cms

Author: Philippe Bourget

  • Krakau, waarschijnlijk het beste van Polen

    Krakau, waarschijnlijk het beste van Polen

    Het historische centrum en de Rynek

    Vanaf de 11de eeuw tot de verplaatsing naar Warschau in 1596 was Krakau de hoofdstad van Polen en de troon van het koninkrijk. Het historische centrum, dat gespaard bleef tijdens oorlogen en het communisme, barst van de monumenten die die het te danken heeft aan die koninklijke status. En wat voor monumenten! In dit ooit ommuurde stadshart – in de 19de eeuw vervangen door de ‘Planty’, een rustgevende groene omwalling die het van de buitenwijken scheidt – kunnen bezoekers vol bewondering de meest prestigieuze gebouwen bezichtigen.

    Het kasteel van Wawel en de Basiliekkathedraal van Krakau Gerald Villena

    Het heuvelcomplex van Wawel is het epicentrum van de stad. Hier staan het koninklijk kasteel en de kathedraal naast elkaar, beide als getuigen van de verdeling van de macht en een hoogtepunt van de Poolse identiteit. De kathedraal is de plek waar de kroning plaatsvond en waar de koningen begraven werden, met de graven en monumenten van de vorsten rondom het altaar van Sint Stanislaus, de beschermheilige van Polen. Het kasteel, gebouwd rond het centrale binnenplein met gaanderijen, is omgebouwd tot een museum gewijd aan het koningshuis en een evenementenlocatie.

    Het begin van de Grodzka-straat, de belangrijkste verkeersader in de oude stad Philippe Bourget | cms

    Buiten de Wawel-enclave is het historische centrum net zo levendig. Hordes toeristen begeven zich over de ruggengraat gevormd door de straten Grodzka en St Florian en verspreiden zich door het centrum. Zolang je niet wordt afgeleid door de vele winkels,mag je de kerk van de Heilige Petrus en Paulus niet missen, een toonbeeld van barokke architectuur; de kerk van de Heilige Andreas, het oudste Romaanse gebouw; en de lieflijke Kanonicza-straat met zijn 14de en 15de eeuwse gebouwen, met in één ervan het’ Johannes Paulus II’-centrum, gewijd aan de nagedachtenis van de voormalige paus – een icoon in de stad. Hij was er aartsbisschop voordat hij zijn missie in rome ging vervullen. Daarnaast zijn er ook het Collegium Maius, de thuisbasis van de prestigieuze Jagiellonian Universiteit, waar Nicolaus Copernicus… en de toekomstige Johannes Paulus II studeerden; en tot slot ook de Franciscaanse en Dominicaanse basilieken, machtige ordes in deze religieuze stad.

    Het Wawel-kasteel gezien vanop de Vistule K. Skubala

    De Grodzka-straat loopt tot aan Rynek, het levendige centrum van Krakau. Op het grootste middeleeuwse plein van Europa (200  x 200 meter) vind je de prestigieuze Lakenhal met zijn souvenirkraampjes, een symbool van de handelsstad van weleer. De Notre-Dame kerk en de klokkentoren van het stadhuis lijken op majestueuze totempalen voor de terrassen van cafés en restaurants. In de Notre-Dame vind je: het gotische altaarstuk van Veit Stoss (15de eeuw), één van de grootste en mooiste ter wereld, met 200 figuren; het ritornello van de hejnał, een melodie die sinds de 16de eeuw elk uur wordt gespeeld door een trompettist boven op een kerktoren als uiting van de onafhankelijkheid van de stad.

    De Rynek met de Lakenhallen en de klokkentoren van het stadhuis Philippe Bourget | cms

    Ten noorden van de Rynek ligt een aaneengesloten stadsgedeelte. Rond de St Florianstraat vind je het museum van de Czartoryski-prinsen (en het beroemde schilderij ‘De Dame met de Hermelijn’ van Leonardo da Vinci), Jama Michalika (een typisch 19dee-eeuws cafémuseum), het Slowacki Theater, de St Florian Poort en het Barbican. Je kan ook verder wandelen naar ‘Stary Kleparz’, de authentieke volksmarkt van de stad.

    Oude huizen in de wijk Philippe Bourget | cms

    Kazimierz, erfgoed van de Joodse cultuur

    Deze wijk, die aan het begin van de 19de eeuw aan de stad werd toegevoegd, ademt een sfeer uit die zowel historisch als ‘bohémien’ is. Hier vestigde zich in de 14de eeuw de eerste Joodse gemeenschap, die vijf eeuwen lang groeide en bloeide, tot aan de Tweede Wereldoorlog… In 1939 was een kwart van de 250.000 inwoners van Krakau Joods.

    In een straat in Kazimierz… Philippe Bourget | cms

    De Nazi-vervolging decimeerde op tragische wijze deze bevolking, die werd overgebracht naar het naburige getto Podgórze (zie hieronder) en vervolgens gedeporteerd naar de concentratiekampen – waaronder Auschwitz, 60 km verderop. De afgelopen 20 jaar, nu de herinnering aan het conflict van 39-45 wat is vervaagd, heeft deze lange tijd aan krakers en criminaliteit overgeleverde wijk zijn Joodse identiteit herontdekt, met gebedshuizen en herdenkingsplaatsen en een levendige shoppingcultuur en toerisme.

    Façades van voormalige Joodse winkels in Kazimierz, vandaag omgebouwd tot restaurants Philippe Bourget | cms

    En dat merk je maar al te goed wanneer je door de straten Mieselza, Józefa en Szeroka wandelt. Cafés en restaurants met een Joodse keuken gaan er hand in hand met synagogen, musea en centra voor Asjkenazische cultuur, twee Joodse begraafplaatsen en een heleboel niet-etnische eetgelegenheden, boetiekjes en trendy galerieën waar toeristen en jonge Krakauers elkaar ontmoeten. Rond de Szeroka-straat (eigenlijk een plein) ligt het koosjere restaurant ‘Ariel’ vlakbij ‘Hamsa’, waar je Midden-Oosterse specialiteiten kan eten net als in Tel Aviv. Beide kijken uit op de synagoge en de oude Joodse begraafplaats Remu’h (én van de oudste in Europa), die druk bezocht wordt door buitenlandse orthodox-joodse gemeenschappen, herkenbaar aan hun typische kleding.

    Een voormalige synagoge, nu een café (Hevre) Philippe Bourget | cms

    Bij een bezoek aan Kazimierz moet je zeker ook eens naar het Nowy-plein. Hier vind je een rotonde waar vanuit kiosken de beroemde zapiekanki (stokbrood met kaas, ketchup en bieslook) wordt verkocht en elke zondag een vintage tweedehandsmarkt plaatsvindt, die nieuw leven ingeblazen werd door toeristen en hipsters. Vanaf het Wolnica-plein, waar het grote gebouw van het voormalige gemeentehuis van de wijk staat, leidt de Mostowa straat naar de Ojca Bernatka designloopbrug (voor voetgangers en fietsers), die over de Vistula naar de wijk Podgórze leidt.

    In het museum van de Fabriek van Oskar Schindler Philippe Bourget | cms

    Podgórze en Zabłocie, herinnering aan het ghetto en museumcluster

    Deze wijk, die meer uit het centrum ligt op de rechteroever van de Vistula, herinnert aan de tragische genocide op de Joden van Krakau, die hier vanaf 1941 werden samengedreven en vervolgens werden gedeporteerd naar verschillende concentratie- en werkkampen, waaronder Płaszów, ten zuidoosten van de stad. Vandaag is dit een woonwijk die (nog) niet is bezweken onder het massatoerisme. Aan de Vistula zorgt de voetgangersbrug Ojca Bernatka, die deze wijk sinds 2010 met Kazimierz verbindt, voor een vlotte oversteek die tot nieuwe gewoonten leidt.

    Het Cricoteka-museum, gewijd aan Tadeusz Kantor Philippe Bourget | cms

    Dit plein vormt een perfecte link naar het volgende bezoek, in de naburige wijk Zabłocie, waar je het Oskar Schindler Fabrieksmuseum vindt. Het is ondergebracht in de voormalige fabriek die beroemd werd door Steven Spielberg’s film Schindler’s List uit 1993. Het herinnert aan de grote rol die Oskar Schindler, de Duitse directeur van deze emaille-fabriek, speelde bij het redden van meer dan 1.000 Joden van deportatie. Het museum is meer in het algemeen gewijd aan Krakau tijdens de bezetting en is zeker erg ontroerend, maar heeft te lijden onder de krappe tentoonstellingszalen en de kille sfeer, met een overvloed aan informatie.

    De designbrug Ojca Bernatka en zijn sculpturen Philippe Bourget | cms

    MOCAK (2011) is dan weer een museum van een heel ander kaliber. het dompelt je als bezoeker onder in de wereld van Poolse artistieke creaties. Het Museum van Hedendaagse Kunst in Krakau, dat bestaat uit een nieuw gebouw en gerenoveerde fabrieksgebouwen, toont werken van Poolse kunstenaars en organiseert populaire tijdelijke tentoonstellingen.

    Het Podgórski Plein en de neogotische Sint-Jozefkerk Philippe Bourget | cms

    Om de zeer ‘Krakoviaanse’ inborst van de wijk te ontdekken, kuier je best rond in de buurt van het Podgórski-plein. Rond de neogotische Sint-Jozefkerk vind je woongebouwen uit de 18de en 19de eeuw, enkele van de authentieke ‘melkbars’ van de stad (kantines die nog stammen uit de communistische periode) en de dorpssfeer van de heuvel achter de kerk (Dembowskiego straat en Bednarskiego park).

    Een ‘arty’ en ‘foody’ stad

    Met 160.000 studenten op een bevolking van 1 miljoen inwoners, tientallen nationaliteiten (Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Oekraïens…) die werkzaam zijn in verschillende sectoren – dienstencentra, design… – en Europese waarden die sterk aanwezig zijn, is het niet verwonderlijk dat deze stad van ‘professoren’, die al eeuwenlang is ondergedompeld in een artistiek en intellectueel klimaat, één van de meest dynamische steden van Europa is.

    De intieme tuin van het Eszeweria café Philippe Bourget | cms

    Naast de rijkdom aan musea en (zes!) theaters is Krakau een stad met een intense ‘urban’ cultuur. Deze sector is zelfs de op één na belangrijkste economische sector van de stad, na het toerisme. Het aantal festivals dat elk jaar wordt georganiseerd en de 140 medewerkers van het stadskantoor die verantwoordelijk zijn voor de organisatie, zijn hiervan een toonbeeld. Je hebt onder andere het ‘Misteria Paschalia Festival’ (Pasen); het Studentenfestival van Krakau (een week in mei, wanneer de burgemeester hen de sleutels van de stad overhandigt); het Festival van de Joods Cultuur (juni); het Filmmuziek Festival (mei-juni, het grootste ter wereld); het Poëziefestival (juni); het Festival van de Klassiek Muziek (juli); het zomerse Jazzfestival (juli); het Internationaal Straattheaterfestival (juli); Unsound Festival (elektronische muziek, oktober); het All Soul Jazz Festival (november)… En daarnaast ook het Forum van Europese steden, dat Krakau in juni 2025 zal organiseren, als hoogtepunt van zijn openheid naar het oude continent.

    Designdecoratie in het recent geopende luxehotel H15 cms | cms

    Dit multiculturalisme wordt weerspiegeld in het eten. Traditionele Poolse restaurants die aloude gerechten serveren (soepen, pierogi, enz.) in een chique omgeving gaan hand in hand met een brede waaier aan etnische restaurants (Armeens, Litouws, Japans, Koreaans, enz.) en trendy adresjes, vintage locaties, biologische markten, enz. En iedereen heeft zijn eigen idee van de beste plek om te eten! In Kazimierz zullen sommigen je de trendy bars aanraden, zoals ‘Hevre’ (vintage chique setting in een voormalige synagoge) of ‘Eszeweria’ (oude houten meubels en intieme achtertuin).

    Lipowa 6, een bar met een zicht op de wijk Zabłocie Philippe Bourget | cms

    Fans van leescafés zullen stoppen bij ‘Austeria’, een café-restaurant dat Joodse gerechten serveert en dat daarnaast ook een kleine uitgeverij is. Het werd beroemd door zijn ‘boeken om in te schrijven’, met afwisselend pagina’s van de auteur en blanco pagina’s voor commentaar van de lezer. Kazimierz, een hip geworden wijk, is een goudmijn voor trendspotters, met ook een groot culinair aanbod: ‘Karakter’ voor zijn biologisch-dynamische wijnen, ‘Bottigliera 1881’ (en zijn recente bistroversie, ‘Buffet’) om de 2-Michelinsterrenkeuken van Przemysław Klima te proeven…

    Het interieur van de Francofiele bar ‘Les Couleurs’ Philippe Bourget | cms

    ‘Podgorze’ is ook niet slecht. Sommigen zweren dat ‘Luktung’ de beste ‘asiat’ van de stad is, terwijl de bobo’s elke zaterdag gaan winkelen op de biologisch-ecologische Pietruszkowy-markt, tegenover het ‘Korona’-zwembad. En ook in het historische centrum kom je aan je trekken: Pimienta wordt beschouwd als het beste vleesrestaurant van de stad, en het onlangs geopende luxe hotel ‘H15’ haalt de headlines met zijn restaurant ‘Artesse’, dat ook een Michelinster kreeg. In Krakau vind je om elke hoek nieuwe verrassingen.

    La façade du restaurant Austeria, à Kazimierz Philippe Bourget | cms

    Praktische info

    Zo ga je erheen

    Vluchten Brussel Charleroi – Krakau met Ryanair (ryanair.com) en Brussel Zaventem met Brussels Airlines (brusselsairlines.com).

    Bezoeken

    – Het koninklijke kasteel van Wawel.

    – Collegium Maius.

    – Museum van de Czartoryski-prinsen.

    – Cricoteka-museum. 

    – De fabriek van Oskar Schindler. 

    – MOCAK

    En savoir plus

    krakow.travel

  • De geheimen van Morbihan, een golf met zijn vele eilanden

    De geheimen van Morbihan, een golf met zijn vele eilanden

    Begin met een cruise in de Golf

    Dit is zeker de beste manier om deze baai te ontdekken, die zich uitstrekt over 115 km², bezaaid is met 42 eilanden en zich opent naar de Atlantische Oceaan via een geul van minder dan een kilometer breed. Dit is een binnenzee met een bijzondere geografie, die gespaard blijft van de grote stormen uit het zuiden, maar niet van de krachtige zeestromingen, waarvan sommige bij vloed bijna 20 km/u kunnen bereiken.

    De toegang tot de Golf van Morbihan, vlakbij de vuurtoren van Port-Navalo cms | cms

    Dus, tenzij je een uitstekende zeiler bent en een boot hebt, is het beter om op de rederijen te vertrouwen! Zij bieden cruises vanuit Vannes aan, goed voor bijna 4 uur heerlijk varen. Een odyssee van “natuur en erfgoed” tussen lucht en water, met als enige herkenningspunten de puntige klokkentorens van de kerken van de dorpen aan de rivier.

    Bourget Philippe | cmsHet beroemde Maison Rose, in het kanaal vanuit Vannes.

