Met een treintje of met de auto beleef je een ware Afrikaanse safari met giraffen, zebra’s, neushoorns en vele andere diersoorten in een natuurlijke omgeving, ontworpen om de dieren in semi-vrijheid te laten rondlopen!
Monde Sauvage Safari Parc
Maar ook een parcours te voet…
Er zijn ook aangename wandelpaden tussen de bomen om te voet ons prachtige groene landschap te ontdekken. Ontmoet onze geweldige familie chimpansees en orang-oetans. Je kan er ook de vreemde beermarter zien of de eeuwenoude Aldabra-reuzenschildpadden observeren, en niet te vergeten de fretkat of ons koppel amoerpanters!
Pascale Jones Photography
En nog veel meer om te ontdekken!
Mis ook onze educatieve voorstellingen over papegaaien en zeeleeuwen niet, de hoogtepunten van je dag in het park.
Liefhebbers van natuur en spelen in open lucht kunnen dan weer hun hart ophalen bij Fraxinus Aventure, ons touwparcours door de bomen, dat volledig beveiligd is met netten.
Monde Sauvage Safari Parc
Wacht niet langer, breng ons een bezoek en beleef een onvergetelijke dag!
Sinds 3 april zijn er weer cruises op het Canal du Centre. Die kans wilde ik niet laten liggen en dus besloot ik om er een dag met mijn twee tieners door te brengen en de prachtige honderd jaar oude scheepsliften op het kanaal te gaan ontdekken. Voor wie de geschiedenis van deze belangrijke waterweg niet kent: het kanaal werd in 1917 geopend en verbond aanvankelijk het kanaal Brussel-Charleroi ter hoogte van Seneffe met het oude kanaal Bergen-Condé, dat nu gedempt is. Het historische Canal du Centre werd aangelegd om de bekkens van de Maas en de Schelde met elkaar te verbinden en zo het transport van goederen tussen het noorden en het zuiden van het land te vergemakkelijken. Vandaag de dag is het enkel nog in gebruik voor het riviertoerisme.
Maison du Centre
IJzeren kathedralen
Net als ik zal je niet anders kunnen dan vol bewondering zijn voor de vier scheepsliften op het Canal du Centre. Ze werden aan het einde van de 19de eeuw gebouwd en staan alle vier op de Unesco Werelderfgoedlijst. Ik was vooral onder de indruk van hun werking, waarbij enkel en alleen gebruikgemaakt wordt van waterkracht, maar ook van hun lange levensduur. Ze zijn meer dan honderd jaar oud, maar staan er nog steeds en werken ook nog altijd. Alle vier zijn ze een kostbare getuige van de industriële revolutie van ons land. Het verbaasde mijn kinderen toen ik hen uitlegde dat België ooit de op één na grootste industriële macht ter wereld was, na Engeland.
We gaan aan boord!
Voordat we erheen gingen, heb ik onze reis geboekt op de website van het Canal du Centre. Als je praktische vragen hebt kan je ook bellen naar 078 05 90 59. Plaats van afspraak voor het vertrek was de kabelbaan van Strépy-Thieu. Daar gingen we aan boord van één van de kleine binnenvaartschepen die speciaal voor deze excursies gemaakt werden. Dit is volgens mij de beste manier om de schilderachtige charme te ontdekken van dit historische kanaal, dat vandaag de dag lijkt te slapen ondanks dat het decennialang miljoenen tonnen kolen en metalen heeft zien passeren. Wat ik niet wist, is dat dit de enige liften ter wereld zijn die nog in hun oorspronkelijke staat verkeren en uitsluitend door waterkracht worden aangedreven!
Maison du Centre
Eens onderweg op het rustige water, passeerden we lift nr. 4 op weg naar lift nr. 3. Aan de voet daarvan werden we uitgenodigd om de indrukwekkende machinekamer te bezoeken. De perfecte manier om beter begrijpen hoe deze metalen reuzen functioneren en je komt er meer te weten over de geheimen rond hoe ze gebouwd werden in een tijd waarin ons Koninkrijk het voortouw nam op technologisch vlak! Na dit fascinerende bezoek gingen we aan boord van een charmant treintje dat ons via het spoor langs het kanaal terugbracht naar de lift van Strépy-Thieu. Het was een onvergetelijk bezoek, zowel voor mij als geschiedenisliefhebber als voor mijn twee zonen, die een belangrijk stuk geschiedenis van ons land ontdekten.
