Meer dan 32.000 mensen in Santa Cruz de Tenerife en ongeveer 14.000 in Las Palmas de Gran Canaria betoogden onder het motto ‘Canarias tiene un límite’ (De Canarische Eilanden hebben hun limieten), waarbij ze luidkeels hun afwijzing van het huidige model van massatoerisme verkondigden.
De demonstranten, gesteund door milieuorganisaties zoals Greenpeace en het WWF, hadden duidelijke eisen. Ze vragen om een beperking van het aantal toeristen, de invoering van een ecotaks voor bezoekers en een strikte regulering van de vastgoedmarkt, met name door aankopen door buitenlanders te beperken. Deze maatregelen zijn bedoeld om het unieke ecosysteem van de archipel te behouden en een duurzame ontwikkeling te garanderen.
Voorbij het toerisme: een sociale crisis
De betoging wees ook op bredere problemen zoals armoede, lage lonen, stijgende huren en een verzadigde infrastructuur. “We zijn niet tegen toerisme, maar we eisen een verandering van het huidige model dat gebaseerd is op onbelemmerde groei,” zei Rosario Correo, een demonstrant die door het Spaanse televisiestation TVE werd geïnterviewd. De protesten breiden uit tot buiten de eilanden, met steunbetogingen in Barcelona en Madrid.
De Canarische Eilanden tellen 2,2 miljoen inwoners en blijven een belangrijke bestemming in Europa. Ze trokken vorig jaar bijna 14 miljoen toeristen aan.
2024 is een cruciaal jaar voor Denis Van Weynbergh, die de eerste Belgische skipper wil worden die de Vendée Globe tot een goed einde brengt. De TRANSAT CIC wordt voor onze landgenoot de eerste solo trans-Atlantische race van het jaar.
De eerste, maar ook een belangrijke. Want met deze race test hij niet alleen de aanpassingen aan zijn zeilboot, waar Vacancesweb partner van is, maar hij moet ook de race volbrengen in een tijd die niet hoger ligt dan 1,5x die van de winnaar om zich te kwalificeren voor de Vendée Globe.
Een pittig programma
Na de TRANSAT CICI zal Denis deelnemen aan de NY Vendée-Les Sables d’Olonne in mei. De zomer staat in het teken van training en in september zal de boot nog een laatste fitting ondergaan voor de start van de Vendée Globe op 10 november.
Het verhuurplatform Airbnb moet van de Franse rechter een boete betalen van 1,36 miljoen euro. De rechtbank sprak de straf uit omwille van “inningsfouten” en “nalatigheden en onnauwkeurigheden” die het bedrijf maakte bij de aangifte van de toeristentaks op het eiland Oléron voor het jaar 2022. Deze beslissing komt na een minder zware boete van €30.000 voor 2021, waartegen op dit moment nog een beroep loopt.
Details van de inbreuken
In de uitspraak staat, volgens documenten die AFP kon inkijken, dat Airbnb niet voldeed aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de toeristenbelasting, waardoor een boete van tien keer het bedrag aan niet doorgestorte belasting gerechtvaardigd is. Dat zou de eerste keer zijn voor het bedrijf, dat in 2022 een omzet genereerde van $8,4 miljard.
Deze boete wordt door de lokale autoriteiten als historisch gezien. Jonathan Bellaiche, een advocaat die het samenwerkingsverband van de gemeentes op het eiland (Communauté de communes de l’île d’Oléron of CDCO) vertegenwoordigt, wijst erop dat deze zaak illustreert dat “geen enkel platform, hoe groot ook, boven de wet staat”. De CDCO heeft gelijkaardige procedures gestart tegen andere platforms zoals Booking en Le Bon Coin, wat duidt op een groeiende vastberadenheid tegen belastingovertredingen in de toeristische sector.