    Zodra u het kanaal van Vannes verlaat, komt u langs de schattige Pointe de Conleau (dorpsdistrict Vannes), de seizoensgebonden haven van Port-Anna (in het seizoen kunt u vissen op inktvis, hier “morgate” genoemd) en de laatste “sinagots”, oude boten met rode zeilen. Dan komen we in de grote golf, waar de kapitein de naam van elk eiland opdreunt via de microfoon: Boëdic (privé), Logoden (bebost), Mouchiouse (slechts één inwoner!), Stibiden (toebehoord aan Danielle Darrieux, een Franse actrice)… Elk heeft zijn eigen geografie en geschiedenis, in deze gesloten wereld met veranderend licht dat gaat van bewolkt zwart tot het meest glinsterende zeeblauw.

    Het dorp en de haven van Locmariaquer Philippe Bourget | cms

    In deze doolhof vol vissen, waar grote langeafstandszeilers zich hebben gevestigd – er zijn hier een tiental zeilscholen – vallen twee eilanden op door hun grootte: Île aux Moines en Arz. Beide zijn het hele jaar door bewoond. He eerste leverde een aantal langeafstandskapiteins, terwijl het tweede vooral bekend staat om zijn vissers. Dit zijn twee afgelegen vakantieoorden, die ideaal zijn voor toeristen die op zoek zijn naar rust en een buitengewone omgeving.

    Bourget Philippe | cmsHeropleving van de wijnbouw op het eiland Arz

    Ten zuiden van de Golf fluit de lucht van de open zee je om de oren. Voorbij het havendorp, beschut door de witte huizen van Locmariaquer, laten de punten van Kerpenhir en Port-Navalo de krachtige stroom van de zee binnen. Verderop zijn het de eilanden Houat en Hoedic, maar da’s weer een andere reis…

    Vannes en Auray, de bewakers van de golf

    Beide zijn verbonden met de golf door een kanaal, de Marle voor Vannes, de rivier de Auray… voor Auray. Deze verbinding onderstreept de krachtige maritieme rol die de twee grote steden van de Golf altijd hebben gespeeld: eerst als koopvaardijhavens, door de uitwisseling van zeevruchten en landproducten (wijn, zout, hennep, hout, granen, enz.), dan als jachthavens en nu de thuisbasis van vele zeilboten.

    Algemeen beeld van de haven van Saint-Goustan, in Auray Philippe Bourget | cms

    Vannes, een van de meest dynamische steden van Bretagne (met scheepswerven en universiteitscentrum) heeft een opmerkelijk oud centrum omgeven door muren, die op wonderbaarlijke wijze bewaard zijn gebleven van de bommen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is een paradijs voor de wandelaar! U kunt hier kuieren van kleine pleintjes naar steegjes met prachtige vakwerkhuizen, met beneden winkels met levensmiddelen en ambachten.

    De vakwerkhuizen van de Place Henri IV Philippe Bourget | cms

    Place de Valencia, rue Saint-Salomon, rue des Halles, rue Saint-Gwénaël… In dit levendige centrum is de stadswandeling duizelingwekkend, met als hoogtepunt de uitzonderlijke Place Henri-IV met zijn middeleeuwse decor van vakwerkhuizen, vlakbij de kathedraal Saint-Pierre. Vannes is meer dan een levend museum en ademt creativiteit uit. Dit wordt bewezen door het Hôtel de Limur, dat het verhaal vertelt van de evoluties van de stad, een sterke straatkunstcultuur buiten de muren (route te volgen via de Diggy-app) en de met bomen omzoomde promenade van de haven, met zijn zomerse openluchttentoonstellingen.

    Vakwerkhuizen in de bovenstad van Auray Philippe Bourget | cms

    Auray is intiemer. Genesteld aan de voet van de Ria-rivier, schittert het kleine stadje vooral met zijn oude haven, Saint-Goustan, met zijn kades en granieten huizen die sinds de 18de eeuw niet lijken te zijn veranderd. In die tijd hadden meerden er vele handelsschepen aan die Auray verhieven tot de rang van de eerste haven van Morbihan.

    Aan de haven van Saint-Goustan, in Auray Philippe Bourget | cms

    Via de oude brug over de rivier klimmen we naar de bovenstad en volgen we de rue du Château, bezaaid met designer- en ambachtelijke winkels richting de overdekte markt van Auray, nabij het stadhuis. Deze plek werd in 2023 gerenoveerd en herbergt een aantal prachtige Bretonse “huizen”, zoals Henry-oesters of Le Lavandier-charcuterie.

    Een megalithisch heiligdom

    Dit kan je bewonderen tijdens het zeilen in de Golf van Morbihan. Als je langs het eiland Gavrinis vaart, in het zuidwesten van de baai, verschijnt er een grote cairn, als een kunstmatige heuvel. De heuvel van aarde en gras is acht meter hoog en meer dan 50 m in diameter! Daaronder loopt een 14 m lange tunnel die leidt naar een grafkamer bedekt met een 4 m lange stenen plaat, met een gewicht van meer dan 20 ton.

    Bourget Philippe | cmsDe cairn van het eiland Gavrinis, de beroemdste megalithische site

    Welke belangrijke persoon werd begraven onder dit monument, dat dateert uit ongeveer 6.000 voor Christus? Niemand weet het en dat is het mysterie van het Neolithicum, waarvan de Golf van Morbihan een van de Franse hotspots is. Carnac ligt op slechts 30 minuten van Vannes. Voor het bezoek moet u reserveren (site geopend van half maart tot eind september). Het duurt 2u30 en omvat de oversteek over zee vanuit Larmor-Baden, de ontdekking van het eiland en de cairn en vanaf de zee het uitzicht en de uitleg over de megalithische omheining van het naburige eiland Er Lannic, dat bestaat uit twee hoefijzervormige muren uit 3.500 voor Christus.

    De kapotte menhir van Locmariaquer Philippe Bourget | cms

    Gavrinis is niet het enige neolithische monument in de golf. Op het Ile aux Moines is de Kergonan Cromlech minder spectaculair, maar bevat nog steeds een twintigtal staande stenen die in een boog zijn gerangschikt. Verder naar het zuiden op het eiland staan twee hunebedden in de buurt van de hoofdweg, Kerno en Er Boglieux. De tweede heeft enkele inscripties behouden. Er wordt gezegd dat het 6.000 jaar oud is.

    De dolmen van de Table des Marchand, in Locmariaquer Philippe Bourget | cms

    Een tweede grote neolithische site is een aanrader: Locmariaquer. Het is bereikbaar met de auto vanuit Auray in 20 minuten (of met de boot vanuit Vannes) en omvat een grote kapotte menhir, een hunebed en een grafheuvel. Elk is gebouwd in een ander tijdperk. De grote menhir, gedateerd van 4.500 tot 4.700 voor Christus en is de oudste. Het werd in vier stukken gebroken, is 21 m hoog en is mogelijk gevallen na een aardbeving. Indrukwekkend is de grafheuvel van Er Grah: 140 m lang boven een graftombe, gebouwd voor een enkele persoon. Het hunebed van de Table des Marchands bevat een bovenkamer omgeven door gegraveerde stenen. Het zijn allemaal mysterieuze overblijfselen…

    Het strand van Landrezac, Sarzeau

    Stranden en andere topattracties…

    Het is moeilijk om naar Bretagne te gaan zonder van de stranden te genieten! Gelukkig heeft de Golf van Morbihan een groot kustgebied, op het schiereiland Rhuys. Deze brede punt sluit de golf naar het zuiden af en ontvouwt lange zandstranden aan de oceaanzijde, die perfect geschikt zijn voor luieren, zwemmen en watersporten (zeilen, kitesurfen, foilen, zeilen, zeekajakken, enz.).

    Je vindt hier de stranden van Kerver en Fogeo in Crouesty, de stranden van Port-Sable en Port-Lenn in Port-Navalo, Landrezac, Beg Lann en Roaliguen stranden in Sarzeau (de mooiste!) … Er is keuze genoeg. Deze immens kustlijn in het zuiden is vooral gericht op reizigers die het tijdens hun vakantie rustig aan willen doen.

    Observatie in het natuurreservaat van het moeras van Séné Bourget Philippe

    Voor liefhebbers van originele ontdekkingen belooft de Golf ook verrassingen. Wat de landschappen betreft, raden we het moeras van Séné aan. Dit gebied van 530 hectare, geklasseerd als natuurreservaat, kan worden bezocht langs twee wandelroutes die tussen slikken en weilanden zijn uitgetekend. Op het menu: het observeren van vogels, kluten, strandlopers, sterns, lepelaars, bergeenden… Neem zeker een verrekijker mee!

    Oesterpolis, een interpretatiecentrum gewijd aan de oesterteelt Bourget Philippe

    Een ander gebied, dit keer gerelateerd aan menselijke activiteit: Ostréapolis. Dit gloednieuwe interpretatiecentrum gewijd aan oesters, in La-Tour-du-Parc, doet een beroep op de zintuigen om de rijkdom en knowhow van de lokale oesterteelt te onthullen. Video-animaties, recyclage van schelpen, kookworkshops… Het degustatieplezier zit hier in de oester.

    Kasteel van Suscinio Bourget Philippe

    Ook de geschiedenis heeft zijn stempel gedrukt op de regio. Dit wordt bewezen door het kasteel van Suscinio, een formidabel fort uit de dertiende eeuw, omgeven door een gracht en een symbool van de macht van de hertogen van Bretagne. Tussen de hertogelijke woning en de loopbrug dompelt de bezoeker zich onder in een didactische, visuele, geluids- en zelfs olfactorische reis. Een ideale manier om zich onder te dompelen in de Bretonse legendes van een golf die beslist zeer atypisch is.

    Meer info

    Hoe kom ik er?

    Vliegtickets Brussel Charleroi-Nantes met Ryanair. Vannes is dan nog 1 uur en 25 minuten rijden met een huurauto. Met de auto ligt Vannes op 830 km van Brussel. Reken op 8u30 rijden.

    Bezoeken

    – Navix bedrijf: cruises in de Golf van Morbihan.navix.fr

    – Gavrinis site.cairndegavrinis.com

    – Megalithische site van Locmariaquer.site-megalithique-locmariaquer.fr

    – Natuurreservaat Séné Marshes. reservedesene.bzh

    – Ostréapolis. ostreapolis.bzh

    – Kasteel van Suscinio. suscinio.fr

    Accommodatie

    – Hôtel Le Marin

    In Auray, een charmant klein “zeehotel”, supergezellig aan de haven van Saint-Goustan. Tweepersoonskamers vanaf 85€. hotel-lemarin.com

    – Golfe Hôtel

    In Vannes, een modern en comfortabel hotel, dicht bij de haven. Vanaf 80/85€ per nacht. golfe-hotel.com

    – Villa Kerasy

    Zeer mooi boetiekhotel in een herenhuis uit de jaren 1920, in Vannes, tegenover het treinstation. “Oosterse ” decoratie. Vanaf 90€. villakerasy.com

    Meer informatie : morbihan.com

  • Rwanda: groene heuvels en verborgen schatten voor bevoorrechte bezoekers

    Rwanda: groene heuvels en verborgen schatten voor bevoorrechte bezoekers

    Zo biedt het bevoorrechte bezoekers de bijzondere ervaring van zijn berglandschappen, de rijkdom van zijn landbouwcultuur en de vriendelijkheid van zijn inwoners, die 30 jaar na de genocide op de Tutsi’s aangezet worden om zich te verzoenen. Een reis doorheen de geschiedenis en in de weidse natuur. Dat moet je gezien hebben.

    Gorilla(‘s) in het Nationaal Vulkaanpark, een niet te missen ervaring. Philippe Bourget | cms

    Vulkaanpark, indrukwekkende ontmoeting met gorilla’s

    Na een vermoeiende klim van twee uur over vulkanische rotsen en vegetatie stonden we op een hoogte van 3.000 meter eindelijk oog in oog met hen: de berggorilla’s! In het dichte gras zit een familie rond het mannetje, een 22 jaar oude ‘zilverrug’ van meer dan 200 kg, onderuitgezakt als een vorst. Het is onmogelijk om niet onder de indruk te zijn bij de aanblik van deze woudreuzen, rustig, zelfzeker en toch zo menselijk.

    De gids had ons gewaarschuwd: kijk ze niet in de ogen als ze dichterbij komen, hurk als je oog in oog komt te staan en maak een enkel keelgeluid om te tonen dat je als vriend gekomen bent… Deze koningen van de jungle zijn niet bang – misschien geen wonder, gezien hun fysieke voorkomen? We staan nog geen drie meter van ze vandaan, helemaal gefascineerd.

    Philippe Bourget | cms

    Een ontmoeting met de gorilla’s is het ‘nec plus ultra’ van een reis naar Rwanda. Het wordt met zijn ruige, beboste reliëf het ‘land van de duizend heuvels’ genoemd, maar telt ook een aantal echte bergen. Eén van de hoogste, met een hoogte van meer dan 3.700 meter, is de slapende vulkaan Visoke. Hier, op de hellingen van deze kegel op de grens met de Democratische Republiek Congo (DRC), leven de ongeveer 1.000 berggorilla’s die in Rwanda, de DRC en Oeganda voorkomen.

    Philippe Bourget | cmsGewassenteelt op de hellingen van de Visoke-vulkaan

    Voordat de Amerikaanse primatologe Dian Fossey deze primaten in de jaren 1960-1980 kwam bestuderen en hen met hand en tand verdedigde, tot op het punt dat ze in botsing kwam met lokale bewoners en in 1985 werd vermoord onder onopgehelderde omstandigheden, waren er slechts 250 gorilla’s. Ze zijn nu het ‘zwarte goud’ van Rwanda en worden angstvallig beschermd… en ze zijn voorbehouden aan een rijke minderheid, want alleen wie het kan betalen krijgt het ongelooflijke recht om het Nationale Vulkaanpark te betreden, aan een prijs van… € 1.500 per ticket! Voor dat geld is de onuitwisbare emotie van het zien van deze dieren helaas voorbehouden aan wie het zich kan veroorloven.

    Hotel One & Only Gorilla’s Nest, wat een luxe… Philippe Bourget | cms

    Tegen een redelijke entreeprijs, kan je echter ook de makkelijker toegankelijke gouden apen zien (US $100), en ook het graf van Dian Fossey (US $75), begraven in het regenwoud in de buurt van haar geliefde primaten.

    De beroemde heuvels van Rwanda, tussen Nyanza en het Nationaal Park van Nyungwe. Philippe Bourget | cms

    Nationaal Park van Nyungwe, chimpansees en de Nijlbronnen

    In het zuidwesten van Rwanda vind je het Nyungwe National Park, dat in 2005 werd geopend en sinds 2023 op de UNESCO erfgoedlijst staat. Het heeft een oppervlakte van 1.019 km² en je vindt er bijna 500 chimpansees en een kolonie van naar schatting meer dan 500 colobusapen (of franjeapen). Deze apen vlak voor de ingang van het park de weg zien oversteken, als een wit-zwarte golf geleid door een ondoorgrondelijk kudde-instinct, zal voor mij voor altijd één van de hoogtepunten van deze reis blijven. Colobusapen zijn één van de 13 apensoorten die in het park voorkomen. Het park staat ook bekend als één van de verst afgelegen bronnen van de Nijl. In dit regenwoud stroomt het water in rivieren die andere, grotere rivieren voeden. Ze komen allemaal samen in het Victoriameer, de officiële bron van de Witte Nijl.

    Colobusapen in het zuiden van Rwanda Philippe Bourget | cms

    Naast de chimpansee-tracking, die elke ochtend heel vroeg wordt georganiseerd onder begeleiding van een gids die een groep van maximaal acht bezoekers begeleidt (de toegangsvergunning, inclusief parktoegang en gids, kost US$ 240 per persoon), belooft Nyungwe als één van de beste voor het toerisme ontwikkelde parken, nog andere verrassingen. Een wandeling van ongeveer 1 uur door het woud leidt naar een hangbrug door de boomkruinen (US$ 100 toegang tot het park + US $40 per persoon).