Goed om te weten: er zijn minimaal 20 deelnemers nodig om de boottochten te laten doorgaan. Wordt dit aantal niet gehaald, dan neemt de sales-afdeling van het Canal du Centre contact met je op om een ander tijdstip te kiezen. De cruises zijn mogelijk tot en met 3 november, van woensdag tot en met zondag, met telkens een afvaart om 10u en een tweede om 14u.
Aarzel voor alle bijkomende info niet om contact op te nemen met het ‘Maison du Tourisme’ van het Canal du Centre.
Dit hotel, genesteld in het hart van Maredsous, bevindt zich in een van de oudste gebouwen in het landelijke dorp Maredret. Het is enorm charmant in deze unieke omgeving. Het hotel biedt suites met thema’s, de een nog specialer dan de andere.
Deze keer strijken we neer in “Au temps du Roi Soleil”, want ik wil soms gewoon eens een prinses zijn. Ik vond er alles mooi: het behangpapier in roze en gouden kleuren, het hemelbed, de fauteuils. Een prinselijk ontbijt op bed was een goede start van de dag: we hadden het ontbijt « du Meunier » geboekt: gebak, warme broodjes, vruchtensappen, fruit, yoghurt, jam, vleeswaren…
River Lodge
Vervolgens haalden we een frisse neus om een beetje energie op te doen. Snel de douche in en op pad met fietsen die we hadden geboekt bij het hotel. We doorkruisten de omgeving en bereikten de abdij van Maredsous die er vlak naast ligt. Dit juweel van de Molignée-vallei is een must-see. Ik heb genoten van een bezoek aan de abdij en de toegang tot het privélandgoed van de monniken: hun begraafplaats en tuin waren mijn favorieten.
River Lodge
De landschappen van Maredsous zijn betoverend mooi om door te fietsen: de omgeving is groen en de bloeiende natuur is zo fraai. De RAVeL is gemakkelijk bereikbaar vanaf het hotel en voert je door weilanden, bossen en diepe valleien. Na de abdij van Maredsous te zijn gepasseerd, reden we naar de ruïnes van het versterkte kasteel van Montaigle.
River Lodge
De landschappen van Maredsous zijn betoverend mooi om door te fietsen: de omgeving is groen en de bloeiende natuur is zo fraai. De RAVeL is gemakkelijk bereikbaar vanaf het hotel en voert je door weilanden, bossen en diepe valleien. Na de abdij van Maredsous te zijn gepasseerd, reden we naar de ruïnes van het versterkte kasteel van Montaigle.
Dit dorp in de Val de Seine, op anderhalf uur rijden ten noordwesten van Parijs, werd beroemd door de schilder Claude Monet, de ‘uitvinder’ van het impressionisme. Monet, die er van 1883 tot zijn dood in 1926 woonde, introduceerde de kunststroming in 1873 met het doek ‘Impression, soleil levant’, dat nu te zien is in het Musée Marmottan (Parijs). Met zijn subtiele penseelstreken zou het de aanzet geven tot het impressionisme. Deze beweging riep op tot een nieuwe manier om landschappen te schilderen, met het gebruik van evocatie (‘impressie’) eerder dan realisme, een radicaal contrast met eerdere academische stromingen.
We beginnen met een bezoek aan het huis en de tuinen van de schilder, aan het einde van de meer dan 7 kilometer lange straat die het dorp vormt. Na de Mont-Saint-Michel is dit de meest bezochte plek van Normandië. Het in de jaren 1970 gerestaureerde, met roze crépi bezette huis weerspiegelt het privéleven van de schilder en zijn artistieke wereld. Een leeskamer, atelier (met reproducties van zijn schilderijen), keuken, eetkamer, privévertrekken… De ruimtes lijken nog steeds te bruisen van zijn aanwezigheid. De tuinen zijn de kroon op het werk. Als schilder-tuinman perfectioneerde Monet de moestuin en appelboomgaard rond het huis en plantte hij kersenbomen, Japanse abrikozenbomen, tulpen, narcissen, pioenen, irissen… In alle seizoenen, maar vooral in de lente, zijn ze een visueel en geurig genot.
Tuinen van Monet – waterlelievijvers Aurelien Papa
De watertuin, één van de hoogtepunten van de site, is volledig door de schilder aangelegd. Zijn fascinatie voor water leidde ertoe dat hij deze vijver creëerde en er een Japanse brug over liet bouwen, groen geschilderd en omringd door oosterse planten (bamboe, ginko biloba, enz.). Hij plantte er ook de waterlelies die wereldwijd bekend zouden worden dankzij zijn bloemschilderijen die in de grootste musea ter wereld te vinden zijn.