In de maand maart bezochten meer dan drie miljoen internationale toeristen Japan en vestigden daarmee een absoluut record voor het land. Dat meldt JNTO, de Japanse organisatie voor toerisme. Het is een stijging met 69,5% ten opzichte van maart vorig jaar, en 11,6% ten opzichte van maart 2019, het jaar voordat de coronapandemie losbarstte en dat dus als referentiejaar wordt gebruikt.
Masaaki Komori
Groeifactoren
Deze spectaculaire stijging wordt toegeschreven aan verschillende factoren. Enerzijds trokken het kersenbloesemseizoen en de paasvakantie grote aantallen bezoekers. Ten tweede heeft de devaluatie van de yen ten opzichte van de dollar en de euro van Japan een economisch aantrekkelijke bestemming gemaakt voor Amerikanen en Europeanen. Zuid-Korea was het land waaruit de meeste toeristen naar Japan afzakten, met 663.100 bezoekers. Maar er waren ook aanzienlijke stijgingen van bezoekers uit de Verenigde Staten en Europese landen zoals Duitsland.
Tianshu Liu
Gevolgen…
Ondanks deze positieve cijfers waren er ook enkele ongewenste effecten. In Kyoto zijn maatregelen genomen om de geishawijk Gion te beschermen tegen toeristische excessen. Daarnaast wordt vanaf deze zomer de toegang tot Mount Fuji gereguleerd met een dagelijks quotum en wordt er een nieuwe toegangstaks van €12 aangerekend voor het populairste pad.
Na 20 jaar is de verbinding tussen Singapore en Brussel weer hersteld! De heropening van deze luchtroute werd begin april met veel tamtam gevierd, in aanwezigheid van de premier, de ambassadeur en hoge officieren van Singapore Airlines (SIA).
Arnaud Feist, CEO van Brussels Airlines, benadrukte het strategische belang van Singapore als belangrijke toegangspoort tot Azië. De vluchten worden uitgevoerd met de Airbus A350-900, een vliegtuig dat bekend staat om zijn brandstofefficiëntie en laag geluidsniveau. De Belgische premier benadrukte vooral de nauwe economische banden tussen de twee landen, waarbij de Belgische export naar Azië goed is voor ongeveer 9% van het totaal. De introductie van deze rechtstreekse route tussen Brussel en Singapore brengt het aantal Europese bestemmingen dat SIA aandoet op 13.
Toen de zon weer krachtiger begon te schijnen in de lente, wilde ik lekker buiten sporten. Oh, niet in extreme modus, nee. Gewoon een kleine beginnerstrail, die prachtige landschappen en romantische stops combineert. Ik had niet al te veel moeite om mijn partner te overtuigen, die gelukkig ook beseft dat we ondanks ons hectische leven niet genoeg tijd nemen om in beweging te zijn. We besloten om naar de Famenne te gaan. Het enige dat ons nog restte was het kiezen van de route die bij ons paste.
Aan de poort van de Ardennen
“Pays de Famenne” omvat 6 gemeenten gelegen aan de poort van de Ardennen: Durbuy, Hotton, Marche-en-Famenne, Nassogne, Rochefort en Somme-Leuze. Het gebied herbergt natuurlijke rijkdommen, maar ook enkele beroemde toeristische attracties, zoals de grotten van Han-sur-Lesse of het charmante stadje Durbuy. “Het is ook de trappistenstreek van Rochefort!” zegt mijn man. Ja, ja… Maar eerst de sport en dan de rest.
Tineke Dhaese
24 bewegwijzerde routes
La Famenne biedt 24 permanent bewegwijzerde paden. Er zijn 4 moeilijkheidsgraden: 5, 10, 20 en 40 kilometer, met een cumulatief hoogteverschil van 100 tot 1.000 meter. Kortom, er is voor iedereen wat wils. Om beter je weg te vinden en een goed idee te krijgen van de moeilijkheidsgraad, zijn de wandelingen gemarkeerd in de kleuren van de skipistes: groen, blauw, rood en zwart. Handig! Een advies: hoewel de route duidelijk is aangegeven, download je best op je smartphone de GPX-versie. Voor het geval dat… En vergeet je wandelschoenen niet, anders verandert het pad al snel in een hel.