    Hangbrug in het Nationaal Park van Nyungwe Philippe Bourget | cms

    Eén tip: begin er niet aan als je hoogtevrees hebt! Anderzijds is het wel een kans om de igishigishigi te ontdekken, immense boomvarens waarvan sommige stammen honderden jaren oud zijn. Eind 2024 wil het park een zipline van 2 km en een ecolodge met 20 kamers openen. Je kan er ook de spectaculaire Ndambarare waterval bewonderen (US$ 115) tijdens een 2 uur durende wandeling en ook vogels spotten. Een andere optie is een driedaagse trektocht, met accommodatie in een boshut, voor US$ 450 per persoon all in. Een financieel haalbaarder forfait.

    Het terras van het Hotel One & Only Nyungwe House Philippe Bourget | cms

    Nyungwe wordt beheerd door ‘African Parks’, een internationale NGO die gespecialiseerd is in het beheer van nationale parken en beschermde gebieden in Afrika. Er kwamen in 2023 bijna 23.000 bezoekers over de vloer. Dat zijn vooral Rwandezen (die een veel lagere prijs betalen), Amerikanen, Belgen en Duitsers.

    Aan de oevers van het Kivumeer werken vissers altijd per drie boten om daartussen een breed net te kunnen spannen Philippe Bourget | cms

    Het Kivumeer en zijn ‘spinboten’

    Het Kivumeer, en daarmee zitten we nog steeds in het westen, is het derde sterke punt van het land. Op de grens met de Democratische Republiek Congo – er zijn spanningen tussen de twee landen vanwege de vermeende steun van Rwanda aan de rebellengroep M23 in Congo – heeft deze watermassa die één van de tien grootste is van Afrika, iets van de ‘Rivièra van het Zwarte Continent’.

    Deze indruk wordt bevestigd door de aanwezigheid van een aantal weelderige villa’s met zwembad die uitkijken over de met pijnbomen en eucalyptusbomen bezaaide oevers. Vanuit het 18 kamers tellende Cleo Lake Kivu Hotel, één van de luxueuze accommodaties voor Premium toeristen in het land, is het uitzicht op de kust en de eilanden bijzonder idyllisch. ‘s Ochtends vroeg kan je de vissers, in koor zingend en fluitend, zien en horen terugkeren naar hun eigenaardige boten. Het zijn telkens drie lange, smalle boten die met houten palen aan elkaar gebonden zijn, zodat ze er een breed net tussen kunnen spannen.

    Hotel in aanbouw aan de oevers van het Kivumeer Philippe Bourget | cms

    Hoe archaïsch ze ook ogen, deze ‘spinnen op het meer’, uitgerust met lange palen aan de boeg en achtersteven om de netten binnen te halen, zijn ook ongelooflijk mooi. In samenwerking met de hotels bieden lokale gidsen toeristen de mogelijkheid om bij valavond aan boord te gaan bij de vissers. Het is een excursie die uit een ander tijdperk lijkt te komen, bij het licht van petroleumlampen, en een kans om het dagelijks leven te aanschouwen van de mannen die onvermoeibaar jagen op sambazas (kleine visjes om te frituren), de specialiteit aan het meer.

    Een vissersboot bij zonsondergang Philippe Bourget | cms

    Je kan ook een kajak huren om te varen tussen de eilanden, zoals de ‘Chapeau de Napoléon’ of de ‘Singes’, vlakbij de stad Karongi. Vroeger lieten boeren hun vee al zwemmend over de kanalen van het ene naar het andere eiland gaan als de weidegronden op het ene uitgeput waren. Dit schouwspel wordt nog steeds georganiseerd voor toeristen. Ook kan je baden in het Kivumeer. Maar wees voorzichtig, want het is tot 480 m diep en er komt giftig methaangas uit de diepte. Het wordt industrieel gewonnen om elektriciteit te produceren voor een deel van de Rwandese bevolking.

    Verkoopster op de markt van Kimironko, in Kigali cms | cms

    Kigali, de grote hoofdstad

    Als je van park naar park gaat, lijkt het alsof je heel Rwanda doorkruist. Je ontdekt een land met heuvels van meer dan 1.000 meter hoog, dichtbevolkte dorpen, velden met maniok, rijst, bananen, thee en koffie. Langs de weg zie je kinderen in schooluniformen, vrouwen die maniokbladeren op hun hoofd dragen, fietsen vol zakken of hout die door mannen voort worden geduwd… Een land waar mensen barsten van de energie, waar ze hun brood verdienen door zich in het zweet te werken.

    Deze tocht leidt onvermijdelijk naar de hoofdstad Kigali. Het is onmogelijk om er je weg te vinden in de wirwar van in elkaar overlopende wijken die tegen de heuvels opklimmen. Er is geen centrum, of eerder: er zijn verschillende centra. Zoals de wijk van het busstation, een lawaaierige en wat vuile plek waar mensen en gemotoriseerd vervoer (motorfietsen zijn koning) samenkomen; of de wijk van het stadhuis, een meer gepolijst centrum met een voorkeur voor winkelen en zaken doen. Deze hoofdstad met ongeveer 1,5 miljoen inwoners, gelegen in het midden van het land, is proper. De straten zijn goed geasfalteerd. Eén van de bezienswaardigheden die je uiteraard niet mag missen is het gedenkteken voor de genocide, een herinnering aan de tragedie waarbij in 1994 meer dan 800.000 Tutsi’s door Hutu’s werden afgeslacht.

    Het memoriaal voor de genocide in Kigali cms | cms

    Hier en daar biedt Kigali ook een mooi laagje ‘lifestyle’. Je vindt er een aantal ontwerpers en mensen die het sociale leven animeren: het Nyamirambo Women’s Center, een coöperatieve die analfabete vrouwen door middel van werk wil laten integreren; het Nyo Arts Center, de meest prominente kunstgalerie van het land; de showroom van Rwanda Clothing, een winkel met decoratieve objecten, meubels en kleding van ontwerpster Joselyne Umutoniwase; en Uzuri K&Y, de winkel van enkele schoenenontwerpers. Zij zijn de ambassadeurs van een land dat, van gorilla’s tot kunstenaars, Rwanda tot een ‘must do’-bestemming maakt… als je tenminste de middelen hebt.

    Pacifique Niyonsenga, kunstschilder en musicus in het Nyo Arts Center cms | cms

    Praktische info

    Hoe ga je erheen?

    Vanuit Brussel vlieg je met Rwandair 3 keer per week naar Kigali met een tussenstop op Parijs (Charles de Gaulle). De vlucht duur 9u15, met aan boord vriendelijk personeel. 30 plaatsen in business class maar geen Wifi aan boord. rwandair.com

    Formaliteiten en info

    Geldig paspoort. Geen vaccinaties nodig. Geen tijdsverschil met België. Valuta: Rwandese frank (RWF). € 1= 1,403 RWF. Klimaat: de beste tijd voor een bezoek is van juni tot september (droog seizoen).

    Bezoeken

    Je schakelt best een touroperator in om de toegang en bezoeken aan de parken te boeken, en ook voertuigen met chauffeur en excursies.

    Overnachten

    – Kigali Serena Hotel: een comfortabel hotel midden in de hoofdstad. serenahotels.com/kigali

    – Kivu Cleo Hotel: dit heel mooie en hoogstaande hotel in Karongi, kijkt op een prachtige manier uit over het Kivumeer. Comfort et rust verzekerd. cleohotel.rw

    – Five Volcanoes Boutique Hotel: we vielen hier voor het groene kader aan de rand van het nationaal Vulkaanpark, ideaal gelegen om gorilla’s te gaan bekijken. Charme en een tropische sfeer.  fivevolcanoesrwanda.com

    Meer info

    visitrwanda.com/tourisme

  • Extremadura, een reis naar het onbekende Spanje

    Extremadura, een reis naar het onbekende Spanje

    Erfgoedparels in Cáceres

    In de erelijst van Spaanse steden met een rijk erfgoed – en dat zijn er bijzonder veel in dit land – staat Cáceres niet bovenaan. Althans niet voor buitenlandse toeristen. De Spanjaarden, die 80% van de toeristische cliënteel in de regio uitmaken, hebben deze stad met 96.000 inwoners en boordevol historische monumenten, al lang in hun hart gesloten. Overdonderend? Dat is een understatement. De oude stad, die sinds 1986 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat, is bezaaid met paleizen uit de middeleeuwen en de renaissance, middeleeuwse torens, kloosters, kerken en kapellen. En de meeste gevels zijn versierd met de wapenschilden van de illustere families die ooit over de stad regeerden. Een opmerkelijk decor van steen en architectuur dat ervoor heeft gezorgd dat Cáceres vaak gekozen werd om er historische films te draaien.

    Een zicht op de kerken in het oude centrum van Cáceres Philippe Bourget | cms

    Dit erfgoed is te danken aan een verleden waarin verschillende culturen elkaar opvolgden. Het werd bewoond door de Romeinen en in de 12de eeuw veroverd door de Almohad Arabieren, die de stad omringden met adobe (verharde aarde wallen), waarvan het metselwerk nog steeds te zien is op sommige gebouwen, zoals de torens van La Yerba en del Aver. Cáceres werd in de 13de eeuw opnieuw ingenomen door de christenen en werd rijk dankzij de adel, de landeigenaren en vervolgens de conquistadores die uit Amerika terugkeerden om kerken en paleizen te bouwen.

    De kerk van San Mateo, in het historische centrum Philippe Bourget | cms

    Moorse en christelijke invloeden ontmoeten elkaar in dit doolhof met Romaanse, Islamitische, noordelijke gotiek en renaissance-invloeden. Een wandeling door de steegjes waar deze bouwwerken staan, zal je doen duizelen. De San Mateo kerk, het Santa Maria de Jesús klooster, casa Ovando Mogollón Perero-Paredes (nu een Parador hotel), het Palacio de las Ciguanas, het Golfines de Abato paleis… Al deze plekken stralen rijkdom en nobelheid uit.

    De co-kathedraal Santa María links, en de Diputacíon Provincial achteraan Philippe Bourget | cms

    Het stadscentrum is allesbehalve statisch. Veel trendy hotels en restaurants (Atrio, van chef-kok Toño Perez, met drie Michelinsterren, La Casa del Sol, Madruelo…) zijn gevestigd in voormalige paleizen. Maak buiten de stadsmuren een wandeling door Calle de los Caleros, een rustige straat met dorpswoningen, en het enorme Plaza Mayor, waar je geniet van de sfeer op de terrassen van de bars. Liefhebbers van hedendaagse kunst moeten absoluut naar het onlangs geopende (2021) Helga de Alvear Museum, dat gratis toegankelijk is en werken bevat van Goya (prints), Vasarely, Paul Klee, Kandinsky, Miró, Buren, Tàpies, Ai Weiwei, Louise Bourgeois en anderen. Er zijn ook tal van discotheken. Overdag kan je ontspannen in de Caballerizas bar, een mooie, trendy plek rond een patiotuin. Cáceres, een echte ontdekking.

    De kathedraal van Mérida. Philippe Bourget | cms

    Mérida, het Spaanse ‘Rome’

    Wist je dat Mérida de Spaanse stad is met het grootste aantal Romeinse overblijfselen? Onder keizer Augustus was het de hoofdstad van de provincie Lusitanië, één van de drie op het Iberisch schiereiland. Het staat dan ook vol met oude monumenten, waarvan de meeste goed bewaard zijn gebleven. In die tijd was de stad bijna net zo dichtbevolkt als nu – 60.000 inwoners. De kracht van de stad wordt geïllustreerd door twee symbolische gebouwen die naast elkaar staan: het theater en het amfitheater. Het theater bood plaats aan 6.000 mensen. De podiummuur, die nu herbouwd is, telt een reeks dubbele marmeren zuilen met in het midden het beeld van Ceres, de godin van de landbouw. Op dit prestigieuze oude podium vindt elk jaar in juli en augustus het beroemde festival van het klassieke theater plaats. Het amfitheater ernaast is minder goed gerestaureerd, maar elk jaar met Pasen wordt hier de indrukwekkende kruisweg afgelegd, de ‘Via Crucis’, die in absolute stilte plaatsvindt.

    Het Romeinse theater van Mérida Xavier Allard – stock.adobe.com

    Elders in de stad vind je nog meer overblijfselen. Het hippodroom (circo romano) is één van de best bewaarde in de Romeinse wereld. De Tempel van Diana troont in het centrum van de stad, net als de Boog van Trajanus. De rivier Guadiana wordt overbrugd door één van de grootste Romeinse bruggen ooit gebouwd. De brug is bijna 750 meter lang (je kan er te voet over) en werd in de 17e eeuw herbouwd. Geen wonder dat het architecturale erfgoed van Mérida ook op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Ook toepasselijk is dat de stad de thuisbasis is van het Spaanse Nationale Museum voor Romeinse Kunst. Dit prachtige bakstenen gebouw van architect Rafael Moneo, met zijn zeldzame collecties (mozaïeken, beeldhouwwerken, enz.) die in grote ruimtes worden tentoongesteld, wordt momenteel uitgebreid om er andere werken in onder te brengen.

    De Romeinse brug over de Guadiana-rivier  venemama – stock.adobe.com

    De Romeinse overblijfselen mogen dan wel overheersen, vergeet niet om ook te genieten van de het geanimeerde leven dat deze stad biedt als regionale hoofdstad van Extremadura. Je vindt ze op minder dan 2 uur rijden ten noorden van Sevilla. Wie zweert bij Andalusië doet er goed aan om eens een omweg te maken.

    Philippe Bourget | cms

    Zoals alle Spaanse steden bruist ook het oude centrum van Mérida met zijn winkels en cafés. Blijf ‘s avonds hangen op het Plaza de España, waar gezinnen verkoeling komen zoeken en op de terrasjes vertoeven. Om te winkelen ga je naar het Romeinse museum langs de twee lange ‘calles’ die enkel toegankelijk zijn voor voetgangers, Santa Eulalia en Ramón Mélida. Je vindt er allerhande soorten winkels.

    Het ‘Palace de Mérida’-hotel dat dateert uit de 15de eeuw Philippe Bourget | cms

    Het groene Spanje…

    Vergeet de clichés van het Zuid-Spanje dat het hele jaar dor is door de loodzware zon, met temperaturen die oplopen tot 40°C. Dat klopt dan wel in de zomer, het geldt niet voor de rest van het jaar. Van de herfst tot de lente kleurt de regio weelderig groen, dankzij de twee grote rivieren die erdoorheen stromen (de Taag en de Guadiana) en de aanwezigheid van talloze stuwdammen. Tot zover het geografische portret van een regio die nog steeds landelijk is, maar die de onbeduidende armoede van de jaren 70 en 80 achter zich heeft gelaten.

    De Taag in het Nationaal Park van Monfragüe Philippe Bourget | cms

    We beelden ons dus landschappen voor die verschroeid zijn door de Iberische zon… om in maart, april en december besneeuwde bergtoppen en weidse landschappen met gras en bomen te ontdekken. Wat een verrassing! Vlakbij Plasencia ligt een vallei die de geest van de lente belichaamt, Jerte. Deze vallei ligt verscholen tussen de besneeuwde toppen van de Gredos en de Béjar en strekt zich uit over een lengte van enkele kilometers tot aan de Tornavacas pas (1.275 m). Bovendien vormen de hellingen, beplant met meer dan anderhalf miljoen kersenbomen, in april een prachtig decor van witte bloemen. Je hoeft niet naar Japan om de kersenbloesems te zien! Net als in Cabezuela de Jerte vind je in de dorpen mooie smalle straatjes met oude huizen met houten balkons en overdekte steegjes. Ooievaars hebben hun nesten gemaakt op kerktorens, een constante in deze regio, waar bijna de helft van alle waadvogels van het land woont.