De schilderijen van Monet zijn nog tot 30 juni 2024 te bewonderen in het ‘Musée des Impressionnismes’. Na een wandeling door het dorp en het bewonderen van de mooie burgerhuizen is een bezoek aan dit museum een must. Ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van het ontstaan van het impressionisme vind je hier de tentoonstelling ‘Impressionisme et la Mer’, een selectie van 80 werken van de grootste impressionistische schilders. Naast de werken van Claude Monet kan je hier ook uitzonderlijke doeken bewonderen van Eugène Boudin, Pissarro, Corot, Renoir, Courbet, Guillaumin, Jongkind en anderen. De tentoonstelling is thematisch ingedeeld (kliffen, havens, eb, stormen, enz.) en toont de illustere ‘Marée basse aux Petites Dalles’ van Monet, met de krijtrotsen die glinsteren in de zomerzon.
Tuinen van Monet Aurelien Papa
Het domein van ‘Champ de Bataille’, het paleis van Jacques Garcia
Veldslagen, die heeft de gevierde interieurontwerper en architect Jacques Garcia genoeg geleverd in zijn uitzonderlijke carrière die nog niet ten einde is. Op 76-jarige leeftijd heeft de man die zoveel plaatsen op elk continent heeft aangekleed (paleizen, residenties van rijke particulieren en hotels, waaronder Le Mayfair in Brussel) zijn grote persoonlijke project verwezenlijkt in Normandië: Champ de Bataille. Dit klassieke plattelandskasteel op 50 kilometer ten zuiden van Rouen was slechts een schim van zijn vroegere zelf. Een pijnlijke vaststelling voor een residentie ontworpen werd door Louis Le Vau, de eerste grote architect van het Paleis van Versailles van Lodewijk XIV, en tuinen ontworpen door Le Nôtre, de absolute referentie voor parken in Franse stijl.
De decorateur kocht Champ de Bataille in 1992 en restaureerde het in de loop der jaren zorgvuldig tot een prachtig ‘Grand Siècle’-paleis, zowel vanwege de overvloed aan meubels en kunstvoorwerpen die de kamers vullen als vanwege de uitmuntende tuinarchitectuur. In het kasteel, waarvan een privégedeelte bewoond wordt door Jacques Garcia, zal je overweldigd worden door de overdaad aan details, zoals bijvoorbeeld de ongelooflijke verzameling dieren in de dierengalerij, met honderden exemplaren, van opgezette olifanten tot vlinders, insecten en vissen. Maar ook door de schittering van de keukens en hun overvloed aan koperwerk, de gewelfde bakstenen kelder, het adembenemende meubilair in de salons op de bovenverdieping, de bibliotheek barstensvol kunstwerken en literatuur en de charme van de salons in de serres waar de decorateur zich graag ontspant…
Buiten stralen de immense tuinen in Franse stijl perfectie uit. Met haagbeuken, strak gesnoeide taxusbomen, vijvers, waterpartijen en vormsnoeibomen belichamen ze de symmetrische sierlijkheid die kenmerkend is voor Franse tuinen. Wandel over de brede centrale laan naar de ‘Marches’, in de richting van de waterval en het ‘grand canal’, en geniet van het mooiste uitzicht op het kasteel.
De Brits-Indische tuinen en hun Moghol-paviljoen stralen een Aziatisch exotisme uit dat de inspiratiebronnen onthult van Jacques Garcia, die een passie heeft voor het Oosten. Terwijl het paviljoen enkel toegankelijk is tijdens privé-evenementen of tijdens de Open Monumentendagen in september, zijn de Brits-Indische tuinen open voor het publiek. Je vindt et de ‘Vallée aux Fleurs’ met meer dan 900 verschillende planten, Waarvan verwacht wordt dat ze in 2025 volgroeid zullen zijn.
Op het Domaine du Champ de Bataille vind je ook een café-restaurant en acht chambres d’hôtes, een luxueuze manier om een duik te nemen in de bijzondere wereld van Jacques Garcia.
Harcourt, een dubbel kasteel en het oudste arboretum van Frankrijk
Een ander kasteel dat zeker een bezoek waard is, is Harcourt. Dit departementale domein, gelegen tussen de steden Elbeuf en Bernay, vind je op amper 7 kilometer van Champ de Bataille. Het vertelt een dubbel verhaal: dat van een middeleeuws kasteel dat in de 17de eeuw werd omgetoverd tot een residentieel paleis en een parktuin met wat wordt beschouwd als het oudste arboretum van Frankrijk.
