bij elke nieuwe cuvée!
4. Domaine du Chant d’Eole, Cuvée Prestige
De “Rolls Royce” van de Belgische mousserende wijnen valt op door zijn gouden kleur, teken van frisheid en rijpheid. De wervelstorm aan fijne bubbels zorgt voor een mooie helderheid. In de mond is de smaak eerlijk, de zuurgraad perfect. Door zijn rijping van 48 maanden is het complexer en rijker in smaak dan andere creaties van het Henegouwse domein. Een wonder!
5. Domaine viticole du Chenoy, Perle de Wallonie
Deze “Extra Brut” cuvée is een unieke blend van verschillende druivenrassen (waaronder Johanniter, Helios, Bronner en Merzling). De handgeplukte druiven en de lange rijping zorgen voor een sprankelende wijn die elegantie en finesse combineert, met subtiele aroma’s van citrus en wit fruit. Deze gewilde drank is helaas vaak uitverkocht.
De opheffing van de coronabeperkingen en de heropening van de Japanse grenzen hebben geleid tot een explosie van het aantal boekingen voor de beklimming van de Fujiberg. De tiende verjaardag van zijn opname op de Werelderfgoedlijst van de Unesco zal waarschijnlijk ook bijdragen aan de boost in de bezoekersaantallen.
Risico’s voor wandelaars op de site
De autoriteiten maken zich zorgen over de mogelijke risico’s van deze toestroom van bezoekers. Het risico op hoogteziekte en onderkoeling voor onvoorbereide wandelaars, maar ook het verhoogde risico op vallende stenen door overmatig gebruik van de paden, vormen een grote bekommernis.
Oproep tot voorzichtigheid
Lokale vertegenwoordigers roepen wandelaars, en dan vooral buitenlandse toeristen, op om voorzichtig te zijn. Het beklimmen van Mount Fuji, die 3.776 meter hoog is, moet niet lichtzinnig worden opgevat. “Het beklimmen van de Fuji is niet zo eenvoudig,” luidt de waarschuwing. De oproep tot waakzaamheid komt aan de vooravond van wat een uitzonderlijk zomerseizoen belooft te worden.
Want de tulp kwam hier al terecht in de 11de eeuw, 5 eeuwen vroeger dan bij onze noorderburen. Istanboel is dus naast een fenomenale historische schatkamer ook een echte tulpenstad.
Blauwe Moskee met 6 minaretten heel aanwezig in skyline Myriam Thys | cms
’s Werelds mooiste Skyline
Of je nu in de eeuwenoude straten wil verdwalen, afdingen in de Grote- of de Egyptische Bazaar of iconische monumenten wil bezoeken, in Istanboel kan het allemaal. Ik zie er prachtige architectuur, maar ook moderne kunstgalerijen, gezellige cafés, dito restaurants en vooral een bijzonder levendige sfeer.
De beroemde rode tram in de winkelstraat Myriam Thys | cms
Voeg daar nog een van ’s werelds mooiste skylines met ontelbare moskeeën en een veelvoud aan minaretten aan toe en je hebt je handen vol voor een paar dagen. Vermijd de weekends want al vanaf de zon opkomt boven de Bosphorus, die Istanboel doormidden splijt en twee continenten van elkaar scheidt, fladderen er meer toeristen dan duiven rond in de oude stad.
De Big Five
Voor ik het drukke verkeer induik heb ik een stevige Turkse koffie nodig. Soms lijkt het alsof ik in een videogame zit, een ongeorkestreerd schouwspel van toeterende auto’s, gele taxi’s, brommertjes en voetgangers die op goed geluk de straat oversteken. Met 17 miljoen inwoners is dat dagelijkse kost. In de autoluwe oude stad is het een stuk aangenamer, vooral in de week wanneer ook de voetgangersfiles afnemen en je rustig kan rondstrollen om de vele wonderen van het historische stadsdeel te ontdekken.
De oproep tot gebed galmt door de ijle ochtendlucht en herinnert aan de diepgewortelde religieuze tradities. Kerken en moskeeën staan hier broederlijk naast mekaar. Nog geen steenworp verder vind ik hipstercafés en trendy shops. Het is een oneindig touwgetrek tussen traditie en vernieuwing. Maar geen trip naar Istanboel is compleet zonder een bezoek aan de big 5: de Aya Sofia, de Blauwe Moskee, De Galata Toren, Topkapi Paleis en de Cystern Basiliek.
Als de muren van de Aya Sofia konden praten, zouden ze zomaar even 1500 jaar geschiedenis uitbraken. Oorspronkelijk was het een Byzantijnse kerk, die in de 15de eeuw, na de verovering van Istanboel door de Ottomanen, een moskee werd. Van 537 tot 1453, toen Istanboel nog Constantinopel heette, was het de grootste kathedraal ter wereld. Nadien stond nota bene deze kerk model voor alle toekomstige moskeeën.