    Uitzicht op de Sierra de Béjar, vanuit Jerte Philippe Bourget | cms

    Een ander gebied met spectaculaire landschappen is de ‘dehesa’, in het Nationaal Park van Monfragüe. De dehesa is een uitgestrekt weidegebied dat spaarzaam beplant is met steeneiken en kurkeiken. Grote kuddes koeien, schapen en zwarte varkens grazen er vers gras, wat bijdraagt tot de kwaliteit van het vlees van Extremadura – waaronder de beroemde jamón ibérico. Net als in de naburige Portugese regio Alentejo worden de kurkeiken geëxploiteerd om kurken van te maken.

    Een boerderij in het Nationaal Park van Monfragüe Philippe Bourget | cms

    Wijn ontbreekt niet op het menu. Hoewel de wijn uit deze regio lang werd beschouwd als van slechte kwaliteit, is die de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Een mooi voorbeeld is het domein Pago los Balancines in Oliva de Mérida, die deel uitmaakt van de Ribera del Guadiana-appellation. De biologische rode wijn Haragan uit 2018 werd in 2023 bekroond met ‘Dubbel Goud’ op de San Francisco International Wine Competition. Het Monfragüe Park, waar de Taag door vloeit, is ook één van de Europese topbestemmingen voor vogelspotters. Je vindt er zwarte ooievaars, vale en zwarte gieren, keizerarenden… en meer dan 400 verschillende vogelsoorten. Een hotspot voor natuurliefhebbers.

    De poort van Trujillo, uit de 13de eeuw, in Plasencia Philippe Bourget | cms

    Plasencia, Trujillo, Zafra, verrassend stedelijk trio

    De steden van Extremadura hebben veel te bieden. Na de goddelijke verrassingen van Cáceres en Mérida zijn ook deze drie kleinere steden van duidelijk historisch belang. Plasencia, de toegangspoort tot de Jertevallei (zie hierboven), is de meest noordelijke van de drie. Het is de eerste stad die je bezoekt als je uit Madrid naar de regio afzakt en je wordt er meteen ondergedompeld in een overvloed aan architectuur, de erfenis van een culturele diversiteit. De Middeleeuwse stadsmuren die de oude stad omringen, herinneringen aan de Arabische alcazar, de met elkaar verbonden oude en nieuwe kathedralen, de oude Joodse wijk, paleizen en kloosters… Een wandeling dompelt je onder in het atypische verleden van Zuid-Spanje, een land met invloeden van Christenen en Moslims, de adel en geestelijken.

    Versterkte woning in de hooggelegen gedeelte van Trujillo. Philippe Bourget | cms

    Maar vergeet ook hier niet te genieten van de legendarische gezelligheid van Spanje. In Plasencia speelt alles zich af rond de plaza Mayor, een enorme rechthoekige agora omringd door gaanderijen waar bars en restaurants hun terrassen ontvouwen. Aan het eind van de dag kom je hier gegarandeerd tot rust met een lekkere ‘cerveza’. We houden ook erg van Trujillo. De plaza Mayor van dit kleine stadje (minder dan 9.000 inwoners) dat tussen Plasencia en Mérida in ligt, herbergt een schat aan verrassend erfgoed, het resultaat van fortuinen die uit Amerika werden meegebracht.

    Philippe Bourget | cmsZicht op een kerk in het hooggelegen gedeelte van Trujillo vanop het alcazaba (kasteel)

    Andalusië ligt vlakbij en een aantal adellijke inwoners van Extremadura trokken ooit per schip naar de Nieuwe Wereld. In Trujillo domineert één naam alle andere: Francisco Pizarro. De ‘ontdekker’ van Peru en stichter van Lima, de grafdelver van het Incarijk, werd geboren in Trujillo. Zijn ruiterstandbeeld staat trots op de plaza Mayor. In de boven- en benedenstad, onder het middeleeuwse kasteel, getuigen de statige huizen, vandaag privédomein verborgen achter hoge muren, van de opgebouwde rijkdom. Sommige zijn omgetoverd tot historische boetiekhotels, zoals de Posada dos Orillas, een prachtige zes eeuwen oude residentie.

    Een straatje met witte huizen in Zafra Philippe Bourget | cms

    In het uiterste zuiden van Extremadura houden we langer halt in Zafra. De witte gevels, de smeedijzeren poorten, de reputatie van de plaza de toros… Er bestaat geen twijfel over dat Andalusië hier vlakbij ligt! Zafra is beroemd om zijn San Miguel veemarkt, die elk jaar eind september wordt gehouden sinds… 1453. Ga zeker op wandel door de oude stad, tussen de Plaza Grande en de Plaza Chica. De twee zijn met elkaar verbonden door een gewelfde doorgang, die wordt ondersteund door authentieke stenen pilaren. Een unieke uitstraling, net als deze regio van Spanje, die het niet langer verdient om het zwarte schaap van het land te zijn.

    Meer info

    De toeristische dienst van Extremadura. turismoextremadura.com

    Zo geraak je er

    Je vliegt vanuit Brussel naar Madrid, huurt een auto en rijdt 265 km (2u30) naar Plasencia, de eerste grote stad in het noorden van Extremadura. Je kan ook terug naar huis vliegen van Sevilla naar Brussel.

    Bezoeken

    Ontdek de regio met de auto, van noord naar zuid. De wegen zijn van bijzonder goede kwaliteit.

  • De Eure, miskende Normandische regio van impressionisten en tuinen

    De Eure, miskende Normandische regio van impressionisten en tuinen

    Julie MarcyHet dorp Giverny Julie Marcy

    Giverny, een plaatje van een dorp

    Dit dorp in de Val de Seine, op anderhalf uur rijden ten noordwesten van Parijs, werd beroemd door de schilder Claude Monet, de ‘uitvinder’ van het impressionisme. Monet, die er van 1883 tot zijn dood in 1926 woonde, introduceerde de kunststroming in 1873 met het doek ‘Impression, soleil levant’, dat nu te zien is in het Musée Marmottan (Parijs). Met zijn subtiele penseelstreken zou het de aanzet geven tot het impressionisme. Deze beweging riep op tot een nieuwe manier om landschappen te schilderen, met het gebruik van evocatie (‘impressie’) eerder dan realisme, een radicaal contrast met eerdere academische stromingen.

    Huis in Giverny © Jeremy Janin

    We beginnen met een bezoek aan het huis en de tuinen van de schilder, aan het einde van de meer dan 7 kilometer lange straat die het dorp vormt. Na de Mont-Saint-Michel is dit de meest bezochte plek van Normandië. Het in de jaren 1970 gerestaureerde, met roze crépi bezette huis weerspiegelt het privéleven van de schilder en zijn artistieke wereld. Een leeskamer, atelier (met reproducties van zijn schilderijen), keuken, eetkamer, privévertrekken… De ruimtes lijken nog steeds te bruisen van zijn aanwezigheid. De tuinen zijn de kroon op het werk. Als schilder-tuinman perfectioneerde Monet de moestuin en appelboomgaard rond het huis en plantte hij kersenbomen, Japanse abrikozenbomen, tulpen, narcissen, pioenen, irissen… In alle seizoenen, maar vooral in de lente, zijn ze een visueel en geurig genot.

    Tuinen van Monet – waterlelievijvers Aurelien Papa

    De watertuin, één van de hoogtepunten van de site, is volledig door de schilder aangelegd. Zijn fascinatie voor water leidde ertoe dat hij deze vijver creëerde en er een Japanse brug over liet bouwen, groen geschilderd en omringd door oosterse planten (bamboe, ginko biloba, enz.). Hij plantte er ook de waterlelies die wereldwijd bekend zouden worden dankzij zijn bloemschilderijen die in de grootste musea ter wereld te vinden zijn.

    De haven van Camaret, door Eugène Boudin Philippe Bourget | cms

    De schilderijen van Monet zijn nog tot 30 juni 2024 te bewonderen in het ‘Musée des Impressionnismes’. Na een wandeling door het dorp en het bewonderen van de mooie burgerhuizen is een bezoek aan dit museum een must. Ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van het ontstaan van het impressionisme vind je hier de tentoonstelling ‘Impressionisme et la Mer’, een selectie van 80 werken van de grootste impressionistische schilders. Naast de werken van Claude Monet kan je hier ook uitzonderlijke doeken bewonderen van Eugène Boudin, Pissarro, Corot, Renoir, Courbet, Guillaumin, Jongkind en anderen. De tentoonstelling is thematisch ingedeeld (kliffen, havens, eb, stormen, enz.) en toont de illustere ‘Marée basse aux Petites Dalles’ van Monet, met de krijtrotsen die glinsteren in de zomerzon.

    Tuinen van Monet Aurelien Papa

    Het domein van ‘Champ de Bataille’, het paleis van Jacques Garcia

    Veldslagen, die heeft de gevierde interieurontwerper en architect Jacques Garcia genoeg geleverd in zijn uitzonderlijke carrière die nog niet ten einde is. Op 76-jarige leeftijd heeft de man die zoveel plaatsen op elk continent heeft aangekleed (paleizen, residenties van rijke particulieren en hotels, waaronder Le Mayfair in Brussel) zijn grote persoonlijke project verwezenlijkt in Normandië: Champ de Bataille. Dit klassieke plattelandskasteel op 50 kilometer ten zuiden van Rouen was slechts een schim van zijn vroegere zelf. Een pijnlijke vaststelling voor een residentie ontworpen werd door Louis Le Vau, de eerste grote architect van het Paleis van Versailles van Lodewijk XIV, en tuinen ontworpen door Le Nôtre, de absolute referentie voor parken in Franse stijl.

    Domaine du Champ de Bataille. cms | cms

    De decorateur kocht Champ de Bataille in 1992 en restaureerde het in de loop der jaren zorgvuldig tot een prachtig ‘Grand Siècle’-paleis, zowel vanwege de overvloed aan meubels en kunstvoorwerpen die de kamers vullen als vanwege de uitmuntende tuinarchitectuur. In het kasteel, waarvan een privégedeelte bewoond wordt door Jacques Garcia, zal je overweldigd worden door de overdaad aan details, zoals bijvoorbeeld de ongelooflijke verzameling dieren in de dierengalerij, met honderden exemplaren, van opgezette olifanten tot vlinders, insecten en vissen. Maar ook door de schittering van de keukens en hun overvloed aan koperwerk, de gewelfde bakstenen kelder, het adembenemende meubilair in de salons op de bovenverdieping, de bibliotheek barstensvol kunstwerken en literatuur en de charme van de salons in de serres waar de decorateur zich graag ontspant…

    Salon op de verdieping Philippe Bourget | cms

    Buiten stralen de immense tuinen in Franse stijl perfectie uit. Met haagbeuken, strak gesnoeide taxusbomen, vijvers, waterpartijen en vormsnoeibomen belichamen ze de symmetrische sierlijkheid die kenmerkend is voor Franse tuinen. Wandel over de brede centrale laan naar de ‘Marches’, in de richting van de waterval en het ‘grand canal’, en geniet van het mooiste uitzicht op het kasteel.

    Het Moghol-paviljoen Philippe Bourget | cms

    De Brits-Indische tuinen en hun Moghol-paviljoen stralen een Aziatisch exotisme uit dat de inspiratiebronnen onthult van Jacques Garcia, die een passie heeft voor het Oosten. Terwijl het paviljoen enkel toegankelijk is tijdens privé-evenementen of tijdens de Open Monumentendagen in september, zijn de Brits-Indische tuinen open voor het publiek. Je vindt et de ‘Vallée aux Fleurs’ met meer dan 900 verschillende planten, Waarvan verwacht wordt dat ze in 2025 volgroeid zullen zijn.
    Op het Domaine du Champ de Bataille vind je ook een café-restaurant en acht chambres d’hôtes, een luxueuze manier om een duik te nemen in de bijzondere wereld van Jacques Garcia.

    Harcourt, een dubbel kasteel en het oudste arboretum van Frankrijk

    Een ander kasteel dat zeker een bezoek waard is, is Harcourt. Dit departementale domein, gelegen tussen de steden Elbeuf en Bernay, vind je op amper 7 kilometer van Champ de Bataille. Het vertelt een dubbel verhaal: dat van een middeleeuws kasteel dat in de 17de eeuw werd omgetoverd tot een residentieel paleis en een parktuin met wat wordt beschouwd als het oudste arboretum van Frankrijk.

    Château d’Harcourt Philippe Bourget | cms

    Het kasteel ademt meer dan 1000 jaar geschiedenis en vertelt de saga van een lokale heerschappij, die van de familie d’Harcourt. De middeleeuwse militaire invloed wordt geïllustreerd door de vestingmuren, grachten, ovale vestingen en het gewelfde kasteel dat twee dubbele torens verbindt en dateert uit het einde van de 11de eeuw. In de 15de eeuw werd het kasteel de zetel van justitie voor het lokale graafschap. Daarnaast ligt het kasteel, ook van middeleeuwse oorsprong maar in de 17de eeuw grondig verbouwd tot buitenverblijf. Open haarden, parketvloeren en comfortabele woonvertrekken getuigen van deze overstap naar recreatief gebruik. Het kasteel wordt op dit moment gerenoveerd en zal pas in 2027 volledig in zijn oude glorie hersteld zijn. In afwachting kan je er wel omheen wandelen en de binnenplaats betreden.

    Arboretum van Harcourt Aurelien Papa

    De andere grote trekpleister van Harcourt is het arboretum. De eerste bomen die werden geplant op het terrein van het kasteel dateren uit het begin van de 19de eeuw, toen de Parijse eigenaar bosbouwer werd. Hij introduceerde verschillende soorten naaldbomen, waaronder veel dennen. In 1828 werd het park overgenomen door de ‘Académie d’Agriculture de France’ en omgevormd tot een arboretum, een functie die sindsdien onveranderd is gebleven. Als gevolg hiervan vind je in het park een aantal zeldzame en oude soorten, niet alleen geïmporteerd vanuit heel Europa maar ook uit Noord-Amerika en Azië. Het arboretum is sinds 1967 geopend voor het publiek en is een echt plantaardig museum. Op het 11 hectaren grote domein staan bijna 3.000 bomen en struiken van 500 verschillende soorten (Libanese ceders, sparren, lariksen, tulpenbomen, beuken, enz.) Sommige zijn tussen de 150 en 200 jaar oud. Andere, zoals een aantal sequoia’s, zijn meer dan 40 meter hoog.

    Harcourt is ook een plek voor onderzoek. Het landgoed herbergt een kweekarboretum, waar soorten worden bestudeerd om te kijken of ze geschikt zijn voor herbebossing van Franse bossen. Met het kasteel, het arboretum en de schaduwrijke wandelpaden is Harcourt zeker een bezoek van 2-3 uur waard, vooral in de lente wanneer de planten ontwaken.

    Le Bec Hellouin Aurelien Papa

    Op het ritme van het Normandische platteland…

    Je kan niet naar Normandië gaan zonder te verdwalen op de schilderachtige weggetjes van het platteland. In de lente verandert de Eure in ware poëzie. Bloeiende appelbomen, vakwerkhuizen met rieten daken, koeien en paarden, fiets- en wandelpaden, glinsterende rivieren… Naast de musea en kastelen is dit Normandische departement een oase voor ‘slow tourism’ en bezinning.