Het kasteel ademt meer dan 1000 jaar geschiedenis en vertelt de saga van een lokale heerschappij, die van de familie d’Harcourt. De middeleeuwse militaire invloed wordt geïllustreerd door de vestingmuren, grachten, ovale vestingen en het gewelfde kasteel dat twee dubbele torens verbindt en dateert uit het einde van de 11de eeuw. In de 15de eeuw werd het kasteel de zetel van justitie voor het lokale graafschap. Daarnaast ligt het kasteel, ook van middeleeuwse oorsprong maar in de 17de eeuw grondig verbouwd tot buitenverblijf. Open haarden, parketvloeren en comfortabele woonvertrekken getuigen van deze overstap naar recreatief gebruik. Het kasteel wordt op dit moment gerenoveerd en zal pas in 2027 volledig in zijn oude glorie hersteld zijn. In afwachting kan je er wel omheen wandelen en de binnenplaats betreden.
Arboretum van Harcourt Aurelien Papa
De andere grote trekpleister van Harcourt is het arboretum. De eerste bomen die werden geplant op het terrein van het kasteel dateren uit het begin van de 19de eeuw, toen de Parijse eigenaar bosbouwer werd. Hij introduceerde verschillende soorten naaldbomen, waaronder veel dennen. In 1828 werd het park overgenomen door de ‘Académie d’Agriculture de France’ en omgevormd tot een arboretum, een functie die sindsdien onveranderd is gebleven. Als gevolg hiervan vind je in het park een aantal zeldzame en oude soorten, niet alleen geïmporteerd vanuit heel Europa maar ook uit Noord-Amerika en Azië. Het arboretum is sinds 1967 geopend voor het publiek en is een echt plantaardig museum. Op het 11 hectaren grote domein staan bijna 3.000 bomen en struiken van 500 verschillende soorten (Libanese ceders, sparren, lariksen, tulpenbomen, beuken, enz.) Sommige zijn tussen de 150 en 200 jaar oud. Andere, zoals een aantal sequoia’s, zijn meer dan 40 meter hoog.
Harcourt is ook een plek voor onderzoek. Het landgoed herbergt een kweekarboretum, waar soorten worden bestudeerd om te kijken of ze geschikt zijn voor herbebossing van Franse bossen. Met het kasteel, het arboretum en de schaduwrijke wandelpaden is Harcourt zeker een bezoek van 2-3 uur waard, vooral in de lente wanneer de planten ontwaken.
Le Bec Hellouin Aurelien Papa
Op het ritme van het Normandische platteland…
Je kan niet naar Normandië gaan zonder te verdwalen op de schilderachtige weggetjes van het platteland. In de lente verandert de Eure in ware poëzie. Bloeiende appelbomen, vakwerkhuizen met rieten daken, koeien en paarden, fiets- en wandelpaden, glinsterende rivieren… Naast de musea en kastelen is dit Normandische departement een oase voor ‘slow tourism’ en bezinning.
Le Bec Hellouin Jeremy Janin
Als je op zoek bent naar ‘impressionisme’, dan ben je hier aan het juiste adres. Je wordt op het platteland van de Eure getrakteerd op een aantal routes in het groen. De routes ‘des fruits’ en ‘des chaumières’, langs de linkeroever van de lussen die de Seine er maakt, bieden een prachtig overzicht van Normandische landschappen. Van Marais Vernier tot aan de rand van Rouen brengen deze twee routes je van boomgaarden naar ‘longères’ (Normandische boerderijen) en van markten naar gastronomische hoogstandjes. In april en mei staan de aardbeistruiken en pruimen-, peren-, kersen- en appelbomen in bloei, om vervolgens het fruit te dragen dat uiteindelijk in de marktkraampjes zal belanden.
Landschappen van de Eure Aurelien Papa
Als je tijd tekort komt om deze routes te volgen, zijn er ook kortere etappes die een goede samenvatting bieden. Dat is het geval voor de paar kilometer tussen Brionne en het dorp Bec Hellouin. Langs de stroom de Bec volgen groene weiden, huisjes met rieten daken en kleine fruitgaarden elkaar in harmonie op. Aan het einde van de weg kom je aan in Le Bec-Hellouin, dat op de lijst staat van ‘Les Plus beaux Villages de France’, de mooiste dorpen van Frankrijk. De indrukwekkende witte torenspits van de abdij domineert de groene vallei, samen met knappe vakwerkhuizen waarvan er enkele zijn omgetoverd tot cafés en winkels.
