Die maatregel werd genomen om de veiligheid van toeristen te vergoten, want jaarlijks worden 40 tot 50 mensen als vermist opgegeven tijdens hun expeditie en de reddingsoperaties zijn ingewikkeld door de moeilijke toegang en de beperkte communicatiemiddelen. De beslissing zou ook mooie kansen creëren voor gidsen en dragers, die sterk getroffen werden door de Covid-pandemie en de afwezigheid van bezoekers.
Alpinisten mogen wel nog alleen de Nepalese toppen, zoals de Everest en Annapurna, beklimmen, maar ze moeten daarvoor een toestemming verkrijgen die zo’n 10.000 euro kost. Volgens Nilhari Bastola, voorzitter van de Nepalese vereniging voor wandelagentschappen, is het merendeel van de toeristen die verloren lopen alleen op pad of met onvoldoende kennis van het terrein.
Voor deze gelegenheid hebben internationale en nationale kunstenaars artistieke installaties en muurschilderingen gecreëerd. Doorheen de verschillende edities worden er nieuwe werken toegevoegd aan die van het jaar ervoor, waardoor een groot parcours doorheen de stad ontstaat.
20 nieuwe muurschilderingen
Meer dan 20 muurschilderingen zagen dit jaar het licht, waarvan drie nieuwe werken van de Britse kunstenaar Mobstr. De Brusselse artiest Jaune heeft 10 muren versierd verspreid over de stad. Meerdere artiesten werden geïnspireerd door de geschiedenis van de stad.
“Dankzij deze kunstwerken wordt kunst toegankelijk voor iedereen. In de stad zijn zo’n 200 werken terug te vinden”, zegt Bart Tommelein. Het street art-festival “The Crystal Ship” helpt zo een divers publiek om kunst te ontdekken in al haar vormen in een stedelijk kader.
Het groeiende succes van het evenement getuigt van de wil van de organisatoren om stadskunst te promoten en te integreren in het erfgoed van de stad. De werken blijven tentoongesteld in de straten van Oostende zodat voorbijgangers en kunstliefhebbers ervan kunnen genieten.
Dit initiatief komt er in navolging van een studie gepubliceerd door Greenpeace, waarin een alarmerende stijging van het aantal vluchten met privéjets in België werd opgetekend. In 2022 werden niet minder dan 10.618 vluchten geregistreerd vanuit België, oftewel een stijging van 52% en opzichte van het voorgaande jaar. Voor Greenpeace moeten deze vluchten simpelweg dringend verboden worden en moet er een “nultolerantie ten opzichte van onverantwoorde luxe-uitstoters” komen.
De Belgische minister werkt samen met onze Franse buren om de andere lidstaten te motiveren om het idee om heel korte vluchten te verbieden te steunen en om de Europese Commissie te overtuigen maatregelen te nemen. Volgens Georges Gilkinet is het inderdaad noodzakelijk om deze vraag op Europees niveau te behandelen om een efficiënte oplossing te vinden.
Groen pleit voor een belasting op privéjets
Nadia Naji, covoorzitter van het Vlaamse Groen, is voorstander van een invoering van een belasting op privéjets en een verbod op Europees niveau van heel korte vluchten. Volgens haar zou die maatregel helpen om de impact op het milieu van die vliegtuigen, die vaak gebruikt worden voor plezier- of zakenreizen, te verminderen. Ze vindt ook dat luxe-uitstoters hun verantwoordelijkheid moeten nemen in de strijd tegen de klimaatverandering.
Elke badplaats koestert op zijn eigen manier een stukje het zeemansleven. Van authentieke vissershuizen tot musea, van de niet te missen visveilingen tot adembenemende uitzichten… er is voor elk wat wils.
1. Oud vissershuisje Majutte
Wil je een reis terug in de tijd maken? Dan is het voormalige vissershuisje ‘Majutte’ in Blankenberge een echte must. Het huisje, dat als een begrip wordt beschouwd, neemt je mee naar het leven van een vissersfamilie aan het eind van de 18de eeuw.
2. De Vismijn in Nieuwpoort
De beste manier om het maritieme leven aan den lijve te ondervinden is om de vissersboten en garnalenboten te zien komen en gaan bij de Vismijn in Nieuwpoort. Na het lossen van hun verse vangst gaan de vissers naar de visveiling. Een niet te missen spektakel!
