Voor wie de laatste dagen onder een steen geleefd heeft: op 19 oktober verdwenen acht Franse kroonjuwelen, met een geschatte waarde van 88 miljoen euro. Ze werden op enkele minuten tijd geroofd van onder de neus van de bewakers in de Galerie d’Apollon. Een parlementair onderzoek is nu gestart om te achterhalen hoe zo’n brutale kraak kon plaatsvinden in het beroemdste museum ter wereld.
Een beveiligingssysteem dat “niet voldoet”
Na een plaatsbezoek op dinsdag, spaarde Laurent Lafon – de voorzitter van de Cultuurcommissie in de Franse Senaat – zijn kritiek niet: “De organisatie van de beveiliging voldoet niet aan wat je vandaag de dag van een museum mag verwachten.”
De centrumpoliticus wijst op technische tekortkomingen en verouderd materiaal, vooral op het vlak van het netwerk en de videobewaking. Hij roept op tot een snellere implementatie van het masterplan voor de beveiliging – een omvangrijk project van 80 miljoen euro dat momenteel wordt uitgerold. Ter herinnering: president Macron wil met een investering van 800 miljoen euro het Louvre een grondige facelift geven, met onder andere een tweede ingang en een nieuwe ruimte voor de Mona Lisa.
Mea culpa van het Louvre
Tegenover de parlementariërs erkende Laurence des Cars, de voorzitter van het museum, verschillende tekortkomingen: “We hebben de komst van de dieven niet op tijd opgemerkt.” Ze geeft ook toe dat sommige beveiligingsposten verouderd zijn en slecht verspreid over het gebouw.
Grappig detail: La Paz is niet officieel de hoofdstad van Bolivia. Die eer gaat naar Sucre. Toch zetelt de regering, het parlement én de macht in La Paz. Voor Bolivianen is het dus de echte hoofdstad, zelfs al zeggen de schoolboeken iets anders.
De hoogste hoofdstad ter wereld
Met zijn 3.600 meter hoogte is La Paz de hoogste administratieve hoofdstad op aarde. Nieuwkomers lopen er vaak rond met rode wangen en een zwaar hoofd. Lokale remedie? Coca-bladeren kauwen. Geen cappuccino-to-go zoals in Antwerpen, maar effectief tegen de hoogteziekte.
snowscat
Kabelbanen in plaats van metro’s
La Paz heeft iets unieks: Mi Teleférico, het grootste stedelijke kabelbaannetwerk ter wereld. In plaats van te vloeken in de files zweef je boven de stad, met een uitzicht dat je Instagram-feed gegarandeerd jaloers maakt. Het voelt bijna alsof je in een pretpark woont.
De heksenmarkt
Midden in het centrum ligt de Mercado de las Brujas – de heksenmarkt. Daar koop je amuletten, kruidenmengsels en, jawel, gedroogde lamafoetussen. Volgens de traditie breng je ze als offer voor voorspoed bij nieuwbouw. Een souvenirwinkel met een vleugje magie én morbide humor.
deb-dowd
Een mix van oud en nieuw
Wat La Paz zo bijzonder maakt, is de mix: cholitas in hun kleurrijke rokken en bolhoedjes wandelen naast jongeren met AirPods en matcha-lattes. De stad leeft tegelijk in verschillende tijdperken, maar altijd met een eigen, eigenwijze flair.
Het is officieel: op 25 oktober 2025 openen de ‘Treelodges by Mont-des-Pins’ de deuren in Bomal-sur-Ourthe. Maar deze lodges zijn veel meer dan gewone boomhutten. Het zijn echte betoverde cocons in de bomen, waar elfen, het gezang van uilen en een privé-sauna vredig met elkaar samenleven!
In de vijf ecologische treelodges, gelegen op het vakantiedomein Mont-des-Pins, kunnen tot 22 personen terecht. Met een hottub, sauna of barbecue op het terras biedt elke lodge een gezellig en comfortabel verblijf tussen de bomen.
Treelodges by Mont-des-Pins
Een combinatie van ecologie, solidariteit en… ‘trollologie’?