Hou tijdens je tocht door het platteland zeker ook halt in Bernay, een ‘Ville d’Art et d’Histoire’, of in Le Neubourg. Deze stad organiseert elke woensdag een markt, één van de grootste in het departement Eure en de belichaming van het landelijke Normandië. Op het plein, tussen de 15de-eeuwse kerk (bijgenaamd de ‘cathédrale des champs’ of kathedraal van de velden) en de restanten van het kasteel, vind je plaatselijke specialiteiten (worsten, enz.) en hoeveproducten (gevogelte, verse producten, enz.). Het dorp Harcourt, vlakbij het gelijknamige kasteel (zie hierboven) is zeker ook een bezoek waard. Charmante Normandische vakwerkhuizen en een voormalige middeleeuwse markthal op de Place du Général Chrétien, die nu het gemeentehuis is, staan aan de voet van de Saint-Ouen kerk. Onder de (spitse) klokkentoren vind je een ‘salle de charité’ en 19de-eeuwse glas-in-loodramen. Een mooi voorbeeld van het ‘klein erfgoed’ van Normandië in een departement dat een escapade van twee of drie dagen vanuit Parijs meer dan waard is.
– Musée des Impressionnismes, in Giverny. Expo’s: ‘L’impressionnisme et la Mer’, tot 30 juni; ‘Hiramatsu Reiji. Symphonie des Nymphéas’, van 12 juli tot 3 november. mdig.fr
Het kasteel, dat boven de stad Namen prijkt, is een plek die ik heel erg apprecieer. Ik was dolblij toen ik het in de lente ontdekte. Het was een droom die uitkwam om de prille ochtendzon te zien door het raam van ‘mijn’ kasteel! Maar een prinses reist niet alleen, dus natuurlijk vroeg ik mijn vriend om met me mee te gaan. Onze kamer was ruim en bood vooral ook een adembenemend uitzicht op de Maas en de rozentuin van het hotel. Groen en een streepje blauw: een charmant tafereel.
Zonder ook maar een seconde te verliezen, gingen we de elektrische fietsen ophalen die we gereserveerd hadden in de ‘Félicien Rops’-jeugdherberg. Het is zo leuk om te fietsen zonder moe te worden. We besloten om enkele kilometers de ‘Les Trois RAVeL’-route te volgen, een thematocht die je kan downloaden via www.namurtourisme.be. Het leidde ons naar de Citadel, de samenvloeiing van de Samber en de Maas en het Waalse Parlement. Heel leuk! Vooral omdat we fietssloten mee hadden gekregen, waardoor we de fietsen ook konden achterlaten wanneer we maar wilden om de omgeving verder te verkennen. We hebben ook wat geshopt: het centrum barst van de mooie boetiekjes. Van mijn vriend kreeg ik een zachte trui en een paar te gekke oorringen.
.
Château de Namur
Het kasteel, dat boven de stad Namen prijkt, is een plek die ik heel erg apprecieer. Ik was dolblij toen ik het in de lente ontdekte. Het was een droom die uitkwam om de prille ochtendzon te zien door het raam van ‘mijn’ kasteel! Maar een prinses reist niet alleen, dus natuurlijk vroeg ik mijn vriend om met me mee te gaan. Onze kamer was ruim en bood vooral ook een adembenemend uitzicht op de Maas en de rozentuin van het hotel. Groen en een streepje blauw: een charmant tafereel.
Zonder ook maar een seconde te verliezen, gingen we de elektrische fietsen ophalen die we gereserveerd hadden in de ‘Félicien Rops’-jeugdherberg. Het is zo leuk om te fietsen zonder moe te worden. We besloten om enkele kilometers de ‘Les Trois RAVeL’-route te volgen, een thematocht die je kan downloaden via www.namurtourisme.be. Het leidde ons naar de Citadel, de samenvloeiing van de Samber en de Maas en het Waalse Parlement. Heel leuk! Vooral omdat we fietssloten mee hadden gekregen, waardoor we de fietsen ook konden achterlaten wanneer we maar wilden om de omgeving verder te verkennen. We hebben ook wat geshopt: het centrum barst van de mooie boetiekjes. Van mijn vriend kreeg ik een zachte trui en een paar te gekke oorringen.
Centraal België gelegen en op een boogscheut rijden rijden van Brussel: Waals-Brabant is de ideale bestemming als je op zoek bent naar cultuur, ontspanning en recreatie. Dit zijn de vijf niet te missen sites in de provincie die je een even verrijkende als verbazingwekkende en zelfs compleet aparte ervaring zullen bieden.
