Volgens een enquête van het Waals Observatorium voor Toerisme (het OWT) was 28% van de gasten in Waalse toeristische logies een Nederlandstalige Belg — meer dan een kwart! Daarmee blijven Vlamingen de Nederlanders (25%) en de Franstalige Belgen (23%) voor. “Het gaat om een steekproef die zeker niet volledig is,” nuanceerde minister Valérie Lescrenier (Les Engagés), “maar er tekenen zich wel duidelijke trends af.” Met een bezettingsgraad die stabiel bleef op 66%, zijn de campings zelfs populairder geworden: hun bezetting steeg van 70% naar 80%. De hotels deden het daarentegen wat minder goed.
Ondertussen aan de Noordzee…
De dagjestoeristen lieten de kust deze zomer iets meer links liggen: -6% in vergelijking met 2024. Dat blijkt uit de cijfers van de zomer van 2025. Toch is nog niet alles verloren: de verblijven van langere duur hielden beter stand (-1%). De Vlamingen blijven duidelijk in de meerderheid (59%), gevolgd door de Walen (24%). Een eervolle vermelding gaat naar de buitenlandse toeristen, waarvan het aantal met 6% toenam, en die daarmee 17% van de overnachtingen vertegenwoordigen.
Dus: mythe of realiteit?
Op basis van de cijfers lijkt het cliché behoorlijk te kloppen — zij het met enkele nuances. Ja, de Vlaming lijkt een boon te hebben voor de Ardennen, terwijl de Walen de Belgische kust blijven opzoeken. In de zomer is België dus volop in beweging, waarbij taalgrenzen vervagen naarmate de koffers worden gepakt!
Tussen de Caraïben en de Atlantische Oceaan vormen de Bovenwindse Eilanden een deel van de Antilliaanse boog die tot de verbeelding spreekt. Ze liggen in het zuiden van de Kleine Antillen en omvatten onder meer Martinique, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Grenada en Barbados.
Waarom noemen we ze ‘bovenwinds’? Heel eenvoudig: omdat ze blootgesteld zijn aan de Passaatwinden – tropische winden die suikermolens aandrijven en de zeilen van catamarans doen bollen. Deze eilanden zijn dan ook diep verweven met het koloniale verleden.
Namen die klinken als tropische cocktails
Elke eilandnaam doet je goesting krijgen in een glaasje oude rum of een punch bij zonsondergang. Grenada heeft bijvoorbeeld niets met explosieven te maken, maar alles met nootmuskaat en foelie. Niet voor niets wordt dit het specerijeneiland genoemd… En Barbados? Die naam verwijst naar de luchtwortels van bepaalde ficusbomen die de Portugezen daar zagen. Saint Lucia, met haar bijbelse naam, is het enige Caraïbische eiland met een vrouwelijke naam…
grenadine
Als een postkaart, maar met een complexe geschiedenis
Achter deze dromerige namen gaan ook ingewikkelde waarheden schuil: slavernij, kolonisatie, onafhankelijkheidsstrijd… Toch blijft elk eiland rijk aan de creoolse cultuur, een levendige mix van culturele invloeden en een uitgesproken trots om zichzelf te zijn.
En wat met het politiek statuut?
Ook op dat vlak is het een boeiend allegaartje: Martinique is een Frans overzees departement, terwijl Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Grenada en Barbados vandaag onafhankelijke staten zijn, allemaal lid van het Commonwealth. Wat hun hoofdstad ook is, deze eilanden blijven in hart en ziel trots en volbloed Caribisch.
Wanneer ga je het best?
Geen fan van stormweer? Dan mik je best op de periode tussen december en mei. Dat is het droge seizoen, met zachte temperaturen (hoewel het altijd warm is) en een kalme zee. Dit is ook het hoogseizoen. Tussen juni en november is het vochtiger, goedkoper, maar het weer is dan wat onvoorspelbaarder.
Elke gemeente (of stad) regelt zelf of en zo ja wanneer honden toegelaten zijn op het strand. In de ene badplaats is men daarbij al soepeler dan in de andere. In vele badplaatsen zijn honden niet of slechts beperkt (bv. qua uren of qua zones) op het strand toegelaten tijdens de zomermaanden, terwijl dat in de wintermaanden veelal wel het geval is.
Een overzicht van de regels die per badplaats gelden vind je terug op de website Honden aan zee | De Kust. Voor de zekerheid consulteer je best ook steeds de lokale gemeentelijke verordeningen, bijvoorbeeld op de website van de gemeente.
Aanlijnen?
Ook wat betreft het al dan niet moeten aanlijnen van je hond zijn er geen uniforme regels die gelden. Meestal zal je je hond wel degelijk moeten aanlijnen maar ook op die regel kunnen er in bepaalde zones uitzonderingen bestaan. Je zal als baasje ook op het strand de hondenpoep van je hond moeten opruimen en in de meeste badplaatsen ook in het bezit moeten zijn van de nodige zakjes daarvoor.