3. De Spioenkop in Wenduine
De Spioenkop in Wenduine, op de op één na hoogste duin (31 m) van de kus, werd vroeger gebruikt om schepen op zee te bespioneren. Vandaag blijft dit kleine witte paviljoen met rood dak een prachtige observatiepost voor het kustpanorama. En het doel van een leuke familie-uitstap!
Het project lijkt in de huidige context eerder verbazingwekkend: een platform van 1750 m² in open zee, op 600 meter voor de kust, dat plaats biedt aan 350 mensen. Het complex omvat een bar, een zwembad, een restaurant en zelfs een suite!
Critici zeggen dat Canua Island het kwetsbare ecosysteem van de Middellandse Zee in de regio zal verstoren en de onderwaterflora en -fauna zal bedreigen. Ook wijzen critici op de mogelijke gevolgen voor de plaatselijke visvangst en de verslechtering van de waterkwaliteit.
Als antwoord op deze bedenkingen hebben de projectontwikkelaars milieubeschermende maatregelen voorgesteld, waaronder het gebruik van recycleerbare materialen en de plaatsing van systemen voor afvalwaterzuivering. Ze zeggen ook dat het eiland zal worden voorzien van de modernste technologieën om lawaai en de verstoring van het zicht tot een minimum te beperken.
Toch blijven tegenstanders het kunstmatige eiland bekritiseren en bestempelen als een symbool van overconsumptie en de uitbuiting van natuurlijke rijkdommen. Ze argumenteren dat er meer milieuvriendelijke toeristische projecten kunnen worden ontwikkeld om de lokale economie te stimuleren en bezoekers aan te trekken.
Het debat over Canua Island is tekenend voor de spanning tussen economische ontwikkeling en milieubehoud in toeristische gebieden. Terwijl sommigen het project zien als een kans om jobs te creëren en de toeristische industrie te stimuleren, vrezen anderen de gevolgen op de lange termijn voor het milieu en de levenskwaliteit van de lokale bewoners.
Ik vind het prachtig, de dingen waar zij wild van zijn: de rode bakstenen, de oude geboende parketvloer, de speelkamer, de liefelijke tuin. Ik ben dan weer in de ban van het uitzicht op de vallei van de Samber, de historische wijk Rivage en het Belfort. Het huis, dat dateert uit de 20ste eeuw, is volledig gerenoveerd en de winkels liggen gelukkig pal naast de deur. Drie keer raden wie in slippers op de kinderen wachtte om het ontbijt te brengen?
Maar dat ik ervoor koos om deze gîte te boeken, dan is dat omdat ze langs het ‘RAVeL’ fietsroetenetwerk ligt: het ideale uitgangspunt om eropuit te trekken! We hoefden alleen maar op onze fietsen te stappen, die in de kelders van de gîte waren gestald. L’Escale de Flore heeft immers niet voor niets het label ‘Bienvenue Vélo’! We begonnen met een fietstocht rond Thuin: ik wilde de kinderen een indruk geven van de kleuren en het reliëf van dit mooie middeleeuwse stadje. En daarna wilde ik ze het omringende UNESCO werelderfgoed laten ontdekken. En dan konden we niet anders dan beginnen met het Belfort!
WBT – David Samyn
Daarna fietsten we de UNESCO-route, een fietsroute die ons van Thuin naar Charleroi leidde. 24 km en een middag die we doorbrachten temidden van het schilderachtige platteland en de industriële landschappen van het ‘Pays Noir’. De bewegwijzering van de RAVeL geeft zekerheid: we konden al kletsend fietsen. Ik maakte van de tocht gebruik om de kinderen mee te nemen naar de mijnsite van Bois-du-Cazier, opnieuw UNESCO Werelderfgoed. Ze wisten niet veel over de immigratie van de arbeiders en de toestand waarin die leefden. Na een bezoek aan het ‘Musée de l’Industrie’ namen ze deel aan een initiatie met het vak van smid. Je eigen werkje maken en mee naar huis mogen nemen is een geweldige manier om een weekend te spenderen! Een weekend gaat snel voorbij, maar we komen zeker nog eens terug voor een bezoek aan de streek!