Het Domein van de Slag van Waterloo 1815
MTBW
In juni 1815 veranderde de Slag bij Waterloo het lot van de naties van een het hele continent. Een stuk Europese geschiedenis dat vandaag geconcentreerd is op één locatie, waar je de beroemde heuvel met de Leeuw van Waterloo, het Museum van het Memoriaal, het Panorama en de Ferme d’Hougoumont vindt. Op de site vind je talrijke elementen die getuigen van de veldslag en die een cruciale rol speelden in het verloop van de gevechten. Het museum beschikt over een permanente tentoonstelling die de gebeurtenissen van de slag weergeeft aan de hand van objecten, maquettes, video’s en interactieve reconstructies. Het geeft je als bezoeker een mooi overzicht van de historische context en de inzet van deze beslissende slag. Het ‘Laatste Hoofdkwartier van Napoleon’, het Wellington Museum en de Ferme de Mont-Saint-Jean zijn op enkele kilometers afstand van elkaar te vinden en maken de ervaring compleet.
De abdij van Villers-la-Ville
MTBW
De Abdij van Villers-la-Ville is een bijzondere plek waar de tijd stil lijkt te staan, een plek waar meer dan 900 jaar geschiedenis geconcentreerd wordt en die op de lijst staat van ‘Patrimoine exceptionnel de Wallonie’ (Uitzonderlijk Erfgoed van Wallonië). Het is een betoverende plek die je kan bezoeken aan de hand van de QR-codes op panelen om op die manier meer te weten te komen over de geschiedenis en het dagelijkse leven van de monniken. Er zijn ook vijf tuinen in verschillende stijlen, een microbrouwerij, een bistro waar je ter plaatse bereide gerechten kan bestellen en een wijngaard die in de jaren 1990 werd gerestaureerd en nu bestaat uit een vlakte en vier op het zuiden gerichte terrassen. En dat allemaal op een omheind terrein omgeven door eeuwenoude stenen muren.
Fondation Folon
MTBW
In de jaren 1990, toen hij internationaal bekend werd, wilde de kunstenaar Jean-Michel Folon een Stichting in het leven roepen om de werken die hij bewaarde op één plek samen te brengen. Het ‘Domaine régionale Solvay’ leek de ideale plek om dat te doen en in 2000 werd de Fondation Folon opgericht op de boerderij van het Château de La Hulpe. Vandaag ontdek je hier de vele facetten van de kunst van Folon, aan de hand van dan 500 werken waaronder aquarellen, zeefdrukken, gravures, posters, ‘verdraaide objecten’, glas-in-loodramen en beeldhouwwerken. Haal nog meer uit je bezoek aan het museum door een wandeling te maken over het Solvay-domein, omgeven door vijvers en thuishaven van een opmerkelijke flora en fauna.
MTBW
Oorspronkelijk maakte dit uitgestrekte domein integraal deel uit van het Zoniënwoud. In 1833 besloot markies Maximilien de Béthune om een park aan te leggen in het 341 hectare grote bos dat hij net had gekocht en gekapt. Hij bouwde drie wachtershuizen, twee boerderijen en een kasteel naar het voorbeeld van de kastelen aan de Loire. Nadat Ernest Solvay het landgoed kocht als zomerverblijf, liet de industrieel het na aan zijn zonen, die het grondig verbouwden tot de huidige vorm. Zijn kleinzoon besloot later om het aan de Belgische staat te schenken, op voorwaarde dat het intact zou blijven en er culturele evenementen en bijeenkomsten gehouden zouden worden. Vandaag heeft het grote publiek toegang tot niet minder dan 227 hectare. Het domein wordt beschouwd als één van de mooiste plekken van België om te wandelen!
De Sint-Gertrudiskerk
MTBW
Als eerste grootschalige universitaire museum van België brengt ‘Musée L‘ in Louvain-la-Neuve 1.500 van de 20.000 werken in zijn collectie samen. Als bezoeker kan je de 3.830 m² grote voor het publiek toegankelijke ruimte, verspreid over zes verdiepingen, verkennen en er collecties uit alle continenten ontdekken, van de prehistorie tot de 20e eeuw. Het is een ongewoon museum, en dus moet je niet verbaasd zijn om een Boeddha naast een Christusbeeld uit de Middeleeuwen te zien, of oude geschriften naast rekenmachines… Het museum wil een plek van interactie en leven zijn, gewijd aan emotie en verkenning, die breekt met een bekrompen visie op de werkelijkheid. Veel van de tentoongestelde werken kan je vast nemen, aanraken of er zelfs mee spelen!