Het project, dat bedacht werd door het strategisch team van MN Vacances, maakt deel uit van een ecologische, inclusieve en een tikkeltje magische aanpak. De legende vertelt dat de plek beschermd wordt door vijf oude trollen, die vandaag zachtaardige elfen zijn: Lignus Forest, Robin Falco, Chanterelle Moss, Basil Artemis en Kepler Cosmo. Dit is trouwens geen holle folklore: het verhaal maakt deel uit van een educatief en poëtisch project. Elke lodge draagt de stempel van zijn residentiële elf, zichtbaar in het interieur en de sfeer!
Toerisme en magie voor iedereen
Achter die fonkelende ogen schuilt een missie: vakanties toegankelijk maken voor iedereen. Dankzij de Neutrale Ziekenfondsen blijven de prijzen betaalbaar, zonder in te boeten aan kwaliteit. Bovendien stimuleert het project de lokale economie en respecteert het het milieu (warmtepompen, waterzuiveringsinstallatie, organische materialen, enz.).
Treelodges by Mont-des-Pins
En als je midden in de nacht iets hoort ritselen tussen de takken… is het misschien niet de wind. Gewoon een elf die je een goede nacht komt wensen!
Op naar de Hoge Venen dus, met een ommetje via Malmedy! Een uitstap vol mysterieuze veengebieden, diepe bossen, ambachtelijke bieren, middeleeuwse kastelen en betoverende meren. Knoop je veters stevig vast en haal diep adem… we zijn weg!
Het ‘Signal de Botrange’ en de Hoge Venen: waar België de wolken raakt
Het hoogste punt van België, het ‘Signal de Botrange’, ligt op 694 meter hoogte. Ja, meer heb je in ons land niet nodig om bijna ‘on top of the world’ te staan. Hier begint onze ontdekking van het oudste én grootste natuurreservaat van het land: de Hoge Venen.
Ik had het geluk om me in deze unieke landschappen te begeven op een mistige ochtend — je weet wel, een ochtend met van dat mysterieuze licht dat de heide een gotisch-romantisch sfeertje geeft. Struikheide, veenmoerassen, met mos begroeide bossen: alles hier voelt alsof je in een andere wereld terechtgekomen bent.
Onvermoeibare wandelaars (en vastberaden dromers) raad ik warm aan om de Venntrilogie te doen: een wandeltocht in zes etappes en een totaal van 109 km door de Oostkantons. Vorig jaar werd de route bekroond, en da’s volledig terecht: elke stap onthult een ander gezicht van de streek, van schaduwrijke valleien tot open veenplateaus en schilderachtige dorpjes.
Kasteel Reinhardstein: middeleeuwse pracht tegen een rotswand
Niet ver daar vandaan duikt het Kasteel van Reinhardstein op. Het heeft iets filmisch: vastgeklampt aan een rots boven de vallei van de Warche, lijkt het zo uit de middeleeuwen geplukt… Maar dit is geen filmdecor, het is echt — en prachtig gerestaureerd! Je ontdekt er de ridderzaal, een kapel, wandtapijten, harnassen… Kortom: de middeleeuwen, maar dan écht.
WBT – Denis Erroyaux
Van aan het meer van Robertville leidt een mooie wandeling van 7 km naar het kasteel, via de ‘Neus van Napoleon’ (nee, we verzinnen het niet!) en kronkelend langs de Warche. Wie meer uitdaging zoekt, kan kiezen voor een pittigere lus van 16,7 km vanuit Malmedy, langs snelstromende beken en steile rotswanden. Je kuiten zullen het geweten hebben, maar wat een uitzicht!
Het meer van Robertville: een vredige plek voor wie rust zoekt
Wandel je graag met je voeten bijna in het water? Dan is het meer van Robertville een aanrader voor jou. De stille wateren omgeven door diepe bossen vormen het perfecte decor voor een rustige wandeling — met je fototoestel in de hand of gewoon genietend van het uitzicht.