Trek zelf ook op avontuur!
L’Escale de Flore ligt in het centrum van Thuin, in Henegouwen. Met zijn ligging aan het jaagpad, aan de oevers van de Samber, biedt het onderdak aan 6 tot 8 personen. Handigheidje: het ligt vlakbij het station en de winkels van Thuin.
De gîte in de stad is het ideale vertrekpunt voor wandelingen of fietstochten: je zit naast de RAVeL en er is een fietsenstalling in de straat. Dit alles verklaart waarom de gîte het label ‘Bienvenue Vélo’ kreeg!
De ideale locatie om een deel van de UNESCO-route te ontdekken, een fietsroute van 500 km van Doornik naar Blégny. Vanuit Thuin ontdek je hier etappe 4 die de middeleeuwse stad met Charleroi verbindt.
De hangende tuinen van Thuin
Ik had helaas geen tijd om er met de kinderen heen te gaan, maar dit geheel van tuinen die in terrassen opgebouwd zijn, is zeker een bezoek waard! Ze liggen ten zuiden van de stad en reiken tot aan de vallei van de Biesmelle…
Ze zijn erkend als uitzonderlijke erfgoed van Wallonië en je kan ze vrij bezoeken. De steegjes die zich een weg banen door de tuinen en de wijnranken die de hangende tuinen nog steeds sieren zijn een genot om te ontdekken!
Office de Tourisme de Thuin
Het ‘Parcours Fluide’
Nog iets waar ik spijt van heb? Dat ik niet het ‘Parcours Fluide‘ in het hart van Thuin heb kunnen ervaren. Het parcours is niet minder dan 5 km lang, maar het is een openluchtmuseum waar de kinderen dol op geweest zouden zijn .
Een klein aantal kunstwerken, verborgen op de meest karakteristieke plekken van de stad, nodigen uit tot nadenken. Een 2u30 lange ontdekkingstocht!
Maar ook…
De Belforten van Thuin en Charleroi, de Abdei van Aulne, het Château du Fosteau, Chimay, Lobbes…
We begonnen ons weekend met een fietstocht in de omgeving: we volgden de ‘Route Napoléon’, in de voetsporen van de keizer. De fietstocht, die begon bij het Wellingtonmuseum, was boeiend, met informatieve panelen langsheen de route. Veel emoties ook onderweg: de ‘Ferme de Mont-Saint-Jean’ raakte me nog het meest. Op 17 juni 1815, de dag voor de beroemde slag, zette de Hertog van Wellington daar zijn veldhospitaal op. We parkeerden onze fietsen om het museum te bezoeken en maakten van de gelegenheid gebruik om een streekbier te proeven in de ‘Micro-Brasserie’ van de boerderij.
Andere tochten zijn natuurlijk ook mogelijk, met een mix van cultuur en geschiedenis! Maar kiezen is verliezen (of in elk geval uitstel!). Met de ‘Pass 1815’ konden we alles rond de laatste slag van Napoleon bezoeken: het slagveld, de verschillende musea en historische plekken zijn allemaal inbegrepen. Genoeg om uren te verdwalen! En ook al had ik ooit al eens de 226 treden van de ‘Butte du Lion’ beklommen, toch wilde ik het nog eens opnieuw doen. Om er het weekend af te sluiten met een kus, al even historisch!
Zin in avontuur?
La Bachée
Le gîte en de ‘La Bachée’ gastenkamer liggen in Plancenoit.
La Bachée
De gîte biedt plaats aan maximaal 5 personen, en is ook toegankelijk voor mensen met een beperkte mobiliteit. Bovendien zijn trouwe viervoeters welkom!
De chambre d’hôte is geschikt voor maximaal 3 personen.
Aan activiteiten in de buurt is er geen gebrek: wandelen, fietsen, paardrijden, golfen, bowlen, restaurants, winkelen, een ontspanningscentrum… En de winkels liggen op een steenworp afstand.
En natuurlijk ligt ‘La Bachée’ vlakbij het historische hart van de Slag van Waterloo, met heel wat musea en gedenkplaatsen om te bezoeken!
De ideale uitvalsbasis voor liefhebbers van geschiedenis!