Trail Bleu de Hotton
We kozen voor een gemiddelde moeilijkheidsgraad met de “Trail bleu de Hotton”, die 14 kilometer lang is met een hoogteverschil van 310 meter. Deze route vertrekt vanuit het sportcomplex van Hotton (een handige plek om je auto te parkeren…) en loopt kriskras door de Ourthevallei. Ze heeft prachtige paden langs de rivier, tussen heuvels en kliffen, richting de dorpen Hampteau en Melines. Een prachtige omgeving, waarin rotsen en water door elkaar vloeien.
Een romantische picknick
Met een vooruitziende blik hadden we een kleine picknick voorzien, die we halverwege opaten, bij de rivier. Het leek alsof we alleen op de wereld waren, met alleen het geluid van het kabbelende water en het getjilp van de vogels. Een herinnering die in ons hoofd gegrift staat. Terug bij het sportcomplex van Hotton reden we nog ongeveer 10 minuten naar ons hotel.
La Grande Cure
Na de inspanning, het comfort
Wij kozen voor een verblijf in het hotel “La Grande Cure”, in de buurt van Marcourt. Een gebouw genesteld in het groen en met alle faciliteiten. Er zijn zelfs oplaadpunten voor elektrische auto’s. Het hotel is ook huisdiervriendelijk. Na een verkwikkende douche was het tijd voor een terrasje. Ik had mijn geliefde zijn lokale bier beloofd, en belofte maakt schuld. Met als extra bonus een uitzicht op de natuur, maar ook op het mooie kapelletje van Saint-Thibaut, dat in de verte lag op een rotpartij.
Gastronomische avond in La Grande Cure
Na onze 14 kilometer lange wandeltocht gunde ik mezelf en mijn partner een kleine gastronomische avond. Gelukkig staat het restaurant van het hotel bekend om zijn uitzonderlijke keuken van Tim Christensen, de eigenaar van de zaak en tevens de chef-kok. Hij werkt niet “à la carte” maar ontwerpt elke dag een nieuw menu, met keuze uit 2, 4 of 6 gangen. De chef werkt met seizoensgebonden Ardense producten, maar laat zich ook graag inspireren door andere culturen. Ons 4-gangen menu met bijpassende wijnen was een waar genot.
Maxime Collin
Een zondag in Durbuy
Na een relaxte nacht zetten we op zondagochtend koers naar Durbuy. De kleinste stad ter wereld, die bruist van charme met zijn pittoreske steegjes en erfgoed uit de feodale tijd. We ontdekten de ambachtelijke brouwerij van het Château de Durbuy en de confituurfabriek “Saint Amour”. Genoeg om dit sportieve weekend met een romantisch tintje met een zoete noot af te sluiten.
—
Onze favoriet: het sportieve parcours onderbroken door een romantische picknick langs de rivier.
Van 1 april tot 3 mei opent Balmoral Estate gratis de deuren voor een unieke kans om het uitgestrekte terrein te verkennen en traditionele activiteiten zoals zalmvissen te ervaren. Vanaf 4 mei zijn de tuinen en tentoonstellingen in de balzaal, met onder andere aquarellen van koning Charles III en koninklijke kostuums, toegankelijk voor 17,50 pond (ongeveer €20).
Een geleid bezoek?
Bezoekers die een persoonlijkere ervaring zoeken, kunnen tussen 1 juli en 4 augustus kiezen voor een geleid bezoek. Het aantal deelnemers per groep aan deze rondleidingen is beperkt tot tien personen, met een duik in de geschiedenis van het kasteel via de mooiste kamers voor een bedrag van 100 pond per persoon. Wie een vleugje verwennerij aan zijn bezoek wil toevoegen, kan kiezen voor een uitgebreide ‘high tea’ voor £150, met een ticketaantal dat beperkt is tot 40 per dag.