Dit jaar heeft de natuur zijn tijd genomen. De bloei van de beroemde sakura, de Japanse kersenbomen, symbolen van vernieuwing en vergankelijke schoonheid, valt laat. In de parken en rond het keizerlijk paleis kunnen voorbijgangers genieten van een betoverend schouwspel van takken vol roze en witte bloemblaadjes, die een zeldzaam poëtisch beeld schetsen! Prachtig…
Een eeuwenoude traditie
De fascinatie voor de kersenbloesem, of ‘hanami‘, is diep geworteld in de Japanse cultuur. Michitaka Saito, 68, getuigt bij Belga over dit speciale moment: “Kersenbloesems zijn zo symbolisch, ze maken alles om je heen vrolijk en mooi”. Voor hem en ook voor vele anderen, staat deze periode gelijk aan een nieuw begin, dat samenvalt met de start van het schooljaar en het fiscale jaar in Japan.
Het klimaat, een onvoorspelbare factor
Het Japans meteorologisch instituut wijst op een paradox: terwijl de bloei dit jaar werd vertraagd werd door frisse temperaturen, wijst het ook op de invloed van klimaatverandering, die de de start van de bloei over het algemeen vervroegt.
Economische en toeristische impact!
De ‘Hanami’ is niet alleen een lust voor het oog, het is ook een krachtige economische motor. Volgens Katsuhiro Miyamoto, professor aan de Universiteit van Kansai, kan de economische impact van dit seizoen oplopen tot 1.100 miljard yen, een duidelijke stijging ten opzichte van het vorige jaar!
Ik was het wat beu dat mijn Jules altijd zei dat ik niets van wijn wist. Maar anderzijds moet ik ook toegeven dat hij niet helemaal ongelijk heeft… En als hij echt eerlijk is, geeft hij toe dat ook hij geen echte expert is op dat vlak. En dus stelde ik een wijnweekend voor. En als we dan toch bezig zouden zijn met genieten, stelde ik ook voor enkele ‘châteaux’ te ontdekken! Zijn ogen fonkelden meteen. En omdat de Belgische wijn in de lift zit, hoefden we niet ver te gaan: we trokken naar de streek ten zuiden van Namen, naar de Maasvallei. Kers op de taart: de lokale wijngaarden zijn vaak te vinden in de buurt van prachtige kastelen, zodat je van een glas kan genieten tussen historische stenen met een rijke geschiedenis.
Domaine de Ronchinne
Een overnachting in het kasteel
We zetten onze valiezen neer in het Domaine de Ronchinne, in Maillen. Dit hotel is gevestigd in een kasteel omringd door een prachtig park. De kamers variëren van klassiek tot apart: een boomhut, een futuristische kubus in het park, een cowboycaravan, een hut, of zelfs een overnachting onder een zeil met zicht op de sterrenhemel! Mijn vriend is eerder een koukleum, dus kozen we voor een echte slaapkamer. Niet in het kasteel, wel in de stallen: een warme accommodatie met houten panelen. We namen wel een aperitief in het kasteel: een chique sfeer, met hoge plafonds en houten vloeren die kraken. In het restaurant vind je geen à la carte menu, wel een gastronomisch buffet. En lokale wijn, van de wijngaarden van Domaine du Ry d’Argent, in Bovesse. Leuk om weten: de wijnstokken van dit domein staan op het domein van het hotel.
Nicolas Meinguet-www.nicolasmeinguet.com
Degustatie op het Domaine du Chenoy
Zaterdagochtend was het tijd voor wat educatie. We trokken naar het Domaine du Chenoy, ten noorden van Namen, om alles te leren over Belgische wijn. Het avontuur begint met een wandeling door de wijngaard, waar de gepassioneerde wijnbouwers uitleg geven over de cyclus van de wijnstok en de zorg die nodig is om kwalitatieve druiven te kunnen oogsten. Daarna volgt een bezoek de wijnkelders, waar het eigenlijke wijnmaken plaatsvindt. We leren hoe druivensap wordt omgezet in wijn (biologisch, in dit geval!) en hoe je het eindresultaat op de juiste manier bewaart. Heel leerzaam. Vervolgens is het tijd voor de proeverij, in een gewelfde kelder uit de 12de eeuw. Hier proef je een selectie van 3 verschillende cuvés die op het domein worden geproduceerd. Ik liet me meeslepen in een wereld van aroma’s en smaken. De gids helpt me te begrijpen wat ik proef. Neem het van mij aan: hierna zal je een fles wijn met veel meer aandacht bekijken en proeven…
A. Petit
Een sprookjeskasteel
In de namiddag bezochten we het Château de Vêves in Celles, op 10 minuten rijden van Dinant. Dit middeleeuwse fort, dat tijdens de Renaissance werd verbouwd, ligt op een rotspunt en overschouwt de omgeving. Een echt sprookjeskasteel, met torens die naar de hemel wijzen. In de salons, versierd met antieke meubels en weelderige houten lambriseringen, waande ik me even Doornroosje… Mijn prins was daarentegen eerder geïnteresseerd in de wapenkamer. Na ons bezoek maakten we een romantische wandeling door het mooie dorpje Celles: een bewegwijzerde route begint op het plein en leidt je langs de Romaanse kerk en hedendaagse kunstwerken.