Robertville-les-bains
Voor wie graag de voeten (of meer) nat maakt, is er bij Robertville-les-Bains een recreatiegebied met zwem- en wateractiviteiten… een relaxte sfeer ver weg van de drukte.
Na inspanning… tijd voor een verfrissende pauze! Een wandeling in de Hoge Venen zonder te stoppen bij Belgium Peak Beer zou een gemiste kans zijn. Deze brouwerij ligt op slechts 2 km van het ‘Signal de Botrange’.
Hier is bier meer dan traditie — het is een vloeibaar eerbetoon aan de streek: Peak Blonde, Triple, Scotch, en zelfs een verrassende Peak Myrtille, die met bosbes de smaak van het woud biedt. Mijn favoriet? Die laatste, geserveerd op hun houten terras, met uitzicht op de Venen. De perfecte combinatie: vermoeide benen, en leuke sfeer en een geheven glas!
En het eten? Ook top. Ideaal om weer op krachten te komen na een wandeling die misschien iets langer duurde dan gepland.
De Vennbahn: geschiedenis, samengevat in een fietsroute
Liever op twee wielen? Spring dan op je fiets en verken de Vennbahn: een voormalige spoorlijn die omgevormd werd tot een fietspad met een lengte van 125 km. Dat loopt van Aken tot Troisvierges in Luxemburg, via Montenau en de mooiste landschappen van de Oostkantons.
Je kan de route natuurlijk ook in etappes rijden, op het ritme van oude stations, majestueuze viaducten en charmante dorpjes. Het gaat hier om meer dan fietsen: dit is een poëtische tocht door industriële geschiedenis en ongerepte natuur.
En natuurlijk mag een stop in Malmedy niet ontbreken, een charmant stadje in de heuvels. De kathedraal, levendige straatjes, gezellige terrassen… Alles nodigt uit tot kuieren.
WBT – David Samyn
Maar vergeet ook de verborgen pareltjes niet: stap binnen in het Malmundarium, gevestigd in een oud klooster, voor een meeslepende reis door lokale geschiedenis, carnaval, leerbewerking en papierkunst. Wandel langs de ‘Itinéraire de la Mémoire’, een stadswandeling met herdenkingsstenen en markante gebouwen — van de obelisk tot het huis Vinette, de ‘Halle Grétedar’ en de Calvarieberg: een boeiende en soms aangrijpende, maar altijd verrijkende tocht. En om het glas te heffen op onze uitstap (met mate, maar met veel smaak), trekken we naar de Brasserie de Bellevaux: een hopparadijs midden in het groen.
Mijn favoriete tocht? Die door het Land van de Négus (die naam maakt je nieuwsgierig, neen?). Een wilde en spectaculaire omgeving, die recht uit een Scandinavisch sprookje lijkt te komen…
Op het schiereiland Crozon, bij de ‘Pointe des Espagnols’
Dit schiereiland ten zuiden van Brest is één van de meest toeristische én fascinerende plekken van Bretagne. Aan het noordelijke uiteinde ervan biedt de ‘Pointe des Espagnols’ een adembenemend uitzicht over de ‘Rede van Brest’. Vanuit Roscanvel volg je een wandeling van zo’n 4 uur via het kustpad (de beroemde GR34), tot aan het fort op het uiterste punt. Van daaruit word je getrakteerd op een panoramisch zicht over de oceaan, de boten en de open zee… De terugweg loopt langs het Fort des Capucins, waardoor je deze wandeling met een verkwikkend zeebriesje afrondt.
Rando Pointe des Espagnols Tout commence en Finistère Colin Le Roy
Roc’h Trévézel, de ‘Mont-Blanc’ van Bretagne
De ‘Monts d’Arrée’ vormen het verborgen gezicht van Finistère. Om te wandelen in dit legendarisch gebied, volg je het parcours van ‘Roc’h an Teuz’, een tocht van ongeveer 4 uur. Nadat je het erfgoed in het dorpje La Feuillée (de Sint-Jan Baptistkerk, de Sint-Janbron…) verkend hebt, volg je het oude spoorwegtracé Plouescat-Rosporden, dat zich een weg baant door het landschap van Arrée. Eindeloze heidevelden en granieten heuvels leiden tot de 384 meter hoge Roc’h Trévézel, de ‘Everest’ van Bretagne.