Je houdt je er niet aan
Hou je je niet aan de voorgaande regels en word je betrapt dan riskeer je een GAS-boete. Die boete kan oplopen tot 350 euro voor meerderjarigen en 175 euro voor minderjarigen.
Nog dit : aan zee mag je hond ook mee op de kusttram zonder dat je een extra ticket dient te kopen. Je moet die dan wel aan de leiband of op je schoot houden tijdens de rit. Indien nodig moet je je hond ook een muilband aandoen.
Jan ROODHOOFT, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)
Dit is dé blikvanger van het parcours: na twee jaar werken is de tropisch lagune terug van weggeweest. Stel je een spectaculair bassin voor vol fluorescerend koraal, exotische vissen, elegante roggen en iets meer verlegen zebrahaaien. Je zou er bijna willen induiken (maar dat mag dus niet)! Deze lagune is niet alleen een visueel wonder: het is opgezet als een levensgrote les over het fragiele evenwicht van deze ecosystemen.
Mangroves: tussen land en zee
Maar je reis in Nausicaá begint elders: in het hart van een indrukwekkende mangrove. Gedimd licht, insectengeluiden, mangrovewortels… Je ontdekt een fascinerende wereld waar vissen in bomen kunnen klimmen (ja, echt!), kameleons leven en zelfs indrukwekkende Aldabra-reuzenschildpadden ronddwalen. Met een interactieve maquette en een golvensimulator begrijp je al snel hoe belangrijk deze kustbossen zijn voor het beschermen van onze kusten en levens.
Nausicaa
Een tropische markt op ware grootte
De expo toont niet alleen mooie vissen: je wandelt ook door een nagebouwde tropische markt die het vitale belang van deze ecosystemen in het dagelijks leven van miljoenen mensen in de verf zet. Vis, schaaldieren, handwerk, mangrovehoning… Je beseft hoe deze omgeving hele gemeenschappen voeden, beschermen en doen leven. Het economische aspect geeft extra diepgang aan de milieuboodschap.
Nausicaa
Bedreigde koralen, maar er blijft hoop
Het is moeilijk om over koraalriffen te praten zonder het te hebben over het verbleken ervan en de effecten van klimaatverandering. De ruimte ‘Action Corail’ vertelt je er alles over: 84% van de riffen is al aangetast! Maar de tentoonstelling blijft niet hangen in alarmerende cijfers: er worden ook concrete oplossingen voorgesteld. Koraalkweken bij Nausicaá, projecten met organisaties zoals ‘Coral Guardian’ of ‘Reefscapers’, en zelfs originele initiatieven die kunst en wetenschap combineren (‘Corail Résilience’-dag van Jérémy Gobé).
Nausicaa
Ontmoet de sterren van de oceaan
Liefhebbers van onderwaterdieren komen volop aan hun trekken: zwartpunthaaien, clownvissen, een blauwgestipte rog, harlekijngarnalen (ja, ze bestaan en ze zijn prachtig!)… Meer dan 100 soorten zwemmen in de bassins. Sommige zijn ter plaatse geboren dankzij de expertise van de verzorgers. Een opvallend detail: Nausicaá toont niet alleen, het kweekt, verzorgt en deelt zijn kennis met andere aquaria.
Nausicaa
En na je bezoek?
Want van een tropische duik krijg je honger: gelukkig heeft Nausicaá aan alles gedacht met het nieuwe restaurant, ‘La Table d’Ephelia’. Een exotische sfeer, zicht op het lagune, gerechten geïnspireerd door de eilanden: een mooie manier om je reis verder te zetten zonder natte voeten.
Waarom moet je absoluut gaan?
Omdat ‘Échappée Tropicale’ erin slaagt om verwondering en bewustwording te combineren. Je vertrekt helemaal in de ban van de schoonheid van de riffen, maar ook met een diep besef van hun kwetsbaarheid. Een expo die tegelijk poëtisch en geëngageerd is – perfect voor gezinnen, oceaanliefhebbers of gewoon nieuwsgierige zielen die graag reizen…
Je moet rekening houden met het logiesdecreet als je logies aanbiedt aan toeristen. Denk daarbij bv. maar aan het geval dat je je appartement verhuurt in het kader van een vakantieverhuur (zo bv. voor een weekend of één of meerdere weken). Het decreet vindt geen toepassing als je bv. werkt met een jaarverhuur of als je je appartement aan zee verhuurt via een klassieke woninghuur waarbij de huurder zijn hoofdverblijfplaats neemt in het pand. Het decreet geldt ook niet als je enkel occasioneel verhuurt aan familie of vrienden en daarvoor nergens promotie maakt.