Gedrenkt in geschiedenis
Balmoral Castle werd in 1852 aangekocht door koningin Victoria en prins Albert en vervolgens verbouwd om de koninklijke familie beter te kunnen ontvangen. Vooral koningin Elizabeth II, die hier tot haar dood op 8 september 2022 van de rust van de Schotse Highlands genoot, hield van Balmoral. Het domein is een symbool van continuïteit en traditie binnen de Britse monarchie.
Op een persconferentie in Rome zei burgemeester Brugnaro dat de verandering een wereldprimeur was. “Het gaat niet om geld verdienen… ons doel is om Venetië leefbaarder te maken,” zei hij, waarbij hij de urgentie van de situatie benadrukte in het licht van een stadscentrum dat ontvolkt raakt, terwijl de pieken in het aantal bezoekers oplopen tot 100.000 overnachtingen, om nog maar te zwijgen van de dagjestoeristen.
Onopvallende en probleemloze controles gepland
De belasting zal van toepassing zijn op 29 specifieke dagen, geïdentificeerd als toeristische piekperiodes in 2024, te beginnen met 25 april. Brugnaro belooft discrete controles, willekeurig uitgevoerd en zonder wachtrijen te creëren, bij de hoofdingangen van de stad, zoals het treinstation Santa Lucia. Bezoekers moeten een QR-code overleggen, die ze vooraf of bij aankomst hebben verkregen via lokale agentschappen.
Geen limiet op het aantal bezoekers
Ondanks de invoering van deze belasting drong de burgemeester erop aan dat er geen limiet is gesteld aan het aantal beschikbare QR-codes per dag, waarmee hij het idee van een numerus clausus verwierp. “We zijn tegen de numerus clausus, anders zijn we niet langer een stad maar een museum“, zei Brugnaro, die de wens van Venetië benadrukte om open en toegankelijk te blijven en tegelijkertijd de toeristenstroom op innovatieve manieren te reguleren.
De Duomo van Milaan is één van de beroemdste monumenten van de stad. Deze gotische kathedraal in het centrum van Milaan werd gebouwd in de 14de eeuw.
Het gebouw heeft een kenmerkende witmarmeren gevel en torenspitsen die meer dan 100 meter hoog zijn. Binnen kan je prachtige glas-in-loodramen en marmeren beelden bewonderen.
De centrale gevel is meer dan 56 meter hoog en het hoofdschip is 45 meter hoog. Vanbuiten bedraagt de lengte 158 meter (en 93 meter in de breedte).
Het Castello Sforzesco (het kasteel van de Sforza’s) is een ander historisch monument in Milaan dat je niet mag missen. Het middeleeuwse kasteel werd gebouwd in de 15de eeuw en was de thuisbasis van de familie Sforza, die bijna 150 jaar lang over Milaan regeerde.
Vandaag vind je in het kasteel verschillende musea, waaronder de Pinacoteca, waar kunstwerken uit de Italiaanse Renaissance worden tentoongesteld.
Vergeet niet om het binnenplein van het kasteel te bezoeken. Je kan een wandeling maken door de slagaders van het kasteel, onder de gewelven, op de centrale binnenplaats en binnen de muren van de citadel. Zo kan je de structuur bewonderen en terugreizen in de tijd, ver weg van de drukte van het centrum van Milaan.
De Galleria Vittorio Emanuele II is een overdekte winkelgalerij vlakbij de Duomo van Milaan. Ze werd gebouwd in de 19de eeuw en wordt beschouwd als één van de mooiste galerijen ter wereld.
Je kan er marmeren mozaïeken, fresco’s en beeldhouwwerken bewonderen. In de galerij zijn ook talloze luxueuze boetieks, restaurants en cafés gevestigd.
In het Novecento-museum, in het centrum van Milaan, vind je moderne en hedendaagse kunst. Dit is waarschijnlijk hét niet te missen museum van de stad.