Roc’h Trévézel Tout commence en Finistère. Thibault Poriel
Le Stangala, een kloof aan de poorten van Quimper
De rivier de Odet snijdt door het Bretoense granietmassief. Ze kronkelt door een beboste vallei, tussen rotsen en hellingen. Dat is het decor van deze wandelroute van zo’n 2u45, ver weg van de drukte aan de Bretoense kust. Hier voel je het kloppende hart van de diepe Finistère: vochtige velden en bospaadjes. Bruggetjes over de rivier, door water glad gesleten stenen, groene oases… Dit stukje wereld met een diepe vallei en mooie uitzichtpunten is een echte verademing in het groen.
Van Pont-Croix tot Audierne loopt een lusvormige wandelroute van elf kilometer langs beide oevers van de Goyen, een kleine rivier die uitmondt in zee. 11 km wandelen tussen jaagpad en wandelpad op de hellingen, in de ‘Cap Sizun’, op de uiterste rand van Finistère. Een pittige tocht op het ritme van de getijden, die de monding van de rivier (‘ria’ in het Frans) vullen of leegtrekken doorheen de dag. Je wandelt in een uur naar Audierne, en doet evenveel tijd over de terugweg. Een idyllische tocht in het groen.
In Châteauneuf-du-Faou, in de voetsporen van een beroemde schilder
Paul Sérusier, een vriend van Gauguin en de oprichter van de Nabis-beweging (een postimpressionistische stroming), verbleef meer dan 30 jaar in Châteauneuf-du-Faou, in het hart van Finistère. Een wandelroute van 1u30 eert zijn nagedachtenis, met informatieve schildersezels langs het parcours. Deze wandeling laat je kennismaken met het leven, de inspiratiebronnen en de sleutelmomenten van de kunstenaar. Je ontdekt onderweg het dorp, de oevers van de Aulne, en de muurschilderingen in de Sint-Julienkerk, die door Sérusier geschilderd werden in 1914. Een heerlijke culturele ontdekking!
Châteauneuf du Faou Tout commence en Finistère. Pauline Sellin
Je kan deze regio niet noemen zonder Herakles te vermelden. En zijn eerste heldendaad: het doden van de leeuw van Nemea, een beest met een onkwetsbare vacht. Volgens de legende probeerde de held het eerst met boog en knots, maar uiteindelijk wurgde hij het dier met de blote hand. Een pittige eerste opdracht… Je leert erover in het museum van Nemea.
Sparta, tussen werkelijkheid en mythe
Ah, Sparta… De ultieme krijgstad. De inwoners, die bekend stonden om hun discipline en hun replieken die harder aankomen dan een glas sterke raki, inspireerden zowel films als geschiedenislessen. Achter de legende van Leonidas en zijn 300 strijders gaat een veel complexere samenleving schuil, met ook een schaduwkant (zoals het harde militaire opvoedingssysteem) én lichtpunten (zoals de opvallende rol van vrouwen voor die tijd).
adobe
Poseidon en de landengte van Korinthe
Laatste halte: de landengte van Korinthe, waar de zeegod Poseidon zijn macht zou hebben laten gelden. In de oudheid werden deze smalle wateren beschouwd als een bijna magische plek die twee werelden scheidde. Vandaag is het een indrukwekkend kanaal waar het meer draait om drones en selfies dan gebeden. Maar de goddelijke uitstraling is in elk geval gebleven.
De schoonheid van de Beaujolais-dorpen is te danken aan de kalksteen, de ‘pierre dorée’, een honingkleurige steen die oplicht wanneer de zon zijn stralen laat schijnen. Als er één plek in Frankrijk is die uitnodigt tot een autotocht, dan is het wel dit stukje Beaujolais, op een uurtje rijden ten noorden van Lyon. Hier werd de goudgele kalksteen gebruikt om huizen, kerken, kastelen en kapellen te bouwen in de vele dorpen die uitkijken over de valleien en waken over de wijngaarden. Wijngaarden die het heuvelachtige landschap op harmonieuze wijze kleur geven.