    Le Bec Hellouin Jeremy Janin

    Als je op zoek bent naar ‘impressionisme’, dan ben je hier aan het juiste adres. Je wordt op het platteland van de Eure getrakteerd op een aantal routes in het groen. De routes ‘des fruits’ en ‘des chaumières’, langs de linkeroever van de lussen die de Seine er maakt, bieden een prachtig overzicht van Normandische landschappen. Van Marais Vernier tot aan de rand van Rouen brengen deze twee routes je van boomgaarden naar ‘longères’ (Normandische boerderijen) en van markten naar gastronomische hoogstandjes. In april en mei staan de aardbeistruiken en pruimen-, peren-, kersen- en appelbomen in bloei, om vervolgens het fruit te dragen dat uiteindelijk in de marktkraampjes zal belanden.

    Landschappen van de Eure Aurelien Papa

    Als je tijd tekort komt om deze routes te volgen, zijn er ook kortere etappes die een goede samenvatting bieden. Dat is het geval voor de paar kilometer tussen Brionne en het dorp Bec Hellouin. Langs de stroom de Bec volgen groene weiden, huisjes met rieten daken en kleine fruitgaarden elkaar in harmonie op. Aan het einde van de weg kom je aan in Le Bec-Hellouin, dat op de lijst staat van ‘Les Plus beaux Villages de France’, de mooiste dorpen van Frankrijk. De indrukwekkende witte torenspits van de abdij domineert de groene vallei, samen met knappe vakwerkhuizen waarvan er enkele zijn omgetoverd tot cafés en winkels.

    Hou tijdens je tocht door het platteland zeker ook halt in Bernay, een ‘Ville d’Art et d’Histoire’, of in Le Neubourg. Deze stad organiseert elke woensdag een markt, één van de grootste in het departement Eure en de belichaming van het landelijke Normandië. Op het plein, tussen de 15de-eeuwse kerk (bijgenaamd de ‘cathédrale des champs’ of kathedraal van de velden) en de restanten van het kasteel, vind je plaatselijke specialiteiten (worsten, enz.) en hoeveproducten (gevogelte, verse producten, enz.). Het dorp Harcourt, vlakbij het gelijknamige kasteel (zie hierboven) is zeker ook een bezoek waard. Charmante Normandische vakwerkhuizen en een voormalige middeleeuwse markthal op de Place du Général Chrétien, die nu het gemeentehuis is, staan aan de voet van de Saint-Ouen kerk. Onder de (spitse) klokkentoren vind je een ‘salle de charité’ en 19de-eeuwse glas-in-loodramen. Een mooi voorbeeld van het ‘klein erfgoed’ van Normandië in een departement dat een escapade van twee of drie dagen vanuit Parijs meer dan waard is.

     

    Praktische info

    – Domaine du Champ de Bataille, in Sainte-Opportune du Bosc. chateauduchampdebataille.com

    – Domaine d’Harcourt, in Harcourt. harcourt-normandie.fr

    – Musée des Impressionnismes, in Giverny. Expo’s: ‘L’impressionnisme et la Mer’, tot 30 juni; ‘Hiramatsu Reiji. Symphonie des Nymphéas’, van 12 juli tot 3 november. mdig.fr

     

  • Jamaica, de tropen in hun meest exotische vorm

    Jamaica, de tropen in hun meest exotische vorm

    Van het Noorden naar het Zuiden, een Caraïbische kust met verschillende gezichten

    Jamaica ligt in de ‘intertropische zone’ en biedt alle troeven voor een geslaagde kustvakantie. Daarbovenop komt dat de Caraïbische Zee voor elk wat wils biedt. De noordkust van het eiland, van Montego Bay via Ochos Rios tot Oracabessa, is veruit het populairst bij toeristen.

    Het strand van Ocho Rios

    De meeste resorthotels liggen geconcentreerd langs de 120 km lange kustlijn. Net als in de Dominicaanse Republiek of aan de Mexicaanse Riviera Maya zijn de bekende namen als Zoëtry, Sandals, Iberostar, Bahia Principe… goed vertegenwoordigd, compleet met hun gebruikelijke all-in service: strandrestaurants, zwembaden, watersportactiviteiten… en alle voorzieningen voor vakantiegangers die op zoek zijn naar comfort en totale zorgeloosheid.

    Een bewijs dat dit soort toerisme in de lift zit, is de geplande opening in 2025 van een Hard Rock Hotel in Montego Bay. Het legendarische Golden Eye Resort hotel ligt ook aan deze kust, in Oracabessa. Op een domein dat ooit toebehoorde aan Ian Fleming, de Britse schrijver die James Bond bedacht, verwelkomen zo’n veertig luxevilla’s en cottages welgestelde gasten. Het hotel is gecreëerd door de huidige eigenaar, Chris Blackwell, de legendarische Britse producer van Bob Marley. In dit toeristische aanbod kan ook de badplaats Negril niet ontbreken, in het uiterste westen van het eiland. Het is befaamd om zijn vele hotels, restaurants en muziekbars langsheen het beroemde 7-mile Beach.

    Zonnekloppers op Treasure Beach, in het zuidwesten van het eiland Philippe Bourget | cms

    De meer authentieke zuidwestkust zal dan weer toeristen aanspreken die eerder op zoek zijn naar een complete onderdompeling in de échte Jamaicaanse cultuur. Treasure Beach is daar een goed voorbeeld van. De boetiekhotels en bedrijven van deze badplaats liggen in een ongerept landschap van vissershavens en kleine boerderijen (bekijk verder in dit artikel de paragraaf “Een binnenland vol verrassingen”). Eén accommodatie in het bijzonder past perfect in dit plaatje: het Jakes Hotel. Met zijn kleurige bungalows verspreid tussen de begroeiing is het een plek met een 100% lokale atmosfeer.

    Het Jakes Hotel aan de zuidkust Philippe Bourget

    Vlakbij, in Crawford, ligt een bijzonder goed bewaard gebleven natuurgebied: MalcomBay. De lokale gemeenschap beschermt dit zeereservaat met zijn bijna 5 km ongerepte mangrovekust. Vanop de motorboot van de plaatselijke vissers zie je zeekoeien en zeeschildpadden. Vervolgens neem je opnieuw de boot om een glas rum te gaan drinken in de Pelican Bar, een op palen gebouwd ‘café’ vlakbij de kust, gerund door de charismatische Rasta Floyd.

    Bongo Herman, een Jamaicaans percussionist en vriend van Bob Marley in het museumhuis van de artiest in Kingston. Philippe Bourget | cms

    REGGAE, BOB MARLEY en de RASTA-cultuur

    Waarvoor staat Jamaica bekend voor iemand die er nog nooit is geweest? Reggae en Bob Marley natuurlijk! Bob Marley, de koning van dit muziekgenre dat ontstond in de arme Trenchtown-wijk van de hoofdstad Kingston, overleed op 36-jarige leeftijd en blijft voor altijd de ‘nummer één’ en de grote trots van Jamaicanen. Kijk maar naar de vele portretten van hem op muren of op T-shirts die mannen hier op straat dragen. Dus als je naar Kingston komt (1,25 miljoen inwoners, op een totale bevolking van 3,2 miljoen in het land), een hoofdstad die niet meer zo ruw is als in de jaren ’80, dan is het niet alleen om het prachtige Georgiaanse Devon House te zien of door Downtown te slenteren om de ‘street art’ te bewonderen – waarop vaak reggaeartiesten afgebeeld staan. Het is ook, en vooral, om het huismuseum van Bob Marley te bezoeken, vlakbij het Jamaica House, de residentie van de eerste minister.

    Het standbeeld van Bob Marley voor zijn museumuis in Kingston Philippe Bourget

    Mensen komen van over de hele wereld om een pelgrimstocht te maken naar deze plek waar het leven van de artiest in de spotlights staat. Foto’s, brieven, gouden platen, persoonlijke voorwerpen, zijn opnamestudio… je kan het er allemaal zien, met commentaar en prachtige covers van de nummers van het idool door gids Ricky, een echte Rasta die bevriend was met Bob Marley. Korter bij de legende kan je niet geraken – yah man! Als extra is er ook een koffieshop. Ook buiten het museum blijft de Rasta-cultuur alomtegenwoordig in Jamaica. De kenmerkende look met dreadlocks, een wollen hoed in Jamaicaanse kleuren en een joint met ganja is een beeld dat nog steeds populair is!

    Devon House, het in Kingston gelegen Georgiaanse huis van George Stiebel, ‘de eerste zwarte miljonair aan het einde van de 19de eeuw. Philippe Bourget

    Om de ervaring compleet te maken, kan je in het Jakes Hotel verblijven. Het heeft twee restaurants, waaronder het beroemde ‘Jack Sprat’. Het Jakes Hotel is gewijd aan reggae en aan Jimmy Cliff, en is eigendom van de zoon van de Jamaicaanse filmregisseur Perry Henzell. Die maakte een film maakte waarin de beroemde en nog levende reggaemuzikant speelde. Wil je nog meer van de lokale cultuur opsnuiven, dan kan een uitstapje naar het Rastafari Indigenous Village niet ontbreken in je programma. Dat is één van de laatst overgebleven Rastafarikampen op het eiland. Een handvol Rastafari leeft er zelfvoorzienend in een afgelegen deel van een vallei in de buurt van Montego Bay, ver weg van wat zij zien als een verziekt ‘Babylon’. Verwacht je aan kumina muziek (gebaseerd op percussie), vegetarisch eten en ‘spliffs’ – ganjasigaretten. Als je zin hebt, kan je er zelfs op retraite gaan, in bungalows die zijn ingericht voor toeristen.

    Een mooi hotelhuis in de Blue Mountains. Philippe Bourget | cms

    Een binnenland vol verrassingen

    Watervallen en meertjes om in te zwemmen, rivieren om af te dalen met een boot, raft of canyoning, een bezoek aan lokale boerderijen en culinaire specialiteiten… Het ‘binnenland’ van Jamaica ontdekken, voorbij de Blue Mountains, levert een goudmijn aan impressies op.

    Blue Hole, in Island Gully Falls, één van de mooiste natuurlijke sites van Jamaica. Philippe Bourget | cms

    In het zuidwesten, tussen Treasure Beach en Black River, heeft de schaarse vegetatie en rijke grond geleid tot een kleinschalige landbouweconomie. Aan de voet van de Santa Cruz Mountains kan je met begeleide scootertochten de landbouwers ontmoeten. Je zal er meerdere tegenkomen, druk in de weer op de velden rond hun houten hutten, wakend over de groei van de coco (een grote knol), thijm (!), pears (avocado’s), soursop, naseberries, jum plum… Bijna alles groeit in dit gebied, dat wordt beschouwd als een van Jamaica’s ‘markttuinen’.

    In de Blue Mountains cms | cms

    Verder landinwaarts, in het zuidwesten, stoppen we bij Middle Quarters voor een snack van ‘pepper shrimps’, garnalen gevangen in de plaatselijke rivier en gekruid met peper. Voor de fun bezoeken we YS Falls, een reeks verkwikkende watervallen die langs een zijrivier van de Black River naar beneden storten, hier aangelegd met vijvers en gazebo’s (tuinhuisjes) om te picknicken. Voor de kick maak je een uitstap naar de Black River vissershaven, waar je de gelijknamige rivier kan bevaren en zeldzame vogels en een kolonie krokodillen kan observeren. Als je van rum houdt, heb je geluk! Jamaica produceert de sterke drank, en twee distilleerderijen openen ook hun deuren voor toeristen: Hampden Estate, bij Falmouth (in het noordwesten) en Appleton Estate, bij Santa Cruz (in het midwesten). In een kader dat eerder 19de-eeuws lijkt, produceert de eerste een pure single van topkwaliteit en heeft het ook een paar schoenen van Usain Bolt in de winkel staan. De Jamaicaanse kampioen, afkomstig uit het nabijgelegen Falmouth, heeft ze gesigneerd als geschenk aan de stokerij.

    Afdaling met een bamboevlot van de Martha Brea River, in het noordwesten van het eiland. Philippe Bourget | cms

    In het noordoosten van het eiland is er ook geen gebrek aan activiteiten in de valleien van het binnenland. In de hoger gelegen gebieden rond Ocho Rios vinden we met wat moeite het echte ‘Blue Hole’, een diepblauwe waterpoel die een waterval uit een bergrivier opvangt. De plek waar deze attractie te vinden is, Island Gully Falls, is prachtig en goed verzorgd. Aan de rand van Cockpit Country, één van de meest geïsoleerde gebieden van Jamaica, in het noordwesten van het eiland, kan je raften. Op de Martha Brae River glijden bootvaarders net als vroeger met hun lichte bootjes de schaduwrijke rivier af door zich met een lange houten paal af te duwen. Als toerist is het een originele manier om je helemaal te verliezen in de krochten van het bos.

    Een dorpje hoog in de Blue Mountains. Philippe Bourget | cms

    De BLUE MOUNTAINS, vruchtbaar regenwoud

    We kunnen zonder twijfel zeggen dat deze regio een wereld apart is, omdat ze zoveel te bieden heeft op het vlak van natuur en cultuur. Deze bergketen, die in het oosten van het eiland ligt en uitkijkt over Kingston, is tot 2.256 meter hoog en moeilijk toegankelijk. Vanuit de hoofdstad beklimmen slechte, smalle en kronkelige wegen de hellingen, zich een weg banend door vegetatie die het asfalt lijkt te willen verslinden. Weelderig en mistig, met plotselinge en hevige regens, zijn de Blue Mountains uitermate geschikt om te wandelen, vooral in het Blue en John Crow Mountains National Park. Op een hoogte van 1.250 m doet de aangenaam koele lucht je de verstikkende hitte van Kingston vergeten en er zijn vier wandelpaden toegankelijk voor wandelaars vanaf één van de ingangen van het Holywell park. Hier ontdek je twee symbolen van het land: de nationale boom, de Blue Mahoe die een een soort hibiscus is; en de nationale vogel, de Red-billed Streamertail, een kolibrie.

    Koffie plukken Philippe Bourget | cms

    De Blue Mountains zijn ook koffieregio. En wat voor koffie! De Arabica-variëteit die hier wordt geteeld, is één van de duurste ter wereld en levert een milde maar volle koffie op zonder bittere smaak. Je kan verschillende koffieplantages bezoeken, waaronder de UCC Blue Mountain Coffee Craighton Estate in Irish Town. Wandelingen door de plantages leveren prachtige panoramische uitzichten op de hoofdstad en de kust op. Een aantal hotels en lodges verspreid over de heuvels bieden de kans om een nacht of twee in alle rust door te brengen.

    De watervallen van de Blue Mountains

    Deze ‘vriendelijke jungle’ herbergt ook andere verrassingen. Het zal je misschien verbazen om te horen dat het massief nog steeds de thuisbasis is van ‘maroon villages’, vernoemd naar de afstammelingen van slaven die ooit ontsnapten uit de plantages, hun toevlucht zochten in de hoogten en er in gemeenschappen leefden. Je kan ook genieten van een verrassende ontbijtervaring bij Pretty Close 876, in Gordon Town. Dit ‘restaurant’, gebouwd in een hut, ligt vlak aan een beekje in een verborgen vallei in de Blue Mountains. Je vindt er uitstekende traditionele i-tal (vegetarische) gerechten. Reserveren is verplicht. Een bezoek aan de Blue Mountains, dat is als een nieuw land ontdekken!

