We stonden vroeg op: het avontuur wachtte! Gewoon een koffietje en we vertrokken meteen: we hadden immers gepland om te ontbijten op de Grote Markt. En daar kregen we geen spijt van: wat een plezier om op een terrasje een croissant te eten, met zicht op het oudste belfort van België, onder een stralend blauwe hemel!
Arts & Design in the city
Met een goed gevulde maag trokken we het stadscentrum in om het ‘Arts & Design in the city’-parcours te volgen. Het plan van deze 6 km lange route kan je gratis afhalen in het toerismekantoor. We maakten van de gelegenheid gebruik om het korte filmpje ‘Les Folles Histoires de Tournai’ te bekijken: ideaal om wat achtergrond te krijgen voor we aan onze artistieke ontdekkingstocht begonnen.
Doornik in geuren en kleuren!
Doornik is vandaag een echt openluchtmuseum. We genoten van de grote gele konijnen op de Place Crombez, zagen houten poppen omhoog klauteren tegen de gevel van de kunstschool, bewonderden kleurrijke muurschilderingen, beelden die spelen met licht, een begroeide zitbank… en nog veel meer. Origineel én meeslepend.
We hadden nog getwijfeld tussen dit parcours en de 7 kilometer lange ‘Art Nouveau’-wandeling. Maar in het leven moet je keuzes maken. En ook geen spijt hebben van die keuzes!
MuFIm
Vervolgens trokken we naar het MuFIm, het museum voor Folklore en Verbeelding van Doornik. Het 17de-eeuwse gebouw barst van de verhalen, zoals dat van de katoenen kousenmaker of van de oudste mobiele frituur van België. Geweldig! En dan was er nog het reliëfplan van Doornik uit de tijd van Lodewijk XIV. Als je net zoals ik van details houdt, raak je er helemaal in verdiept!
Heel gezond is het niet, dat geef ik toe, maar we hebben niets degelijks gegeten. Alleen suiker… zoveel suiker! En lekker dat het was! We proefden ‘faluches’, ‘palets de dame’ en wafels met kandijsuiker. Je vindt hier tal van tearooms en de lokale specialiteiten zijn gewoonweg onweerstaanbaar.
Langs de kaaien, een must!
We trokken ook naar de kaaien van de stad: hier bruist het van de bars en cafés. Sfeer gegarandeerd! De rechter- en linkeroever van de Schelde zijn perfect om wat te mijmeren. Monumentale bomen, beschermde gevels, historische bruggen… De sfeer is relaxed en het feestelijke karakter is aanstekelijk. We eindigden op het Kaaiplein van de Marché au Poisson, waar we nog een hapje aten (alweer).
Welverdiende rust
We hadden een charmant, centraal gelegen hotel geboekt. Da’s praktisch als je laat terugkeert en toch meteen in het hart van de stad wil ontwaken. Je vindt in Doornik trouwens voor elk wat wils: gastenkamers en jeugdherbergen zijn ook populair.
Mijn jeugdheldin!
De volgende ochtend wandelden we op ons gemak door de steegjes en buurten van Doornik. Daar kwamen we een schattig standbeeld tegen van Martine (en Patapouf!), de heldin uit onze kindertijd – een echte ‘Tournaisienne’, met dank aan haar scenarist en tekenaar.
Een plechtig moment
We bezochten ook de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal. Echt prachtig vanbinnen! Maar pas vanop de top van het Belfort vond ik haar écht indrukwekkend. Zelf zag ik er dan weer minder indrukwekkend uit na de 142 trappen klimmen…
Ecopark Adventures
Na een laatste glas (of twee… en een pak frieten, jaja!) trokken we naar het Ecopark Adventures – ja, zo gek zijn we! We waren dan wel zonder kinderen op stap… Maar het idee om ons weekend af te sluiten met een leuke activiteit vol lachsalvo’s won het van bubbels en ontspanning.
Ik maakte een paar heerlijke foto’s van mijn vriendin die zenuwachtig staat te wiebelen aan het begin van de langste tokkelbaan van België! Zelfs nu ik het schrijf, moet ik weer lachen. En dan te bedenken dat we ook gewoon een wellness hadden kunnen boeken… Maar we blijven wie we zijn!
Moe maar gelukkig keerden we huiswaarts. Doornik is echt een stad voor iedereen: of je nu met z’n tweetjes, met je gezin of met vrienden komt – hier valt altijd wel iets te beleven!