Vaux-en-Beaujolais, het dorp van Clochemerle
Eerste stop: Vaux-en-Beaujolais. Dit typische dorp met zijn terrasvormige huizen tegen de heuvel onderscheidt zich door zijn ‘Cluniaanse’ klokkentoren en doordat het herinnert aan een roman uit 1934, Clochemerle.
Op het Place du Petit-Tertre prijkt op de muur van het toerismekantoor een muurschildering ter ere van de personages uit het boek: onderwijzer Tafardel, barones Courtebiche, apotheker Poilphard…
Salles-Arbuissonnas, een kloostergang in goudgele steen
Tweede halte: Salles-Arbuissonnas. Dit charmante dorp met een klein kloostergang-museum wordt gedomineerd door de vierkante klokkentoren van de kerk, met Lombardische invloeden. Alles is gebouwd in de bekende goudgele kalksteen, gekleurd door ijzeroxiden.
Het kerkportaal uit de 12de eeuw kan zich qua finesse meten met de kloostergang.
Ternand, Middeleeuwse vesting
Meer naar het zuiden liggen andere dorpen, het kloppend hart van het land van de gouden stenen. Boven de vallei van de Azergues torent het kleine dorp Ternand, dat bloeide in de middeleeuwen. Je vindt er enkele middeleeuwse ruïnes, kronkelende steegjes die zich rond de kerk slingeren, en prachtige huizen met kruisvensters en smeedijzeren details.
Oingt, één van de Mooiste Dorpen van Frankrijk
In Oingt tref je het neusje van de zalm! Het middeleeuwse dorp wordt gedomineerd door zijn 18 meter hoge donjon-toren en de Sint-Mattheuskerk, en is geklasseerd als één van de ‘Plus Beaux Villages de France’, de mooiste dorpen van het land.
Je verdwaalt in dit versterkte dorp in de steile straatjes en trappen, geflankeerd door gerestaureerde woningen. Elektriciteitskabels verpesten het uitzicht hier niet: kunstwinkels, restaurants en een wandelpad langs de wallen bieden prachtige vergezichten over de wijngaarden.
Theizé, wijndorp en erfgoed
In Theizé, een belangrijk wijndorp, laat de zon de hoofdgebouwen oplichten: het kasteel van Rochebonne, geflankeerd door twee torens; de oude kerk met romaanse invloeden; versterkte huizen en edele gevels…
Charnay en Châtillon, de pracht van de ‘gouden’ stenen
Dichter bij Lyon moet je zeker stoppen in Charnay en Châtillon.
Het eerste dorp, een grote nederzetting op een bergkam, kijkt uit over de valleien van de Azergues en de Saône. Op een handvol vierkante meters staan hier zij aan zij: het kasteel-stadhuis met kruisvensters en panoramische toren, een versterkt huis uit de 13de eeuw en een kerk met een opmerkelijke Toscaanse klokkentoren.
Het tweede dorp, Châtillon, ligt op een kleine heuvel rond zijn middeleeuwse kasteel. Trappen, stadsmuren, kapel, karaktervolle huizen… De spectaculaire schoonheid van de ‘gouden stenen’ komt hier in al zijn glorie tot zijn recht!
Al weken rukte het Volksleger van Vietnam snel op naar het zuiden. Het Zuid-Vietnamese leger, uitgeput en gedemoraliseerd, kon de opmars niet meer stoppen. In de nacht van 29 april werden duizenden burgers en buitenlandse diplomaten per helikopter geëvacueerd tijdens “Operation Frequent Wind”, de grootste helikopterevacuatie ooit. Bij zonsopgang op 30 april omsingelden de tanks Saigon. Enkele uren later kondigde president Dương Văn Minh de onvoorwaardelijke overgave aan.