Het herbergt een indrukwekkende collectie van twintigste-eeuwse kunstwerken, waaronder schilderijen, beeldhouwwerken en installaties. Je kan er werken ontdekken van beroemde kunstenaars als Giorgio de Chirico, Umberto Boccioni en Lucio Fontana. Het museum heeft ook tijdelijke tentoonstellingen met hedendaagse kunstenaars. Bezoek de website van het museum om te zien welke tentoonstellingen er lopen op het moment dat je in Milaan bent.
De Pinacoteca di Brera is één van de belangrijkste musea van Milaan. Het herbergt een collectie Italiaanse schilderijen uit de 13de tot de 18de eeuw en Europese kunstwerken uit de periode van de 14de tot 20ste eeuw.
Je kan er werken bewonderen van kunstenaars als Rafaël, Caravaggio, Tintoretto en Rembrandt. De Pinacoteca di Brera staat ook bekend om zijn kunstbibliotheek. Die bevat zeldzame werken over de geschiedenis van de kunst.
Het Poldi Pezzoli-museum is een kunst- en designmuseum in het centrum van Milaan. Het huisvest een collectie schilderijen, beeldhouwwerken, meubels en kunstobjecten die dateren uit de periode die loopt van de middeleeuwen tot het einde van de 19de eeuw.
Het is dé plek om werken te bewonderen van kunstenaars als Sandro Botticelli, Piero della Francesca en Giovanni Bellini. Het museum staat ook bekend om zijn collectie sieraden en oude wapens.
Le Théâtre de la Scala est l’un des endroits les plus emblématiques de Milan. Depuis sa construction en 1778, il est devenu l’un des théâtres d’opéra les plus célèbres au monde.
Les visiteurs peuvent admirer l’intérieur somptueux de la salle de spectacle. Celle-ci est ornée de dorures et de fresques. Les représentations à la Scala sont toujours très prisées, il est donc conseillé de réserver à l’avance.
À noter que chaque année, la saison des représentations reprend le 7 décembre. C’est précisément le jour de la Sant’Ambrogio, le Saint de Milan !
Als je van parken en groene ruimtes houdt: het Parco Sempione is een groot openbaar park in het centrum van Milaan. Het is één van de populairste groene ruimtes van de stad. Het biedt ook een prachtig uitzicht op het Castello Sforzesco.
Je wandelt er over de met bomen omzoomde paden, kan er de fonteinen en beeldhouwwerken bewonderen en ontspannen in het gras. In het park vind je ook het Palazzo della Triennale, waar tentoonstellingen van hedendaagse kunst worden georganiseerd.
In de erelijst van Spaanse steden met een rijk erfgoed – en dat zijn er bijzonder veel in dit land – staat Cáceres niet bovenaan. Althans niet voor buitenlandse toeristen. De Spanjaarden, die 80% van de toeristische cliënteel in de regio uitmaken, hebben deze stad met 96.000 inwoners en boordevol historische monumenten, al lang in hun hart gesloten. Overdonderend? Dat is een understatement. De oude stad, die sinds 1986 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat, is bezaaid met paleizen uit de middeleeuwen en de renaissance, middeleeuwse torens, kloosters, kerken en kapellen. En de meeste gevels zijn versierd met de wapenschilden van de illustere families die ooit over de stad regeerden. Een opmerkelijk decor van steen en architectuur dat ervoor heeft gezorgd dat Cáceres vaak gekozen werd om er historische films te draaien.
Een zicht op de kerken in het oude centrum van Cáceres Philippe Bourget | cms
Dit erfgoed is te danken aan een verleden waarin verschillende culturen elkaar opvolgden. Het werd bewoond door de Romeinen en in de 12de eeuw veroverd door de Almohad Arabieren, die de stad omringden met adobe (verharde aarde wallen), waarvan het metselwerk nog steeds te zien is op sommige gebouwen, zoals de torens van La Yerba en del Aver. Cáceres werd in de 13de eeuw opnieuw ingenomen door de christenen en werd rijk dankzij de adel, de landeigenaren en vervolgens de conquistadores die uit Amerika terugkeerden om kerken en paleizen te bouwen.