l'Eau Vive
Eten in l’Eau Vive
We sloten de dag in stijl af in het 2-sterrenrestaurant L’Eau Vive in Profondeville. Het menu varieert van maand tot maand, in functie van wat er in het seizoen is. Op dit moment vind je op het menu Royal Belgian Caviar, Noordzeekabeljauw, Cochon Pietrain, Pigeonneau d’Anjou, Truffel, Valrhona-chocolade en nog veel meer smaken. Een schitterend staaltje culinaire kunst. We vonden het geweldig om de chef en zijn team aan het werk te zien.
Benjamin Potie
Een schitterend staaltje culinaire kunst. We vonden het geweldig om de chef en zijn team aan het werk te zien.
De watertuinen van Annevoie
Na de wijnproeverij van zaterdag genoten we van een zondag vol liefde en verfrissend water in de tuinen van Annevoie, die aan een prachtig kasteel grenzen (je kan het niet bezoeken, maar de gevel zorgt voor een betoverend decor). Dit zijn de enige watertuinen in België. Al meer dan 260 jaar brengt de natuur hier unieke fonteinen tot leven, zonder machines, maar wel dankzij het principe van de communicerende vaten. Er is een waaiervormige fontein, een waterstraal die 7 meter hoog de lucht in spuit, kabbelende watervallen en niet te vergeten de ‘fontein van de liefde’ aan het einde van een pad met perfect gesnoeide hagen. Ik herinnerde mijn vriend er meteen ook aan dat het tijd zou worden om ook in onze tuin wat takken te snoeien… Om hem een aandenken te geven aan deze mooie momenten en gewoon ook omdat hij het verdient, kocht ik stiekem een fles van de wijn die ter plekke wordt geproduceerd. Voor alles een eerste keer! Ook goed om weten: de brasserie serveert lokale producten, inclusief lokale wijnen!
We hielden van:
Samen een romantische wandeling maken tussen de fonteinen van de ‘Jardins d’Annevoie’
Na zorgvuldig onderzoek door het Vlaams Instituut voor de Zee heeft de Federale Overheidsdienst Mobiliteit onlangs de eerste 14 wrakken uit de Tweede Wereldoorlog officieel erkend als cultureel erfgoed. “Meer dan 55 wrakken van meer dan 100 jaar oud zijn erkend als onderzees cultureel erfgoed. Vandaag zijn daar 14 wrakken uit de Tweede Wereldoorlog aan toegevoegd,” zegt Peter Claeyssens, Directeur-generaal Scheepvaart. Het gaat onder andere om de Bourrasque, de Gracie Fields, de HMS Grafton en de Vorpostenboot V-1302.
Goed om te weten: elk wrak dat ouder is dan 100 jaar wordt sinds 2021 automatisch erkend als cultureel erfgoed. “Recentere schepen kunnen ook worden erkend, op voorwaarde dat ze een belangrijke historische en/of ecologische waarde hebben,” benadrukt de FOD.
Beschermd, betekent dat precies?
Wanneer een wrak beschermd is, wil dat zeggen dat het als zodanig op officiële zeekaarten aangegeven wordt. “Er mogen door duikers geen stukken opgedoken worden. Ook een aantal activiteiten in de directe omgeving van het wrak zijn verboden, zoals baggeren, het anker uitgooien of slepen, omdat ze het wrak kunnen beschadigen,” vermeldt de FOD ook nog. “Deze erkenning als cultureel erfgoed zorgt ervoor dat wrakken bewaard kunnen blijven voor toekomstige generaties.”
Halte B5, gelegen aan de Franklin Rooseveltplaats, wordt het vertrekpunt naar de luchthavens van Zaventem en Charleroi, met rechtstreekse shuttles naar Brussels South Charleroi Airport en Brussels Airport. Tickets zijn al verkrijgbaar op de website van Flibco.