zuyet-awarmatik
Het einde van een regime, het begin van een nieuw tijdperk
Rond het middaguur wapperde de vlag van het Nationaal Bevrijdingsfront boven het paleis. De Republiek Vietnam, zesentwintig jaar eerder opgericht, hield op te bestaan. Voor velen betekende dit bevrijding en de hoop op nationale eenheid. Voor anderen betekende het ballingschap en het verlies van hun vaderland. Honderdduizenden Vietnamese vluchtelingen waagden in de daaropvolgende maanden de overtocht op zee, het begin van het drama van de “bootvluchtelingen”.
evomao
Een blijvende erfenis
Op 2 juli 1976 werd het land officieel herenigd onder de naam Socialistische Republiek Vietnam, en kreeg Saigon de naam Hồ Chí Minh-stad. Elk jaar wordt 30 april in Vietnam gevierd als Dag van de Hereniging. Maar in de Vietnamese diaspora blijft deze dag een moment van rouw en draagt hij een andere naam: “Zwarte April”.
Nieuw-Zeeland is zonder twijfel het walhalla van de wolproductie. Met net iets meer dan 5 miljoen inwoners en bijna 25 miljoen schapen komt dat neer op bijna 1 mens per 5 schapen. Toch is het aantal herkauwers sterk gedaald: in de jaren ’80 telde het land nog zo’n 70 miljoen van deze grazende bolletjes wol!
30.000 km² nationale parken
Nieuw-Zeeland is kleiner dan Italië, maar wijdt meer dan 30% van zijn grondgebied aan natuurbescherming – waarvan ruim 10% bestaat uit nationale parken. Vulkanen, fjorden, verlaten stranden, bergen… De filmische landschappen zijn er in overvloed (je herinnert je ongetwijfeld The Lord of the Rings). In Nieuw-Zeeland heeft de natuur niet alleen alle rechten, maar neemt ze ook alle vormen aan.
felix-lam
15.000 aardbevingen per jaar
Geen paniek: de meeste zijn zo licht dat je ze niet eens voelt. Maar omdat het land op de Ring van Vuur ligt, in de Stille Oceaan, staat de grond hier zelden stil. De Nieuw-Zeelanders zijn het gewend! Je zou kunnen zeggen dat het er letterlijk vibrerend aan toe gaat.
peter-hammer
0 slangen op het eiland
Nul. Geen enkele. Door een streng biosecuritybeleid is Nieuw-Zeeland één van de weinige landen ter wereld waar geen enkele slang voorkomt. Goed nieuws voor iedereen met herpetofobie (angst voor reptielen). Ter vergelijking: buurland Australië pakt het net helemaal anders aan!
stefan-lehner
5.000 rugbyclubs
Je kent zonder twijfel de All Blacks. Maar wist je dat er in totaal meer dan 5.000 rugbyclubs zijn in het land? Een indrukwekkend aantal in verhouding tot de bevolking! Je zou bijna denken dat je er leert tackelen vóór je leert stappen.
Kroatië is altijd al een grensgebied geweest. Als erfgenaam van een onafhankelijk middeleeuws koninkrijk kwam het eerst onder de Hongaarse kroon, daarna onder toezicht van de Habsburgers (de dynastie die regeerde over Oostenrijk en Hongarije). Elke regio draagt de sporen van veeleisende buren: Dalmatië (aan de Adriatische kust) sprak vier eeuwen lang Venetiaans; het binnenland stond onder druk van het Ottomaanse Rijk (tot het Verdrag van Karlowitz in 1699); en in Slavonië en het Donaugebied (in het noordoosten, vandaag grenzend aan Servië) zie je nog steeds de Oostenrijks-Hongaarse invloeden.
Uit die mix ontstond een complexe identiteit: Slavisch van oorsprong, Latijns aan de kust, Centraal-Europees in de vlaktes, en diep katholiek (de Kroaten waren één van de eerste Slavische volkeren die in de 7de eeuw werden gekerstend).