De kerk van San Mateo, in het historische centrum Philippe Bourget | cms
Moorse en christelijke invloeden ontmoeten elkaar in dit doolhof met Romaanse, Islamitische, noordelijke gotiek en renaissance-invloeden. Een wandeling door de steegjes waar deze bouwwerken staan, zal je doen duizelen. De San Mateo kerk, het Santa Maria de Jesús klooster, casa Ovando Mogollón Perero-Paredes (nu een Parador hotel), het Palacio de las Ciguanas, het Golfines de Abato paleis… Al deze plekken stralen rijkdom en nobelheid uit.
De co-kathedraal Santa María links, en de Diputacíon Provincial achteraan Philippe Bourget | cms
Het stadscentrum is allesbehalve statisch. Veel trendy hotels en restaurants (Atrio, van chef-kok Toño Perez, met drie Michelinsterren, La Casa del Sol, Madruelo…) zijn gevestigd in voormalige paleizen. Maak buiten de stadsmuren een wandeling door Calle de los Caleros, een rustige straat met dorpswoningen, en het enorme Plaza Mayor, waar je geniet van de sfeer op de terrassen van de bars. Liefhebbers van hedendaagse kunst moeten absoluut naar het onlangs geopende (2021) Helga de Alvear Museum, dat gratis toegankelijk is en werken bevat van Goya (prints), Vasarely, Paul Klee, Kandinsky, Miró, Buren, Tàpies, Ai Weiwei, Louise Bourgeois en anderen. Er zijn ook tal van discotheken. Overdag kan je ontspannen in de Caballerizas bar, een mooie, trendy plek rond een patiotuin. Cáceres, een echte ontdekking.
Wist je dat Mérida de Spaanse stad is met het grootste aantal Romeinse overblijfselen? Onder keizer Augustus was het de hoofdstad van de provincie Lusitanië, één van de drie op het Iberisch schiereiland. Het staat dan ook vol met oude monumenten, waarvan de meeste goed bewaard zijn gebleven. In die tijd was de stad bijna net zo dichtbevolkt als nu – 60.000 inwoners. De kracht van de stad wordt geïllustreerd door twee symbolische gebouwen die naast elkaar staan: het theater en het amfitheater. Het theater bood plaats aan 6.000 mensen. De podiummuur, die nu herbouwd is, telt een reeks dubbele marmeren zuilen met in het midden het beeld van Ceres, de godin van de landbouw. Op dit prestigieuze oude podium vindt elk jaar in juli en augustus het beroemde festival van het klassieke theater plaats. Het amfitheater ernaast is minder goed gerestaureerd, maar elk jaar met Pasen wordt hier de indrukwekkende kruisweg afgelegd, de ‘Via Crucis’, die in absolute stilte plaatsvindt.
Het Romeinse theater van Mérida Xavier Allard – stock.adobe.com
Elders in de stad vind je nog meer overblijfselen. Het hippodroom (circo romano) is één van de best bewaarde in de Romeinse wereld. De Tempel van Diana troont in het centrum van de stad, net als de Boog van Trajanus. De rivier Guadiana wordt overbrugd door één van de grootste Romeinse bruggen ooit gebouwd. De brug is bijna 750 meter lang (je kan er te voet over) en werd in de 17e eeuw herbouwd. Geen wonder dat het architecturale erfgoed van Mérida ook op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Ook toepasselijk is dat de stad de thuisbasis is van het Spaanse Nationale Museum voor Romeinse Kunst. Dit prachtige bakstenen gebouw van architect Rafael Moneo, met zijn zeldzame collecties (mozaïeken, beeldhouwwerken, enz.) die in grote ruimtes worden tentoongesteld, wordt momenteel uitgebreid om er andere werken in onder te brengen.
