De Cambodjaanse Eerste Minister Hun Manet verdedigde zijn programma om gezinnen te verhuizen die in de buurt van de Angkor-tempels wonen. Hij benadrukte het belang van deze maatregel voor het behoud van de site: “Wij, in de 21ste eeuw, moeten onze krachten bundelen voor het behoud en actie ondernemen om deze ziel nog duizenden jaren in leven te houden”.
Amnesty International heeft echter ernstige bedenkingen en omschrijft de verhuizingen als “gedwongen uitzettingen” en een schending van de mensenrechten. De regering heeft de herhuisvesting van 10.000 families in 2022 versneld, wat op internationaal verzet stuitte.
De Cambodjaanse autoriteiten rechtvaardigen dit programma door de noodzaak om de integriteit van de Angkor-site te beschermen. De site wordt immers bedreigd door de uitbreiding van de menselijke populatie, hun afvalproductie en het overmatig gebruik van waterbronnen. Hun Manet zei dat het plan een eerste stap was en dat er verder aan gewerkt zou worden.
Controverse
De regering in Phnom Penh heeft verzekerd dat de verhuizing vrijwillig gebeurt en dat de Unesco dreigde om Angkor van de lijst te schrappen als er geen actie werd ondernomen. Deze beweringen worden echter door zowel Amnesty International als de Unesco ontkracht.
Toeristische en demografische impact
De tempels van Angkor, de restanten uit het Khmer-rijk, zijn een belangrijke toeristische trekpleister, met meer dan twee miljoen bezoekers in 2019. In het 400 km² grote beschermde gebied is de bevolking op 20 jaar tijd verzesvoudigd, wat een enorme uitdaging vormt voor het behoud van de site.