Basisvoorwaarden
Het decreet vereist vooreerst dat je appartement aan een aantal basisvoorwaarden voldoet. Zo moet je bv. beschikken over een brandveiligheidsattest en moet je appartement voldoende proper en onderhouden zijn. Je moet ook zorgen voor een verzekering voor brand én burgerlijke aansprakelijkheid en de informatie die je over het appartement geeft, moet waarheidsgetrouw zijn.
Je moet verder als uitbater ofwel eigenaar ofwel een huurder van het pand zijn waarbij die uitbating toegelaten is door de verhuurder. Je moet ook een attest van goed gedrag en zeden kunnen voorleggen. Het appartement dat je verhuurt moet tevens voldoen aan de stedenbouwkundige regels en de nodige vergunningen hebben.
Aanmelden
Je moet als verhuurder bovendien Toerisme Vlaanderen op de hoogte brengen dat je je appartement wilt verhuren. Dit kan je doen via de website Je logies aanmelden | Toerisme Vlaanderen. Na deze aanmelding krijgt je logies een uniek registratienummer (het zgn. ‘logiesdecreetnummer’). Je kan ook een stap verder gaan en een erkenning aanvragen. Dit is echer niet verplicht. Als je dat doet kan je een aantal kwaliteitssterren krijgen.
Jan Roodhooft, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)
Slechts drie dagen klokten af op meer dan 150.000 bezoekers, tegenover acht in 2024. De twee drukst bezochte dagen? 10 en 15 augustus, telkens met bijna 190.000 gasten aan zee.
Langere verblijven blijven het goed doen
Gelukkig zorgden liefhebbers van overnachtingen voor een positieve noot. Met 10,4 miljoen verblijven is de terugval nauwelijks merkbaar: -1% op jaarbasis. Hotels, campings, vakantiewoningen en vakantieparken hielden stand, vermoedelijk dankzij een onverwachte meevaller…
Bedankt, buren!
De echte verrassing kwam uit het buitenland. Internationale toeristen lieten zich niet kennen: +6% overnachtingen, goed voor 1,7 miljoen boekingen. Dat zorgt ervoor dat hun aandeel stijgt tot 17% van het totaal (tegenover 15% in 2024). De Vlamingen blijven kampioen aan de kust (59%), gevolgd door de Walen (24%). Blijkbaar vermijden sommigen liever de file op de E40…
Niet waar. Buiten het hoogseizoen leeft Saint‑Tropez op een ander ritme. Markten, cafés, galerijen en lokale feesten brengen leven in de brouwerij. Je drinkt je koffie op een zonnig terras zonder selfie-stokken of jachttoeristen. Net dan leer je de ziel van het dorp kennen.
axp-photography
“Saint‑Tropez is alleen voor rijken”
Het prijskaartje kan hoog zijn, maar er zijn betaalbare opties: pensions, eenvoudige hotels, een camping vlakbij en gezellige eetplekjes. Zeker in september of oktober is het er rustiger én vriendelijker voor je portefeuille. Luxe? Ja, maar het hoeft niet altijd in je budget te bijten.
clemens-van-lay-
“Alles wat vaart is een jacht”
Niet alles wat blinkt, is een superjacht. Je ziet vissersbootjes, veerboten en kleine zeilbootjes dobberen naast de drijvende villa’s. Het haventje leeft van echte activiteit, niet alleen van champagnefeestjes.
natacha-de-hepcee
“Het draait er alleen om zon en strand”
Wie dat denkt, mist een pak moois. De citadel, kunstgalerijen, natuurwandelingen, oude steegjes, concerten in de openlucht… Zelfs zonder teenslippers valt er heel wat te beleven. En als je dan toch wil zonnen: zoek een rustig baaitje zoals Plage de l’Escalet.
michael-kroul
“Saint‑Tropez is een stoffig openluchtmuseum”
Zeker niet. Brigitte Bardot blijft een icoon, maar het dorp leeft in het nu. Lokale kunstenaars openen ateliers, jonge ondernemers starten koffiebars of boetieks, en culturele events brengen frisse energie. Natuurlijk is het erfgoed aanwezig, maar Saint‑Tropez is niet vastgeroest in het verleden. En nee, alles draait niet om de oude gendarmeriefilm.
In de zuidelijke Atlantische Oceaan, op 2.787 km van Zuid-Afrika, ligt dit vulkanisch eiland dat tot het Verenigd Koninkrijk behoort. Er is geen luchthaven en het is enkel toegankelijk via schepen vanuit Kaapstad… als het weer het toelaat. Het kleine dorp met een koninklijke naam, Edinburgh of the Seven Seas, telt zo’n 250 inwoners die deels zelfvoorzienend leven.
hector-john-periquin
Het dagelijks leven wordt bepaald door landbouwseizoenen, visvangst, af en toe een vulkaanuitbarsting (zoals die in 1961 die tot evacuatie leidde), en een bijna stam-achtige solidariteit. Alles wordt gedeeld: grond, vee, en nieuws dat per boot of radio aankomt. Wat voor velen een logistieke nachtmerrie lijkt, is voor de bewoners een levenswijze.