De Romeinse brug over de Guadiana-rivier venemama – stock.adobe.com
De Romeinse overblijfselen mogen dan wel overheersen, vergeet niet om ook te genieten van de het geanimeerde leven dat deze stad biedt als regionale hoofdstad van Extremadura. Je vindt ze op minder dan 2 uur rijden ten noorden van Sevilla. Wie zweert bij Andalusië doet er goed aan om eens een omweg te maken.
Zoals alle Spaanse steden bruist ook het oude centrum van Mérida met zijn winkels en cafés. Blijf ‘s avonds hangen op het Plaza de España, waar gezinnen verkoeling komen zoeken en op de terrasjes vertoeven. Om te winkelen ga je naar het Romeinse museum langs de twee lange ‘calles’ die enkel toegankelijk zijn voor voetgangers, Santa Eulalia en Ramón Mélida. Je vindt er allerhande soorten winkels.
Het ‘Palace de Mérida’-hotel dat dateert uit de 15de eeuw Philippe Bourget | cms
Het groene Spanje…
Vergeet de clichés van het Zuid-Spanje dat het hele jaar dor is door de loodzware zon, met temperaturen die oplopen tot 40°C. Dat klopt dan wel in de zomer, het geldt niet voor de rest van het jaar. Van de herfst tot de lente kleurt de regio weelderig groen, dankzij de twee grote rivieren die erdoorheen stromen (de Taag en de Guadiana) en de aanwezigheid van talloze stuwdammen. Tot zover het geografische portret van een regio die nog steeds landelijk is, maar die de onbeduidende armoede van de jaren 70 en 80 achter zich heeft gelaten.
De Taag in het Nationaal Park van Monfragüe Philippe Bourget | cms
We beelden ons dus landschappen voor die verschroeid zijn door de Iberische zon… om in maart, april en december besneeuwde bergtoppen en weidse landschappen met gras en bomen te ontdekken. Wat een verrassing! Vlakbij Plasencia ligt een vallei die de geest van de lente belichaamt, Jerte. Deze vallei ligt verscholen tussen de besneeuwde toppen van de Gredos en de Béjar en strekt zich uit over een lengte van enkele kilometers tot aan de Tornavacas pas (1.275 m). Bovendien vormen de hellingen, beplant met meer dan anderhalf miljoen kersenbomen, in april een prachtig decor van witte bloemen. Je hoeft niet naar Japan om de kersenbloesems te zien! Net als in Cabezuela de Jerte vind je in de dorpen mooie smalle straatjes met oude huizen met houten balkons en overdekte steegjes. Ooievaars hebben hun nesten gemaakt op kerktorens, een constante in deze regio, waar bijna de helft van alle waadvogels van het land woont.
Uitzicht op de Sierra de Béjar, vanuit Jerte Philippe Bourget | cms
Een ander gebied met spectaculaire landschappen is de ‘dehesa’, in het Nationaal Park van Monfragüe. De dehesa is een uitgestrekt weidegebied dat spaarzaam beplant is met steeneiken en kurkeiken. Grote kuddes koeien, schapen en zwarte varkens grazen er vers gras, wat bijdraagt tot de kwaliteit van het vlees van Extremadura – waaronder de beroemde jamón ibérico. Net als in de naburige Portugese regio Alentejo worden de kurkeiken geëxploiteerd om kurken van te maken.
Een boerderij in het Nationaal Park van Monfragüe Philippe Bourget | cms
Wijn ontbreekt niet op het menu. Hoewel de wijn uit deze regio lang werd beschouwd als van slechte kwaliteit, is die de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Een mooi voorbeeld is het domein Pago los Balancines in Oliva de Mérida, die deel uitmaakt van de Ribera del Guadiana-appellation. De biologische rode wijn Haragan uit 2018 werd in 2023 bekroond met ‘Dubbel Goud’ op de San Francisco International Wine Competition. Het Monfragüe Park, waar de Taag door vloeit, is ook één van de Europese topbestemmingen voor vogelspotters. Je vindt er zwarte ooievaars, vale en zwarte gieren, keizerarenden… en meer dan 400 verschillende vogelsoorten. Een hotspot voor natuurliefhebbers.