De Aya Sofia werd gebouwd in amper zes jaar, wat zeker voor die tijd, als een mirakel werd aanzien. Er zijn o.a. nog twee orthodox christelijke mozaïeken te bewonderen, een wenszuil en de loge van de sultan en de keizerin. Maar het is vooral een architectonisch hoogstandje dat vandaag een van de beste bewijzen is van het rijke culturele erfgoed van Istanboel.
De Blauwe Moskee, ook bekend als Sultan Ahmet Moskee, is minstens even populair als de Aya Sofia, maar werd bijna 1100 jaar later gebouwd. Wat de moskee heel herkenbaar maakt zijn de zes minaretten. Als je nekpijn wil vermijden moet je niet in het weekend gaan, want boven de massa uit kan je dan enkel de koepels bewonderen, die uiteraard waanzinnig mooi zijn.
Door de week heb je meer kans om alles in detail te bekijken, zoals de beroemde blauwe Iznik tegels die de moskee haar naam gaven en de sierlijke mihrab, of gebedsnis. Net zoals in andere moskeeën en paleizen zie ik overal tulpafbeeldingen in de mozaïeken, dé nationale bloem. De Blauwe Moskee is een soort stadsicoon dat zich als geen ander profileert in de skyline van Istanboel.
Nog een schat uit het Byzantijnse rijk is de Cistern Basiliek, voor mij het meest verrassende hoogtepunt van de stad. Mijn mond valt open als ik afdaal in de gigantische, ondergrondse ruimte met maar liefst 336 zuilen. Deze 6e eeuwse wateropslagplaats lijkt op een verzonken paleis, alsof reuzen er hun geheime clubje hadden. Het water werd via een aquaduct aangevoerd van het op 19km gelegen Belgradowoud. Er kon zomaar even 80.000 kubieke meter drinkwater opgeslagen worden voor de toenmalige keizer en zijn gevolg. Het lijkt op een surrealistisch decor, de belichting zorgt voor extra magie.
Het verbaast me dan ook niks dat er veel films werden opgenomen, waaronder ‘Inferno’ met Tom Hanks en de James Bond film ‘From Russia with love.’ De cistern ligt onder de Hippodroom, wat een van de oudste plekken van de stad is. Deze voormalige arena voor wagenrennen en belangrijke ceremonies, nu een enorm plein, werd gebouwd in 324 voor Christus. De indrukwekkende zuil van keizer Constantijn, een van de weinige Romeinse overblijfselen, de fantastisch bewaarde Egyptische obelisk met hiërogliefen en een elegante fontein zijn hier de belangrijkste bezienswaardigheden.
De vele musea en unieke monumenten maken van Istanbul een soort historische krachtcentrale. Het Topkapi paleis, gebouwd in 1465, ooit de weelderige residentie van de Ottomaanse sultans, siert al eeuwen de oever van de Bosphorus. De sultans verbleven er in het aangename gezelschap van hun riante harem, die vaak bestond uit zo’n 300 concubines. Het Topkapi Paleis is dus een stille getuige van eeuwen van intriges, uitzonderlijke weelde, politieke machtsstrijd en geheime romances.
Topkapi Palace schatkamer de tweede grootste diamant ter wereld cms | cms
Het paleis heeft vier courtyards met elk een eigen functie en prachtige tuinen. Vandaag is het een populair museum dat massa’s bezoekers lokt. In de schatkamer zie ik zeldzame voorwerpen die de extreme rijkdom van de sultans etaleert, een fascinerende collectie van spectaculaire juwelen. De beroemde ‘Topkapi dolk’ die ik nog ken van de gelijknamige film en ’s werelds tweede grootste diamant (86 karaat), de lepelmakersdiamant, zijn de blikvangers.
De Galata Toren Myriam Thys
De Galata Toren
Genesteld in de levendige Karaköy wijk kijkt de Galata Toren met tijdloze elegantie uit op de stad. Gebouwd in de 14de eeuw heeft de 67m hoge toren de overgang van het Byzantijnse- naar het Ottomaanse rijk meegemaakt en heeft er intussen een lange en gevarieerde carrière op zitten: van wacht- tot vuurtoren, een sterrenwacht en zelfs een gevangenis. V
ia een stenen wenteltrap beland ik op het uitkijkplatform waar ik beloond word met een fenomenaal uitzicht op Istanboel met al zijn architecturale pareltjes. Het is al eeuwenlang een oriëntatiepunt in de wirwar van straatjes die dit deel van Istanboel karakteriseren. De buurt errond is druk maar erg gezellig, met veel shops, bars en restaurants.
Afspraak aan de Kabatas Pier, waar ik gezwind een super modern jacht opstap voor een tocht van 2u op de Bosphorus. De vele paleizen en moskeeën glijden er als op een catwalk aan me voorbij. Het is heel bijzonder om op de scheidingslijn tussen Europa en Azië te balanceren, die slechts een brug van mekaar verwijderd liggen. De oudste en meest legendarische is de Galatabrug, van waarop vissers hun lunch uit de river proberen te hengelen. Een heel andere buurt is de Galataport, waar de cruiseschepen aanleggen.