    Info
    Het Jamaicaans toeristisch bureau: visitjamaica.com

    Zo ga je
    Er is op donderdag een TUIFLY-vlucht van Brussel naar Montego Bay. tuifly.fr 

    Formaliteiten
    – Je moet voor je vertrek online een immigratie- en douaneformulier invullen. enterjamaica.com
    – Uurverschil: in de winter 6u en in de zomer 7u.
    – Geld: de Jamaicaanse dollar (JA$). €1 = ongeveer 164 JA$. Je kan ook betalen in Amerikaanse Dollar.
    – Elektriciteit: voorzie een adapter met 2 platte polen.

  • In Valencia wakkert moderniteit de tradities aan

    In Valencia wakkert moderniteit de tradities aan

    Zonder de architecturale revolutie die in 1998 begon en de organisatie van de America’s Cup in 2007 zou Valencia waarschijnlijk nog steeds een ‘secundaire’ stad geweest zijn, gedegradeerd tot een doorreisbestemming op weg naar Andalusië. Maar de op twee na grootste stad van Spanje is erin geslaagd om zich op te werpen als trendy en cultureel aantrekkelijke bestemming. De verklaring kan in twee woorden worden samengevat: gedurfde stadsontwikkeling.

    Ciutat de les Arts i les Ciències

    Wetenschapsstad

    Op de droge bedding van de Turia, de rivier die werd omgeleid vanwege verwoestende overstromingen, hebben grote namen uit de architectuur de ‘Ciutat de les Arts i les Ciències’ gebouwd, een cultureel en vrijetijdscomplex dat bestaat uit ultramoderne gebouwen. Het Príncipe Felipe Wetenschapsmuseum, Umbracle (een palmentuin), Oceanogràfic, Reina Sofía kunstenpaleis (ontworpen door Santiago Calatrava, die ook het station Luik-Guillemins ontwierp) en Hemisfèric. Deze vijf architectonische UFO’s vormen samen het avant-gardistische centrum van Valencia, waardoor het een absolute must is om te bezoeken.

    De tuinen van de Túria

    Met de fiets in de bedding van de TÚRIA

    En daar blijft het niet bij: er zijn ook andere projecten ontstaan in Valencia. De Assud de l’Or, een elegante brug over de Turia tussen het Wetenschapsmuseum en het Oceanogràfic, schiet met zijn witte spits en harpvormige stutten 125 meter hoog de lucht in. En de Agora, een glazen en metalen schelp ontworpen om grote sportieve en culturele evenementen te huisvesten, die de brug in symmetrie en finesse evenaart. Ook deze twee architecturale hoogstandjes werden in 2010 ontworpen door Calatrava, een talentvolle architect en afkomstig uit Valencia.

    De beste manier om deze stad in de stad te ontdekken is met de fiets: de rivierbedding van de Túria is omgetoverd tot een groene corridor met wandelpaden, vijvers, tuinen en fonteinen. Het is een mooie gelegenheid om 8 km door Valencia te fietsen, weg van de drukte van de stad. Je kan langs deze beschermde corridor naar het park van Cabecera en het Bioparc fietsen, een innovatieve en ecologische stedelijke dierentuin. Het originele eraan is dat de zoo op zo’n manier ontworpen is dat de barrières tussen bezoekers en dieren onzichtbaar zijn.

    De hippe haven van Valencia

    FIESTA in de hippe havenwijk

    Aan de andere kant van deze groene long ligt de haven, die is omgetoverd tot een trendy wijk met hippe restaurants en bars. Het maakt de ontwikkeling van dit spectaculaire complex compleet en het is de ‘place to be’ geworden voor jonge Valencianen. Het was hier dat de stad de schepen van de America’s Cup verwelkomde in 2007 en 2010. In de haven vind je trendy restaurants, loungebars met terrassen en hangars die zijn omgetoverd tot feestzalen. De toegangswegen naar de haven, slangen van asfalt die langs de kades lopen, waren ook het decor voor de ‘European Grand Prix’ Formule 1.

    De kathedraal van Valencia

    Uitzonderlijk gotisch en modernistisch erfgoed

    Dat is allemaal al meer dan reden genoeg om een reis naar Valencia te plannen. Maar daarnaast lreeg de stad ook vorm doorheen de geschiedenis, wat gezorgd heeft voor een in alle opzichten opmerkelijk stadscentrum.

    Met afwisselend Romeinse, Arabische en Christelijke invloeden heeft Valencia een schat aan overblijfselen verzameld en je vindt er gotische en modernistische gebouwen. Het geheel baadt bovendien in een feestelijke sfeer die ‘s avonds tot leven komt in de smalle straatjes rond de traditionele tapasbars, bodega’s, paellarestaurants en nachtclubs…. Qua bezienswaardigheden zijn er een aantal niet te missen hotspots, zoals de Mercado Central, de kathedraal, het Palacio de la Generalidad, het Museo de Belas Artes, het opmerkelijke station Gare del Nord in Art Nouveau-stijl en vooral ook de Lonja. Deze voormalige zijdebeurs, een gotisch pareltje, staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De immense hal heeft een reeks prachtige gedraaide zuilen.

    De Mercado Central

    OCEANOGRÀFIC, afspraak met de zeewereld

    De ‘Oceanogràfic’ ligt in het hart van het ‘Ciutat de les Arts i les Ciències’-complex en wordt (door de Valencianen) gezien als het grootste aquarium van Europa. Elk van de pagodevormige gebouwen herbergt een ander zee-ecosysteem (Middellandse Zee, Tropen, Rode Zee, Noordpool, Antarctica, Eilanden, Oceanen…) en de waterfauna die er leeft. In het totaal worden er 45.000 exemplaren van 500 verschillende soorten te zien, waaronder dolfijnen, haaien, pinguïns, mantaroggen, zeeleeuwen, zeehonden, schildpadden, schaaldieren…

    Oceanogràfic de Valence

    Dit is het enige aquarium op het Oude Continent waar zowel walrussen als beluga’s leven. De beluga, een formidabele witte walvisachtige die voorkomt in de Golf van St. Lawrence in Quebec, is op zichzelf al een bijzondere ontdekking. Maar het Oceanogràfic is meer dan alleen een tentoonstellingsruimte. Als studiecentrum voert het wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s uit en geeft het bezoekers de kans om originele ervaringen mee te maken.

    Voorbeelden? Volg het dagelijkse leven van een zeehonden- en dolfijnenverzorger, neem een kijkje achter de schermen van het aquarium (voedsel, waterbeheer, enz.) of slaap (als kind) een nachtje in de aquariumtunnel tussen de haaien!

    Oceanogràfic de Valence
  • Op ontdekkingstocht in Peru, land van zee en bergen

    Op ontdekkingstocht in Peru, land van zee en bergen

    Lima, de Miraflores-wijk en zijn beroemde mist mehdi33300 – stock.adobe.com

    Lima, mistige hoofdstad badend in de ‘garúa’

    11 miljoen inwoners telt deze Zuid-Amerikaanse grootstad, uitgespreid over tientallen kilometers en met een nauwelijks te onderscheiden centrum. Je zou kunnen denken dat de aan de kust van de Stille Oceaan gelegen stad ‘Californisch’ is, maar dat is ze allerminst. De oceaan is van nature vijandig en stort zijn venijn uit over de asgrauwe stranden. De lucht, vaak gehuld in een nevel van zeewater, hult de stad in een fijne motregen, hier bekend als de ‘garúa’. De Peruviaanse schrijver Mario Vargas Llosa beschreef deze bijzondere sfeer perfect in zijn vele romans.

    De Barranco-wijk in Lima Philippe Bourget | cms

    Betekent dit alles dat je Lima moet vermijden? Natuurlijk niet! De donkere, melancholische sfeer heeft zijn eigen charme, en zoals elke zichzelf respecterende grote stad verbergt ook deze hoofdstad een aantal interessante plekken. Barranco bijvoorbeeld. Dit minuscule deel van de stad helt af naar de oceaan en heeft alles van een hippe wijk. Kleurrijke huizen met terrassen die omgetoverd zijn tot cafés en restaurants, muurschilderingen op straat, trendy boetiekjes, kunstgalerijen… Er hangt een opwekkende ‘bohémien-chic’-sfeer in deze wijk vol pleinen en steegjes. Ook Miraflorés is zeker een bezoek waard. Deze wijk is een toeristisch en commercieel gebied bij uitstek en bruist rond de autovrije Reserva malecón (de zeedijk), die ‘s avonds laat tot leven komt. Er zijn twee zeer hippe winkelcentra (Inka Market, Larcomar), een groen park (Kennedy) en een aantal prachtige ‘quintas’ (woningen) uit de jaren 1930.

    De Barranco-wijk in Lima Philippe Bourget | cms

    Het historische centrum moet je gezien hebben. Rond de Plaza de Armas en het Santo Domingo-klooster vind je een mix van koloniale restanten en gedurfde stedenbouw. De kathedraal, het regeringspaleis, het aartsbisschoppelijk paleis en het San Francisco-klooster zijn de meest kenmerkende gebouwen. Op het vlak van artistiek erfgoed is het Larco-museum niet te missen. Het is gehuisvest in een charmante voormalige haciënda en herbergt 50.000 stukken aardewerk uit de Moche- en Chimú-tijdperken, twee pre-Incabeschavingen in het noorden van Peru. Het hoogtepunt van de collectie is een kamer met erotische huacos (figuurtjes)…

    Lima, de San Juan-kathedraal

    De Noordkust aan de Stille Oceaan, een aandenken aan de pre-Inca’s

    Ken je de sites van Chan Chan, El Brujo, Sipan en Tucumé? Tenzij je een specialist bent op het vlak van pre-Columbiaanse volkeren, is dat weinig waarschijnlijk! En toch legden ze de basis van de geschiedenis van Peru, en dienden ze als inspiratiebron voor de Inca’s.

    De Chimu de Chan Chan-site in het noorden vanPeru Philippe Bourget

    Om in hun voetsporen te treden, met een geschiedenis die teruggaat tot 2000 voor Christus, trek je naar de noordkust, tussen Trujillo en Ecuador. In dit armere deel van Peru vind je in de regio’s La Libertad en Lambayeque een handvol belangrijke sites, gelegen in een vlak, monotoon agrarisch landschap. Vanaf het begin van onze jaartelling tot de komst van de Inca’s in de 13de eeuw volgden drie beschavingen elkaar op, met de nodige overlappingen: de Moche, de Lambayeque en de Chimú.

    Uitzicht vanop de Moche de Huaca Rajada-site Philippe Bourget | cms

    Vlakbij Trujillo liggen de tempels van de zon en de maan. De Tempel van de maan, een bastion van de Moche, het dominante volk tijdens de eerste zes eeuwen, is gemaakt van adobe-bakstenen en bevat kleurrijke decoraties en symbolen van deze beschaving: soldaten met wapens, priesters, vissers, draken, slangen… Binnenin de 24 meter hoge piramide vind je graven en altaren. Ook de site van El Brujo, ten noorden van Trujillo, dateert uit de Moche-periode. Op Caõ Viejo, één van de drie tempels, zijn ook menselijke motieven te zien. De pre-Inca’s vestigden zich in valleien aan de oceaan en leefden van de visvangst en de landbouw. In de haven van Huanchaco worden nog steeds dezelfde rieten boten gebruikt als vroeger, de caballitos de totora.

    Halsketting die gevonden werd op de site van Huaca Rajada – Museum van Sipan Philippe Bourget

    In de buurt van Chiclayo vind je een begeerde plek: Huaca Rajada. In 1987 werden daar het graf en de kist ontdekt van de Meester van Sipán, een hoogwaardigheidsbekleder van de Moche. De begraafplaats, die juwelen en sieraden van een ongekende rijkdom bevatte, biedt een inzicht in hun gewoonten en gebruiken. De collectie is te zien in het Museum van de Koninklijke Graven van Sipán. ‘Pre-Columbiaans’, dat is ook de Chimú-beschaving. Dat zou de laatste ter wereld geweest zijn die piramides bouwde. De beige heuvels die door erosie zijn uitgehold, kan je zien in Tucumé. Een laatste bezienswaardigheid is Chan Chan, de voormalige hoofdstad van de Chimú. Deze muren in de woestijn, die een uitgestrekte binnenplaats beschermen, zijn ontzagwekkend. De Inca’s putten inspiratie uit deze kennis om hun beschaving, de laatste voor de komst van de conquistadores, te laten schitteren.

    De tombe van de Meester van Sipan

    Cuzco, oude hoofdstad uit Inca- en koloniale tijden

    Op 3.400 meter hoogte sta je als aan de grond genageld wanneer je aankomt in Cuzco. De bakstenen huizen nemen de hellingen van de Peruviaanse siërra volledig in, alsof ze de toppen willen veroveren. Niet alleen de hoogte beneemt je de adem, dat doet ook de aanblik van deze ‘rode’ stad die uitgespreid ligt in de bergen, onder een azuurblauwe hemel. Het is dan wel de voormalige hoofdstad van het Incarijk, de stad staat ook symbool van het koloniale Amerika, en dus zijn hier nauwelijks nog Incasporen te vinden.

    Uitzicht over Cuzco

    Kloosters en kerken hebben de plaats ingenomen van de tempels… maar de overblijfselen zijn er bij nader inzien nog steeds. De Spanjaarden pootten verschillende gebouwen neer op de fundamenten van Inca-muren. Het Aartsbisschoppelijk Paleis rust bijvoorbeeld op de grote blokken van het koninklijk paleis van de 8ste Inca-keizer. Ook andere gebouwen zijn op deze manier gebouwd. De gigantische ruïnes van het fort van Sacsayhuamán domineren de stad nog steeds.

    Op het immense Plaza de Armas herinnert nu alleen nog het standbeeld van Pachacutec ons aan de Inca-geschiedenis. Rond deze agora vol toeristen liggen twee juweeltjes van Spaanse architectuur: de Compañia-kerk en de kathedraal. De eerste, het werk van de Jezuïeten, was bedoeld om te concurreren met de tweede. De barokke gevel doet het niet meteen vermoeden, maar de schoonheid van de kathedraal is ongeëvenaard. In het gebouw met een unieke mix van barokke, Moorse en Platereske stijlen zijn meer dan 650 kunstwerken ondergebracht, samen met bladgoudversieringen, een altaar bedekt met ‘eeuwig zilver’, een Christus en zijn kroon in massief goud en, het absolute pronkstuk, een baldakijn gemaakt van 102 kg zilver.

    De kerk van Compania Philippe Bourget | cms

    We nemen ook met plezier een duik in de drukte van Cuzco, een populaire en kunstzinnige stad. Rond de overdekte markt van San Pedro duiken typische Peruviaanse taferelen op, met verkoopsters die tussen de groenten zitten, compleet met vilten hoeden op hun hoofd. De wijk San Blas is zeker een bezoek waard. Langs de hellende straten en stenen trappen vind je in de gerestaureerde witte huizen boetiekhotels en cafés. Maar het is moeilijk om te ontsnappen aan de religieuze invloed van Cuzco! In deze ‘Mariano’-stad (de cultus van de Maagd Maria) worden alle heiligen gevierd. Je ontkomt zelden aan een katholiek feest, dat wordt gevierd in een vrolijke sfeer met vuurwerk, danseressen en muzikanten.