De poort van Trujillo, uit de 13de eeuw, in Plasencia Philippe Bourget | cms
De steden van Extremadura hebben veel te bieden. Na de goddelijke verrassingen van Cáceres en Mérida zijn ook deze drie kleinere steden van duidelijk historisch belang. Plasencia, de toegangspoort tot de Jertevallei (zie hierboven), is de meest noordelijke van de drie. Het is de eerste stad die je bezoekt als je uit Madrid naar de regio afzakt en je wordt er meteen ondergedompeld in een overvloed aan architectuur, de erfenis van een culturele diversiteit. De Middeleeuwse stadsmuren die de oude stad omringen, herinneringen aan de Arabische alcazar, de met elkaar verbonden oude en nieuwe kathedralen, de oude Joodse wijk, paleizen en kloosters… Een wandeling dompelt je onder in het atypische verleden van Zuid-Spanje, een land met invloeden van Christenen en Moslims, de adel en geestelijken.
Versterkte woning in de hooggelegen gedeelte van Trujillo. Philippe Bourget | cms
Maar vergeet ook hier niet te genieten van de legendarische gezelligheid van Spanje. In Plasencia speelt alles zich af rond de plaza Mayor, een enorme rechthoekige agora omringd door gaanderijen waar bars en restaurants hun terrassen ontvouwen. Aan het eind van de dag kom je hier gegarandeerd tot rust met een lekkere ‘cerveza’. We houden ook erg van Trujillo. De plaza Mayor van dit kleine stadje (minder dan 9.000 inwoners) dat tussen Plasencia en Mérida in ligt, herbergt een schat aan verrassend erfgoed, het resultaat van fortuinen die uit Amerika werden meegebracht.
Philippe Bourget | cmsZicht op een kerk in het hooggelegen gedeelte van Trujillo vanop het alcazaba (kasteel)
Andalusië ligt vlakbij en een aantal adellijke inwoners van Extremadura trokken ooit per schip naar de Nieuwe Wereld. In Trujillo domineert één naam alle andere: Francisco Pizarro. De ‘ontdekker’ van Peru en stichter van Lima, de grafdelver van het Incarijk, werd geboren in Trujillo. Zijn ruiterstandbeeld staat trots op de plaza Mayor. In de boven- en benedenstad, onder het middeleeuwse kasteel, getuigen de statige huizen, vandaag privédomein verborgen achter hoge muren, van de opgebouwde rijkdom. Sommige zijn omgetoverd tot historische boetiekhotels, zoals de Posada dos Orillas, een prachtige zes eeuwen oude residentie.
In het uiterste zuiden van Extremadura houden we langer halt in Zafra. De witte gevels, de smeedijzeren poorten, de reputatie van de plaza de toros… Er bestaat geen twijfel over dat Andalusië hier vlakbij ligt! Zafra is beroemd om zijn San Miguel veemarkt, die elk jaar eind september wordt gehouden sinds… 1453. Ga zeker op wandel door de oude stad, tussen de Plaza Grande en de Plaza Chica. De twee zijn met elkaar verbonden door een gewelfde doorgang, die wordt ondersteund door authentieke stenen pilaren. Een unieke uitstraling, net als deze regio van Spanje, die het niet langer verdient om het zwarte schaap van het land te zijn.
Je vliegt vanuit Brussel naar Madrid, huurt een auto en rijdt 265 km (2u30) naar Plasencia, de eerste grote stad in het noorden van Extremadura. Je kan ook terug naar huis vliegen van Sevilla naar Brussel.
Bezoeken
Ontdek de regio met de auto, van noord naar zuid. De wegen zijn van bijzonder goede kwaliteit.