Een van de bruggen over de Bosphorus die Europa met Azië verbindt Myriam Thys | cms
De wijk errond is bijzonder trendy en helemaal gewijd aan kunst, cultuur, design, mooie boetieks, en een boel goeie restaurants zoals ‘Muutto’, waar ik Turkse tapas eet met een moderne twist. Nog meer hedendaagse pracht vind ik in het volledig hernieuwde Atatürk Cultural Center (AKM). Ik ben uitgenodigd op de opening van het prestigieuze wereld symposium voor koormuziek. Maar het gebouw alleen al is een must.
Weinig mensen weten dat de tulp vanuit Kazachstan in de 11de eeuw al in het toenmalige Constantinopel terecht kwam. De tulp zoals we die nu kennen is dus afkomstig uit Turkije. Onze noorderburen maakten er pas kennis mee in de 16de eeuw. Een eeuw vroeger kende deze bloem haar hoogtepunt in het Ottomaanse rijk. Het was een teken van extreme rijkdom, een echt statussymbool. Vandaag is het nog steeds de nationale bloem van Turkije. Ik zie dan ook afbeeldingen van tulpen in moskeeën en paleizen, op tapijten en op muntstukken. Zelfs de theeglaasjes zijn tulpvormig. Niemand in Europa kende deze bloem, want er was een streng verbod op export.
Tot sultan Süleyman in de 16de eeuw een uitzondering maakte en een Oostenrijks diplomaat een paar bollen cadeau deed. De rest is geschiedenis. Het zijn wel de Nederlanders die de tulp eeuwige roem bezorgde. Tulp komt trouwens van het Perzische woord tulipán, wat tulband betekende en met een beetje fantasie kan je dat er inderdaad in zien. In april is er een tulpenfestival in Istanbul en zie je ze letterlijk overal. Er zijn ook tulpenparken zoals Emirgan, dat aan Keukenhof doet denken en elk jaar massa’s toeristen trekt. De tulp is hier niet zomaar een bloem, het is het symbool van de Turkse cultuur.
Turkse specialiteiten met moderne twist in Muutta resto in Galataport Myriam Thys | cms
Eetcultuur
Buiten een thee-en koffieobsessie, want beide drankjes vloeien door de aders van elke Turk, is er ook een echte eetcultuur in Istanboel. Calorieën tellen niet als je in deze stad verblijft, want het eten is even verleidelijk als de Grote Bazaar met al haar lichtjes en felle kleuren. Samen met de gezellige drukte en de adembenemende bezienswaardigheden is tafelen vaak de reden waarom mensen terugkomen. Van lekkere kebabs en heerlijke mezze tot gastronomische hoogstandjes in super trendy restaurants, zoals de hippe ‘Divan brasserie Fuaye’ in het AKM, of ‘Serenita’, waar een vrouwelijke chef de plak zwaait.
Mijn smaakpapillen maken geregeld vreugdesprongetjes, want sinds 2022 telt Istanboel zomaar even 53 restaurants met een Michelinvermelding. Nog een leuke plek voor foodies is de Galatabrug, waar je net als op de oude legendarische brug heerlijk vis kan eten en waterpijp roken. Zoetigheden zijn niet meteen mijn ding, maar zijn hier wel ontzettend populair. Baklava en Turkish delight horen bij Istanboel als suiker in een te sterke Turkse koffie. Een ding is zeker, Istanboel verken je stap per stap maar vooral ook hap per hap.
Diversiteit en aanpassing zijn de twee grote kwaliteiten die de kunst van het barbecueën over de hele wereld definiëren. In deze lange culinaire traditie presenteert Jaap’y zich als een revolutie. Geïnspireerd door het Jaap metalen spindelsysteem, bedacht de maker, Patrick Alran, een compacte en gemakkelijk te vervoeren versie voor wandelaars en avonturiers.
Een barbecue voor avonturiers
Het idee voor Jaap’y ontstond toen Alran wandelaars zag die een omslachtige barbecue meezeulde. Om buiten koken toegankelijker te maken, ontwierp hij een opvouwbare grill met spiezen, die ook dienen om alles bij elkaar te houden. Met de Jaap’y kunnen buitenliefhebbers genieten van een barbecue zonder dat ze een omvangrijk toestel hoeven mee te nemen.
Licht, compact en opvouwbaar
Het grote voordeel van de Jaap’y ligt in het transportgemak. Inderdaad, dankzij het slimme vouwsysteem neemt hij in opgevouwen toestand zeer weinig ruimte in beslag. Zijn lichtheid en compactheid maken er volgens de maker een geweldige reisgezel van voor wandelaars en kampeerders, die hun barbecue overal mee naartoe kunnen nemen.
Een Zuid-Amerikaanse inspiratie
Ook het ontwerp van Jaap’y is geïnspireerd op de culinaire tradities van Zuid-Amerika. Inderdaad, dit maakt het mogelijk om het vlees verticaal te bakken, net zoals op de Argentijnse barbecues.