Focus op de Slag van Waterloo
De ‘Pass 1815’, da’s één ticket om 3 musea te bezoeken. Het ‘Domaine de la bataille de Waterloo’ (met ook het museum van het domein, de Butte du lion, het Panorama en de ‘Ferme d’Hougoumont’), het Wellington Museum en het laatste hoofdkwartier van Generaal Napoleon.
Vergeet niet dat je langs het loket van het ‘Domaine de la bataille de Waterloo‘ moet gaan om de ‘Pass 1815’ in te wisselen voor een toegangsticket.
De ‘Route Napoléon‘ loopt over zo’n 90 km langs 150 monumenten, gedenkstenen, musea en UNESCO-sites. Van Beaumont tot Waterloo volg je de troepen van Napoleon en herbeleef je het heldhaftige epos.
Op deze route ligt de ‘Ferme Mont-Saint-Jean‘, een voormalig ziekenhuis van de Engelsen, waarin je ook een museum en een microbrouwerij vindt. Je leert er over het brouwproces van het Waterloo-bier en proeft er fantastische kazen. Een cultureel en culinair bezoek!
En dat is nog maar een kleine glimp van de duizenden mogelijkheden die er te beleven zijn!
De ‘Scandiberique-EuroVélo 3‘ (die Noorwegen verbindt met Spanje) loopt door de Oise en de ‘Avenue Verte Londres-Paris’ (die Londen verbindt met Parijs) doorkruist het Franse departement over een afstand van meer dan 130 km. Deze twee fietsavonturen zijn echt wel een omweg waard, want ze laten je niet alleen stevig op de trappers staan, maar nemen je ook mee op een ontdekkingstocht langs heel wat niet te missen gebouwen.
Wandelliefhebbers zullen reikhalzend uitkijken naar de Mont Alta in het bos van Halatte, met een wild decor met afwisselend rechte paden en gekke kronkels. Het parcours van de ‘Mont Sainte-Hélène‘ brengt de dappersten naar nieuwe hoogtes: 190 meter hoogteverschil en een onbelemmerd uitzicht over de streek.
Xavier Renoux – Oise Tourisme
De ‘Scandiberique-EuroVélo 3‘ (die Noorwegen verbindt met Spanje) loopt door de Oise en de ‘Avenue Verte Londres-Paris’ (die Londen verbindt met Parijs) doorkruist het Franse departement over een afstand van meer dan 130 km. Deze twee fietsavonturen zijn echt wel een omweg waard, want ze laten je niet alleen stevig op de trappers staan, maar nemen je ook mee op een ontdekkingstocht langs heel wat niet te missen gebouwen.
Wandelliefhebbers zullen reikhalzend uitkijken naar de Mont Alta in het bos van Halatte, met een wild decor met afwisselend rechte paden en gekke kronkels. Het parcours van de ‘Mont Sainte-Hélène‘ brengt de dappersten naar nieuwe hoogtes: 190 meter hoogteverschil en een onbelemmerd uitzicht over de streek.
De Mediterrane kas bestaat uit terrassen gemaakt van kalksteen uit de Bourgogne en vormt een leefomgeving voor plantensoorten die in warm en droog klimaat kan overleven. Er zijn meer dan 1.000 soorten planten in te vinden.
Het Nevelwoud is gemaakt om de omgeving van een hoogtebos na te bootsen, waar stijgende warme lucht en dalende koude lucht elkaar raken en een permanente nevel veroorzaken. Het Nevelwoud bestaat uit kasseien uit Diegem en oude leistenen uit de kerk van Humbeek en geeft zo de rots- en bergachtige omgeving van de planten weer. De serre bevat meer dan 1.000 soorten planten, ingedeeld per continent rond een kunstmatige rots van zeven meter hoog, waaruit verschillende watervallen stromen.
Ontwikkeling en realisatie van de serres
Zoals voor het merendeel van de serres in de plantentuin, werd het project uitgetekend en gerealiseerd door de werknemers.
Bezoekers kunnen vanaf nu deze twee nieuwe tuinen ontdekken en meer dan 1.000 plantensoorten observeren, met bloemen doorheen het hele jaar. Marc Reynders, wetenschappelijk beheerder van de tuinen, is trots op de het teamwerk dat de afgelopen twee decennia getoond werd om deze twee nieuwe serres te bouwen.