Paaseiland (Rapa Nui)
Dit Chileense eiland, meer dan 2.000 km verwijderd van elk ander bewoond land, is beroemd om zijn moai, de mysterieuze monumentale beelden die naar de oceaan turen. Maar achter de postkaartbeelden schuilt een vrij rustig dagelijks leven: ongeveer 7.700 inwoners, die afhankelijk zijn van toerisme en zee-import.
stephanie-morcinek
De luchthaven Mataveri is hun enige luchtverbinding met de buitenwereld, maar vliegen is duur. Dit stukje vulkanische grond is niet alleen afgezonderd, maar ook diep doordrongen van een unieke cultuur, ontstaan uit Polynesische volkeren en gevormd door isolement. In de afgelopen decennia zijn de voorzieningen er echter aanzienlijk op vooruitgegaan – een teken van de moderne tijd.
Pitcairn
Waarschijnlijk het meest romantische eiland van de drie. De ongeveer veertig inwoners, afstammelingen van de muiters van de Bounty en Tahitiaanse vrouwen, leven op een eiland van 47 km², midden in de Zuidelijke Stille Oceaan.
adobe
Er is geen luchthaven en geen echte haven: om er te geraken moet je op een vrachtschip stappen vanuit Tahiti of Nieuw-Zeeland, en aanmeren met een kleine boot. De scholen hebben moeite om open te blijven, en het eiland zoekt voortdurend nieuwe bewoners (zonder veel succes). Ondanks de ruige schoonheid en een geschiedenis die zo uit een roman lijkt te komen, is het leven op Pitcairn hard.
Frankrijk, historisch gezien een gastland voor het naturisme, blijft wereldwijd koploper op dat vlak. Meer dan 2 miljoen regelmatige beoefenaars, toeristen die in groten getale uit Noord-Europa komen, en iconische locaties zoals Héliopolis of Montalivet… het land valt in de smaak bij de liefhebbers.
Toch blijft het aantal aanhangers in Frankrijk zelf relatief beperkt. Een studie van Ipsos in opdracht van de Fédération Française de Naturisme toont aan dat slechts 21 % van de Fransen ooit hun zwemkledij durfden achterlaten op het strand, 19 % in de vrije natuur, en 12 % op een vakantiedomein. De meesten houden het echter liever discreet: 40 % doet het enkel thuis.
Jongeren: nieuwsgieriger… maar niet per se avontuurlijker
Verrassing (of niet): de 18- tot 34-jarigen lijken het meest open te staan voor de ervaring. 37 % van de 25- tot 34-jarigen en 32 % van de 18- tot 24-jarigen hebben al kennisgemaakt met het naturisme. Een klein briesje van vrijheid waait door een generatie die zich ogenschijnlijk beter voelt in het eigen lichaam… tenminste op het eerste gezicht. Want 90 % van wie nog nooit naaktrecreatie heeft uitgeprobeerd, is ook niet van plan om dat ooit te doen – met een meerderheid die zich er zelfs ronduit tegen verzet. Met 34 % die het “een beetje belachelijk” vindt 50 % die vreest voor mogelijke excessen, blijft naturisme dus vaak verkeerd begrepen.
In Puerto de La Duquesa, een charmante havenstad in Andalusië, is Frans zowat de semi-officiële taal geworden. Daar ontvangt Zapinvest, een Belgisch-Spaans makelaarskantoor, toekomstige kopers onder een stralende zon! En die populariteit is niet verwonderlijk: zon, natuur, stranden, en een voordelig kostenplaatje maken de regio zeer aantrekkelijk.
En de prijzen?
Volgens Le Soir, dat te rade ging bij Zapinvest, zijn de prijzen de laatste jaren sterk gestegen: in 10 à 15 jaar zijn ze ruwweg verdubbeld. Vandaag moet je rekenen op minstens €200.000 voor een bestaand pand en €280.000 voor een nieuwbouw! Belgische kopers zijn immers veeleisend geworden: twee slaapkamers, twee badkamers, een ruim terras, en alles op wandelafstand van winkels en faciliteiten.
Wie zijn die kopers?
Voornamelijk mensen tussen 50 en 65 jaar, vaak al met pensioen of in de aanloop naar hun gouden jaren. Maar ook een nieuwe generatie doet zijn intrede: mensen die kiezen voor telewerken met de voeten in het zand.