    Een markt in Cuzco cms

    Machu Picchu via bergpaden…

    Tussen Cuzco en Machu Picchu liggen de dorpen van het Andesplateau, de imposante bergen, de mensen in hun kleurrijke klederdracht… Zij vormen de charme van de ‘Heilige Vallei’, gelegen op 2.000 tot 3.500 meter hoogte. En dan is er natuurlijk ook nog de beroemde Inca-site, een wonder van pre-Columbiaanse architectuur dat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO staat.

    Aankomst bij Machu Picchu Philippe Bourget

    De meeste bezoekers gaan met de bus via een kronkelige weg naar Machu Picchu vanuit de stad Aguas Calientes. Om deze populaire maar ‘volgzame’ optie te vermijden, raden we aan dat zij die dat kunnen opbrengen zich te voet naar de site verplaatsen. De vierdaagse tocht is relatief vermoeiend. Een eendaagse wandeling is een optie voor fitte en geoefende wandelaars. Beide treks bieden je als beloning dat je hoog bovenop de site aankomt, aan het einde van een inspannende tocht die het plezier van de ontdekking eens zo hard versterkt.

    Brug over de Rio Urubamba Philippe Bourget

    Een buitengewone treinreis vanuit het dorp Ollantaytambo, in een comfortabele van Perurail met panoramische ramen, brengt je naar een bijna verlaten perron aan de voet van de groene en vochtige Urubamba-vallei. Hier, op een plek die Chachabamba heet, begint de laatste etappe van de Inca Trail, een 6 uur durende wandeling over een moeilijk begaanbaar pad dat in de hellingen is uitgehouwen. Er is tijd genoeg om de rivier over te steken via een hangbrug en dan begint de beklimming, die al snel prachtige panoramische uitzichten over de vallei oplevert. De route kan zwaar zijn. Niet zozeer vanwege de grote hoogte en de niveauverschillen, maar wel vanwege het parcours, dat ontelbare stukken met Inca-traptreden bevat, die oneffen en slecht uitgehouwen zijn.

    Door de Winaywayna-ruïnes Philippe Bourget

    Na een lange zweterige tocht met de nodige pauzes en picknickstops leidt een doorgang aan de voet van een waterval naar de archeologische vindplaats van Wiñaywayna, een eerste voorsmaakje van de Incacultuur. Dit wordt gevolgd door de aankomst bij de Porta do Sol, de laatste bergpas op de route. Een hoogtepunt! In de verte, beneden, tonen de ruïnes van Machu Picchu deze enorme stad op een vlak plateau aan de voet van een amfitheater van smaragdgroene bergen. Neem de tijd om de architectonische kracht van deze heilige stad, gebouwd in de 15e eeuw door de Inca-beschaving, in je op te nemen. Een gemakkelijke afdaling leidt vervolgens naar de site. Het bezoek zal je trakteren op een mix van bewondering en nostalgie. De Inca-beschaving werd brutaal afgebroken door de komst van de Spanjaarden. Epidemieën en de vlucht van de Inca-bevolking maakten definitief een einde aan deze beschaving.

    Terugweg van Macchu Picchu met de trein Philippe Bourget | cms
  • Gijón en Oviedo, als halfzussen in Asturië

    Gijón en Oviedo, als halfzussen in Asturië

    Het historische centrum van Oviedo

    Ondanks het feit dat de regio vooral bekend staat omwille van zijn ruige kustlijn en het imposante reliëf van de Picos de Europa, mag je de twee grote steden niet over het hoofd zien. De eerste, die modern en actief maar op de handel gericht is, geeft sierlijk uit op de Cantabrische Zee. De tweede heeft een unieke geschiedenis, die wordt geïllustreerd door het oude erfgoed en de status als ‘prinselijke hoofdstad’. In dit tijdperk van massatoerisme voldoet deze bestemming aan alle eisen, te ontdekken met de auto of met het vliegtuig, met rechtstreekse vluchten van België naar Oviedo.

     

    1. Oviedo, hoofdstad van een voormalig koninkrijk
    2. Gijón, scheepvaart- en handelsstad

    Oviedo, hoofdstad van een voormalig koninkrijk

    Oviedo telt nauwelijks minder inwoners dan zijn buurstad Gijón en is zonder twijfel de mooiste stad van de provincie. Het rijke erfgoed dankt ze aan haar verleden als koninkrijk (9de-10de eeuw), dat als eerste Iberische gebied de Reconquista ondernam. Maar aan de rol die het speelde als hoofdstad van het ‘Prinsdom Asturië’, een status die het verwierf nadat de erfgenaam van de Castiliaanse en daarna Spaanse kroon de titel ‘Prins van Asturië’ kreeg op basis van een overeenkomst uit de 14e eeuw.

    Plaza de la Constitución, Oviedo

    Een wandeling door het historische centrum zorgt voor het nodige architecturale genot. Langs de ‘calles’ en ‘plazas’, de meeste autovrij, volgt het ene monumentale gebouw het andere op: de sober ogende 17e-eeuwse voormalige universiteit, de Romaanse Torre Vieja, het benedictijnenklooster van San Pelayo dat eerder een paleis lijkt dan een klooster, de adellijke gebouwen uit de 17de en 18de eeuw op het plein van Porlier, het stadhuis met gewelfde gaanderijen en de kerk van San Isidoro op Plaza de la Constitución, het prachtige kleine ‘El Fontan’-plein met een binnenplaats omringd door zuilengalerijen die huizen ondersteunen…

    Een pleintje in het centrum van Oviedo

    El Greco, Murillo, Zurbaran, Goya, Sorolla en zelfs Picasso, Miró en Dalí

    Museum voor schone kunsten van Asturië turismoasturias.es

    Voor kunstliefhebbers is het Archeologisch Museum van Asturië en must. Het is gehuisvest in het voormalige benedictijnenklooster van San Vicente en herbergt vestingen uit de tijd dat de regio een koninkrijk was. Op de hoek van het Plaça de Alfonso II El Casto staat het Museo de Bellas Artes. De collectie van dit ‘mini Prado’, ondergebracht in een 18e-eeuws paleis en een hedendaags gebouw, bevat werken van beroemde kunstenaars als El Greco, Murillo, Zurbaran, Goya, Sorolla en zelfs Picasso, Miró en Dalí.

    De San Salvador-kathedraal

    Maar het plein is vooral ook de thuishaven van de schitterende San Salvador-kathedraal. Als toonbeeld van de flamboyante gotische stijl heeft het drie majestueuze portalen die leiden naar het schip en de kloostergang. Het schip heeft een opmerkelijk 16de-eeuws houten retabel en barokke elementen uit de 18de eeuw. Het huisvest ook de Cámara Santa (Heilige Kamer), met meesterwerken van de edelsmeedkunst uit de 9de en 10de eeuw, een ongeëvenaarde schat die door UNESCO op de Werelderfgoedlijst is geplaatst. De tweede is opmerkelijk vanwege de kruisgewelven en de finesse van de openingen.

    Oviedo, levenskunst in het ‘groene’ Spanje

    Oviedo is een groene stad in het Atlantische deel van Spanje en toont zich elegant handelscentrum, geïllustreerd door de artistieke achtergrond en de traditionele ‘sidrerías’. Het gebied ten noorden van de Calle de Argüelles is dé place to be om te winkelen.

    Sculptuur op een plein in het oude gedeelte van Oviedo Philippe Bourget | cms

    De winkels krijgen een plaatsje op de benedenverdieping van opmerkelijke gebouwen, langs brede voetgangersstraten versierd met moderne beeldhouwwerken, fonteinen en bankjes. Zo’n honderd beelden fleuren de straten op en vormen een kunstzinnige reis van het historische centrum naar dit moderne deel van de stad. Dit zijn onder andere ‘Verkoopsters van El Fontán’ (Plaza de Daoíz y Velarde), ‘Zittende Vrouw’ (Calle Ramón y Cajal, voor de universiteit), ‘El Diestro’ (buste van een stierenvechter, Calle Valdes), ‘Culis monumentalis’ (hoek van Calle Pelayo en Calle Alonso de Quintanilla), ‘La Maternidad’ (werk van de Colombiaanse kunstenaar Botero, Plaza de la Escandalera)…

    Ook Woody Allen is aanwezig in Oviedo Philippe Bourget | cms

    Deze vaak imposante gebouwen leiden naar de Calle Milicias Nacionales, waar je verrast wordt door een standbeeld van… Woody Allen. Zijn aanwezigheid hier heeft te maken met het feit dat de New Yorkse filmmaker in 2002 in het theater van Campoamor de beroemde prijs ‘Prinses van Asturië’ in ontvangst nam, die elk jaar wordt uitgereikt aan een persoonlijkheid uit de wereld van kunst, wetenschap, sport, literatuur of communicatie. De Amerikaan werd daarna een vaste waarde in de regio. Andere beroemdheden die de prijs kregen, zijn Norman Foster, Barbara Hendricks, Bob Dylan en in 2023 Meryl Streep.

    Verrassende tradities en spektakel

    Nog zo’n traditie in Oviedo: cider! Net als in Spaans Baskenland wordt deze licht alcoholische drank op basis van appels in de regio geproduceerd en gedronken in speciale tavernes die bekend staan als sidrerías.

    De cidertraditie van Asturië turismoasturias.es

    En als er één straat is die je absoluut niet mag missen daarvan te proeven, dan is het wel de Calle Gascona. Die staat vol met kraampjes waar het plezier evenzeer in het glas en de warme sfeer zit als in de manier waarop de drank wordt geserveerd. De obers heffen de fles hoog boven hun hoofd om de glazen te vullen, waarbij de cider in een spectaculaire straal naar beneden stroomt en in het rond spettert – waarbij wat er gemorst wordt, opgevangen wordt in een emmer die op de vloer onder het glas staat. Een verbazingwekkende traditie en spektakel om een verblijf in Oviedo mee af te sluiten!

    Het barokke paleis van Revillagigedo Philippe Bourget | cms

    GIJÓN, scheepvaart- en handelsstad

    De grootste stad van Asturië (275.000 inwoners) zal fans van havensteden kunnen bekoren, die graag activiteiten aan zee combineren met shoppen. Om Gijón echt te leren kennen wanneer je er voor het eerst komt, ga je naar het schiereiland Santa Catalina. Dit natuurlijke schiereiland, waarvan de heuvel de naam Cimadevilla draagt, biedt een mix van smalle straatjes en volkse pleinen, bezaaid met oude vissershuizen en zeemansbars.

    Zich op Cimadevilla vanop het stand van San Lorenzo

    De Cerro-klim leidt je naar een park, een voormalige militaire zone die is uitgegroeid tot een plek om te wandelen met een uitzicht over de hele stad. Het biedt majestueuze uitzichten over de baai van Gijón en de omringende bergen. Er zijn ook twee charmante pleinen, Plaza Arturo Dias en Plaza de la Correda, naast de klokkentoren en een 16e-eeuws paleis, het Casa Natal de Jovellanos.

    De Plaza Mayor, omgeven door monumenten Philippe Bourget | cms

    West- en Oostkant

    Aan de oostkant van het schiereiland vind je een lage dijk. Dit is een favoriete wandelplek waar de lokale bevolking flaneert, en die loopt van de Romeinse termen van Campo Valdes langs het lange strand van San Lorenzo, waar de lokale bevolking samenkomt op één van de genummerde ‘escaleras’ (trappen) die leiden naar het gouden zandstrand… Aan de westkant vind je dan weer de vissers- en jachthaven van Gijón. De Plaça del Marques, met een uitzicht op de boten, wordt gedomineerd door het opmerkelijke barokke Revillagigedo Paleis (17e eeuw).

    Het Revillagigedo-paleis is vandaag een exporuimte. Philippe Bourget | cms

    Het Revillagigedo-Paleis, nu een tentoonstellingsruimte. Philippe Bourget ©
    Achter een middeleeuwse look gaat een barok complex schuil waar regelmatig mooie tentoonstellingen plaatsvinden. Op een steenworp daar vandaan ligt de Plaza Mayor, met zijn okerkleurige gevels en omringd door monumenten, die naar het zuiden uitgeeft op een wijk waar je een overvloed aan winkels vindt (calles Instutito, de la Merced, San Bernardo…), omringd door adellijke gebouwen die ontelbare boetieks en café-restaurants herbergen.

    Het Laboral, één van de grootste gebouwen van Spanje Philippe Bourget | cms

    Laboral de Gijón, een voormalig college en stadsvisie uit de jaren 1950

    Een bezoek aan het ‘Laboral’, naast het Escorial van Madrid het grootste stedelijke complex van Spanje, neemt je mee naar de architectuur van de Franco-jaren. Het monumentale gebouw staat in de buitenwijken van Gijón, op een klif, waardoor het lijkt op een moderne citadel. Dit gigantische complex werd in 1948 gebouwd en was bedoeld om weeskinderen uit de mijnbouwsector te huisvesten en hen een opleiding te geven.

    Imposant gebouw of eerder academische stijl Philippe Bourget | cms

    Tijdens de bouw werd besloten om er een hogeschool en een technische universiteit (Universidad Laboral) van te maken. In die tijd was Spanje, onder het bewind van Franco, erg arm en de regering wilde de allerjongsten opvoeden met een strenge, conservatieve visie op onderwijs. Luis Moya Blanco, een jonge architect uit Madrid, kreeg de opdracht om dit educatieve fort te bouwen, dat zelfvoorzienend moest zijn, met een boerderij van 100 hectare onder toezicht van de Jezuïeten en de Clarissen.

    LABoral Cuidad de la Cultura

    Wanneer je binnenstapt in deze ‘ideale stad’ word je met verstomming geslagen. Het immense centrale plein (150 m lang, 50 m breed), omgeven door klassieke gebouwen in Romeinse, Griekse en Ottomaanse stijl, de imposante kerk, de hoge toren (130 meter!), het theater… alles staat hier in het teken van de striktheid en grootheidswaanzin van Franco. Het complex werd in de jaren ’80 verlaten en overgenomen door de regering van het Prinsdom Asturië, met als doel het nieuw leven in te blazen. Sinds de heropening in 2007 is het het ‘LABoral Cuidad de la Cultura’ een open ruimte die in het teken staat van artistieke en industriële creatie, media, opleiding, muziek (conservatorium), tentoonstellingen en het organiseren van culturele en professionele evenementen. In het voormalige klooster van de Clarissen is ook het hoofdkantoor van de radio- en televisiezender van het Prinsdom Asturië gevestigd. Een deel van de 130.000 m² van LABoral is toegankelijk voor bezoekers tijdens rondleidingen van januari tot half september.

  • Costa Rica

    Costa Rica

    Het resultaat: 29 nationale parken en een immens respect voor het milieu, de fauna en de flora. Tijdens een bezoek aan Costa Rica leer je een (h)eerlijk land kennen waar je nooit genoeg van krijgt.

    Back to basics in Costa Rica

    Rincon de la Vieja vulkaan
    Rincon de la Vieja vulkaan Philippe Bourget

    Het gevolg: van het noorden tot het zuiden van het land zijn er verschillende nationale parken toegankelijk voor het publiek. Ze zijn meestal voorzien van kleinschalige accommodaties en verzekeren dat je een breed spectrum aan dieren zal kunnen bewonderen. Daarnaast heeft Costa Rica ook verscheidene actieve vulkanen, waarvan sommige zelfs beklommen kunnen worden.