De 20ste eeuw dan: in 1918 sloot Kroatië zich aan bij het koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen, dat in 1929 de naam Joegoslavië kreeg. Na de Tweede Wereldoorlog werd het een federale republiek binnen het socialistische Joegoslavië van Tito. Na de dood van de maarschalk (in 1980) en de val van het communistische blok, laaiden de spanningen opnieuw op.
jonathan-smith
De nationale heropleving
In het voorjaar van 1990 waait er een nieuwe wind: voor het eerst vinden er vrije verkiezingen plaats. De partij van Franjo Tuđman, de Kroatische Democratische Unie, behaalt een ruime overwinning. Gesterkt door deze beweging eist de bevolking meer autonomie, en uiteindelijk de afscheiding. Maar in Belgrado verzet de Servische leider Slobodan Milošević zich fel tegen elke splitsing van de federatie – hij droomt van een gecentraliseerd Groot-Joegoslavië onder Servische dominantie.
mike-swigunski
Op 19 mei 1991 laat het Kroatische volk van zich horen. Tijdens een referendum stemt meer dan 94% van de kiezers voor de onafhankelijkheid, ofwel voor een Joegoslavië hervormd tot een confederatie van soevereine staten (zoals Kroatië en Slovenië dat wensten). Het brutale verwerpen van dit voorstel door Belgrado maakt de onafhankelijkheid onvermijdelijk.
25 juni 1991: de beslissende dag
In Zagreb, in een parlement vol gespannen verwachting, wordt de verklaring voorgelezen: Kroatië is voortaan een onafhankelijke staat. Op straat is de ontroering voelbaar. In Ljubljana roept Slovenië op diezelfde dag zijn onafhankelijkheid uit. Joegoslavië wankelt.
annie-spratt
Maar Belgrado weigert de breuk te erkennen. Om de “integriteit van de federale staat te beschermen” en de Servische minderheid in Kroatië te verdedigen, grijpt het Joegoslavisch leger in. Al snel volgen de eerste gevechten: het Nationaal Park van de Plitvicemeren wordt het toneel van de eerste slachtoffers. In Borovo Selo kondigen schietpartijen een escalatie aan. Tegelijkertijd wordt een ‘Servische Republiek Krajina’ uitgeroepen, die met geweld aan Joegoslavië wordt toegevoegd.
De prijs van vrijheid
Van 1991 tot 1995 is Kroatië in oorlog. Dubrovnik wordt gebombardeerd, Vukovar belegerd en na drie maanden heldhaftig verzet volledig verwoest. Ook de plattelandsgebieden van Slavonië worden verwoest. Het land leeft op het ritme van luchtalarmen en vluchtelingenkonvooien.
Geleidelijk aan wordt een nieuw Kroatisch leger opgebouwd. In 1995 veranderen twee grote militaire operaties het verloop van het conflict: Operatie Bliksem, die West-Slavonië (de noordelijke regio) bevrijdt, en vooral Operatie Storm, waarmee de Krajina (in het centrum van het land) wordt heroverd. Deze overwinningen herstellen grotendeels het nationale grondgebied, maar leiden ook tot de uittocht van bijna 120.000 Servische burgers naar Servië en Bosnië-Herzegovina.
De laatste bezette regio, Oost-Slavonië (grenzend aan Servië), wordt in 1998 vreedzaam teruggegeven aan Kroatië, dankzij een missie van de Verenigde Naties.
Kroatië vandaag
De internationale gemeenschap erkent Kroatië officieel op 15 januari 1992. Maar pas na de bloedige oorlog weet het land zijn onafhankelijkheid te consolideren. Na de dood van Franjo Tuđman in 1999 luidt zijn opvolger Stjepan Mesić een nieuw tijdperk in: vervolging van oorlogsmisdadigers, democratische hervormingen, en openheid naar Europa. In 2009 treedt Kroatië toe tot de NAVO. In 2013 wordt het lid van de Europese Unie, als 28ste lidstaat.
Vandaag weerklinkt elke 25 juni de herinnering aan die dag in 1991: de dag waarop, in Zagreb, een klein Balkanstaatje eindelijk zijn recht op vrijheid opeiste.