    De natuur in al zijn aspecten

    In het noorden vind je in de provincies Alajuela en Guanacaste de belangrijke sites en nieuwe locaties. Hier mag je zeker de bekende Arenal vulkaan niet missen, die als een perfecte kegel op het Tilaran gebergte prijkt. Ook de vulkanen van Tenorio en Rincon de la Vieja zijn prachtig. Hun hellingen zijn bedekt met een vochtige, droge vegetatie die het hele scala aan bekende en onbekende tropische planten omvat. Dan is er nog het rijke dierenleven. Kleurrijke en soms luidruchtige zoogdieren (zoals brulapen) en vogels zijn een belangrijke, maar niet de enige reden om dit land te bezoeken. Het naar het westen gerichte Guanacaste heeft dan weer zijn aangename badplaatsen voor een heerlijk verblijf aan de kust van de Stille Oceaan, die daar een heel aangename temperatuur heeft.

    Het Tenorio Volcano
    Het Tenorio Volcano Philippe Bourget

    De rijkdom van een heel volk

    Een reis door Alajuela geeft ook de kans om de inheemse gemeenschappen te ontmoeten. Malekus, een zeldzaam Indiaans volk dat in het noorden woont, biedt een intense en opwindende kennismaking met hun cultureel universum. We houden het beste voor het einde – of beter gezegd het begin: de Cano Negro. Niet dat dit lagunegebied rijker is dan de andere. Maar het isolement in het uiterste noorden van het land, in de buurt van de Nicaraguaanse grens, en de overvloed aan dieren die het herbergt en die zichtbaar zijn tijdens de boottochten, zorgt voor een vleugje mysterie dat een bezoek zeker de moeite waard maakt.
    De legendarische vriendelijkheid van het Costa-Ricaanse volk doet de rest. Hier is een bezoek altijd hartelijk en veilig, waardoor een onvergetelijke reis verzekerd is.

    De Malekus
    De Malekus Philippe Bourget

    Het geweldig ecosysteem van de lagune van Caño Negro in Costa Rica

    De Rio Frio - extreme noorden van Costa Rica
    De Rio Frio – extreme noorden van Costa Rica Philippe Bourget

    Dit natuurreservaat ligt op slechts een steenworp van Nicaragua en is een ware Ark van Noah, die weinig wordt bezocht door het massatoerisme en een ongekende duik toelaat in een prachtig ecosysteem.
    Daar stond me een verrassing van formaat te wachten. Net voor je de Rio Frio bereikt en aan de natuurcruise begint in dit extreme noorden van Costa Rica, wordt een stop geadviseerd aan de voet van een enorme ceiba (een tropische boom) die naast de weg staat. Bovenaan deze boom bouwden een paar jabirus hun nest. Deze steltloper is een bijzondere vogel, die rechtopstaand tot 1,30 m groot kan zijn. Dit koppel met zijn wit en zwart verenkleed en een rode kraag zorgt voor prachtige en unieke beelden.

    Een volière in open lucht

    Het vervolg was even prachtig. In de immense natte vlakte waarvan het waterpeil varieert met de seizoenen, zoekt de Rio Frio spectaculair zijn weg te midden van het wilde dierenrijk. De enorme zeboesweiden maken hier plaats voor een volière zonder netten waar het welzijn van de dieren centraal staat. IJsvogels in alle formaten, Montezuma cassics met een bruin en geel verenkleed, slanke aninga’s met een bijna fragiel voorkomen, grote dominante blauwe reigers, mooie roze lepelaars, kleine jacana’s met een gele borst, trotse Mexicaanse reigers in volle verkering… allemaal observeren ze gelaten onze passage, want zij zijn hier de heersers. Andere houden de kaaimannen in de gaten. In deze maand februari staat het water laag en liggen ze vrijwel onbeweeglijk op de modderige oevers. Sommigen hebben hun mond geopend, als een manier om hun lichaamstemperatuur te regelen. Ze aaien valt toch niet te riskeren… In het struikgewas heerst er meer drukte. Leguanen verrast door onze aanwezigheid duiken in het water, brulapen zwerven sierlijk langs de boomtakken, visarenden kijken naar hun prooi vanuit de lucht, terwijl een hippe caracara dit tafereel met zijn doordringende ogen observeert.

    Blauwe reiger in de Cano Negro
    Blauwe reiger in de Cano Negro Philippe Bourget

    Ook ‘s nachts…

    De tocht slingert tussen de rio Frio en de lagunegebieden. Zo maken we ook kennis met het gewone leven aan de oevers, waar de campesino’s hun boten gebruiken om hun dorp of de velden te bereiken. Of de vissers die op jacht zijn naar enorme tilapia’s. Alleen tijdens het droge seizoen, in maart-april, kunnen de inwoners hier niet door deze kanalen varen. Maar er zijn nog meer dieren te spotten…

    Terug aan land zetten we ons onder een boom waar een ibijau zit, een vreemde vogel van de familie van nyctibiidae. Verderop, aan de rand van de lagune, verrassen we een groene Jezus Christus hagedis, die zo wordt genoemd omwille van zijn uniek vermogen om op water te lopen. Verder vormt een groepje schildpadden kleine zwarte stippen op het wateroppervlak: dit zijn hun kopjes die de horizon in de gaten houden. In deze verrassende Caño Negro kan een dagtocht ook nachtelijk eindigen. Te voet onthult ze een andere wereld: die van “gunball” mieren met hun pijnlijke steken, schuwe boomkikkers, gladiatorspinnen die hun prooi vangen met hun netten … Een echt uitzonderlijk universum.

    Een groene hagedis
    Een groene hagedis Philippe Bourget

    De Malekus, een ontmoeting met een kwetsbare Costa-Ricaanse gemeenschap

    De Malekus
    De Malekus Philippe Bourget

    De ontmoeting met een Amerindiane gemeenschap laat altijd een stevige indruk na. Vooral in Midden-Amerika waar de kolonisatie deze oorspronkelijke bevolking, die slachtoffers werd van misbruik en ziekten, bijna volledig verwoestte. In Costa Rica overleefden zes stammen. De Cabécares zijn de grootste stam. Tienduizenden van hen wonen in het zuiden van het land. De Malekus daarentegen zijn het minst zichtbaar. Slechts 1.200 leden wonen nog steeds in drie dorpen rond San Rafael Guatuso, een stad in de noordelijke provincie Alajuela. Zonder voorafgaande informatie is het niet gemakkelijk om hen te vinden. Dankzij een contact met onze gids, stond een van hen ons aan de kant van de weg op te wachten. Een paar honderd meter verder bevond zich een van de drie dorpen, Palenque del Sol, waarvan Jimmy de verantwoordelijke is.

    Traditie doorgeven aan bezoekers

    Met zijn lange, zwarte haren en getaande huid is hij de getuige van een eeuwenoude cultuur die helaas uitdooft. “De Malekus weten dat ze zullen verdwijnen. Ze niet talrijk genoeg meer. Hun wens is om hun tradities door te geven aan de bezoekers, zodat hun geschiedenis gekend blijft”, legt Bertrand Ducos uit, een Franse natuurgids die al meer dan 20 jaar in Costa Rica woont. Wat Jimmy tussen de regels bevestigt. “We zijn met 1200, maar slechts 600 van ons zijn pure Malekus. De andere 600 zijn halfbloeden. En onder de min-25-jarigen is 95% ook halfbloed”, verklaart hij. Niemand woont vandaag nog in deze huizen op houten palen bedekt met palmbladeren, zoals die waarin we werden verwelkomd. Ze hebben zich aangepast aan de moderne wereld, maar ze bewaren wel hun verleden. Dat is culinair, met houtgestookt koken en traditioneel keukengerei dat wordt gebruikt om vlees te bereiden, uitsluitend afkomstig van dieren waarvan ze de schepping aan hun god toeschrijven. Vlees dat wordt toegeschreven aan “boze geesten” zoals slangen, bereiden ze niet. Maar het is ook cultureel, met de Ihaïca-taal die ze binnen het gezin en tijdens theatervoorstellingen voor bezoekers blijven gebruiken. En het tenslotte is het botanisch, met plantenkennis die hen in staat stelt om objecten te genezen en te maken.

    De Malekus
    De Malekus Philippe Bourget

    Plantaardige stof…

    We trekken naar het bos met Jimmy. Zijn rubberen laarzen beschermen hem tegen slangenbeten, waaronder die van de “speerpuntadder”, die niet aarzelt om de mens aan te vallen wanneer hij zijn territorium binnendringt. Zijn gif is dodelijk. We proeven het sap uit de stengel van een onbekend blad. De bittere smaak veroorzaakt een snelle “verdoving” van onze lip en tong. “We gebruiken het om tandpijn te verzachten”, zegt Jimmy.

    De Malekus
    De Malekus Philippe Bourget

    Even verderop testen we een geweldige plant. Geplaatst op de arm, klampt hij zich stevig vast op de huid. Ik kan hem niet verwijderen, behalve door hem “ondersteboven” los te rukken. “We speelden er vroeger als kinderen mee om vogels te vangen door ze naar een vrucht op de grond te lokken. Hun veren bleven dan aan de plant plakken, waardoor ze niet meer konden wegvliegen”, zegt Maleku. Hij neemt een plant met lange bladeren bekleed met ferme doornen, waaruit hij een klein stuk snijdt. Ontdaan van hun stekels en omhulsel vertonen ze lange vezels. Eens die verwijderd en samengerold zijn, vormen ze een stevige geweven draad om tassen van te maken. Dit was een boeiende ontmoeting met deze gemeenschap die onder de radar bleef om te overleven, maar perfect aangepast is aan het leven in het Costa-Ricaanse wouden.

    Philippe Bourget

    Tenorio en Rincón de la Vieja, vulkanische vegetatie in Costa Rica

    Het Tenorio Volcano
    Het Tenorio Volcano Philippe Bourget

    Zeker niet te missen

    Natuurliefhebbers die graag trekken zijn welkom op de hellingen van de Tenorio en de Rincón de la Vieja, in het noorden van Costa Rica. Twee vulkanen, twee werelden en telkens geweldige wandelroutes.
    Op een regenachtige ochtend in februari zijn we in Puesto Pil Pilón, bij de ingang van het Tenorio Volcano Nacional Parque. Het sombere weer is niet verrassend. De bergen van de Guanacaste-keten vormen namelijk een barrière voor de wolken vanuit de Caribische Zee, met als gevolg het hele jaar door hevige regenval aan de oostkant. Het regenwoud is uiteraard getekend door dit vocht, met grote druipende bomen en struiken op zoek naar licht onder het bladerdek. Vergeet ook niet dat we op de hellingen van een vulkaan lopen.

    Een rivier die van kleur verandert

    Een opening in het bos geeft een uitzicht op drie vulkanische koepels (Tenerio Uno – 1916 m -, Tenerio Dos en Cerro Montezuma) waarvan de zwavelgeur al te ruiken is. Dit zijn de borbollones, waterdampen die diep uit de aarde opstijgen. De vulkaan barst nu niet uit, maar is actief, dus is klimmen naar de top verboden. So what. Via enkele loopbruggen leidt een pad naar een andere bezienswaardigheid die de kraters snel doen vergeten: een rivier die van kleur verandert…

    In het Rincon de la Vieja Volcano National Park
    In het Rincon de la Vieja Volcano National Park Philippe Bourget

    Afkomstig van de hoge hellingen verandert de rio Buenavista plots zijn ph door sedimenten op de bodem van zijn bedding af te zetten. Andere blijven daarentegen aan het wateroppervlak. Geïriseerd door het zonlicht wordt de stroom zo plotseling blauw. Een uniek fenomeen dat de stroom de naam “Hemelse rivier” oplevert. We waarderen verder de schoonheid bij de Catarate Rio Celeste, een waterval die in een turquoise blauw bassin duikt – behalve als het regent. . . Na een tocht van 3u30 lopen hebben we misschien de kans om de zonnevogel (ave sol) te zien. De “Tenorio” biedt een magische duik in de geweldige natuur van Costa Rica.

    Waterval - Catarate Rio Celeste
    Waterval – Catarate Rio Celeste Philippe Bourget

    Wurgende ficus

    Dan is er weer een verandering van decor in het nationaal park van Rincón de la Vieja… of toch bijna. Deze andere actieve vulkaan – de laatste uitbarsting was eind 2020 – heeft zijn westelijke hellingen naar de Stille Oceaan gekeerd. In het droge seizoen regent het hier zelden. In de zones zonder riviertjes gaat steppevegetatie plots over in een droog savannedecor. Het begint nochtans allemaal zoals je zou verwachten in een tropisch gebied: de Pailas trail ligt diep in een dicht regenwoud dat berucht is door de aanwezigheid van de “wurgende ficus”. Deze uitheemse planten gedijen op andere bomen totdat die worden gewurgd worden door de omhullende takken.

    Het nationaal park van Rincón de la Vieja
    Het nationaal park van Rincón de la Vieja Philippe Bourget

    Van groen naar droogte

    We horen in de buurt het gedempte gekrijs van de grote hocco, een prachtige vogel met een gele snavel. We zien ook de kapucijnapen met hun witte gezichten door de bomen slingeren. En na een gebied van fumaroles waar de aarde beeft, wordt het landschap plotseling kurkdroog. Geen groen meer, geen eucalyptusbomen, plumeriabomen en andere uitgedroogde struiken. Zonder water lijken deze hellingen een steppe, die doorkruist wordt door onsympathieke stegosaurische leguanen. Het is een brutale, bijna onwerkelijke grens… In de verte maakt de vulkaankoepel gebruik van deze opening om zijn beste profiel te tonen. Dit verrassende Pailas-pad doet de wereld veranderen tijdens een makkelijke tocht van 2u30.

    Stegosaurische leguanen
    Stegosaurische leguanen Philippe Bourget

    Costa Rica, weids panorama op de Stille Oceaan

    Playa Panamá
    Playa Panamá Philippe Bourget

    Costa Rica is een land van ecotoerisme, dat zal niemand tegenspreken. De natuur is rijk en het land maakt al tientallen jaren werk van de bescherming van zijn biodiversiteit. Maar het is ook een toeristische bestemming aan zee. De Amerikanen weten dit maar al te goed: 700.000 van hen komen elk jaar genieten op de stranden van de Stille Oceaan en landen met charters op de internationale luchthaven van Liberia, de tweede grootste van het land. Voor wat we hebben gezien van de kust in de buurt van het schiereiland Santa Rosa in het noordwesten, zijn stedelijke verschrikkingen hier afgewend. Geen mega-hotelgebouwen die het landschap verminken, maar eerder “geïntegreerde” resorts, misschien wel met een impact op de natuur, maar dan een zachte. Het is hier niet zoals in Cancún…

    Playa Panamá en andere badplaatsen, pakken hier uit met hun “strand”-etablissementen met een relatieve discretie, zoals El Mangroove. Slechts enkele tientallen meters scheiden de kamers van het donkere zand – door de vulkanische ondergrond – en zwemmen in zee gebeurt altijd in heerlijk warm water. Wie al eens een duik heeft genomen in de Stille Oceaan in Chili zal verrast zijn door het verschil… In het scala aan activiteiten zijn zwemmen, kajakken en jetski zeer populair. Playa Panamá ligt namelijk diep een baai en is zo beschermd tegen de grote golven van de Stille Oceaan. Errond vind je op de andere stranden vele kleine lokale restaurants waar je kan genieten van uitstekende ceviches en gegrilde vis. Maar er zijn ook intensere activiteiten mogelijk. We weten niet of Amerikanen ervan houden, maar een aanrader is een buggyrit die zeker opweegt tegen een namiddag luieren bij het zwembad.

    Zwembad in het El Mangroove hotel, aan de Pacifische kust
    Zwembad in het El Mangroove hotel, aan de Pacifische kust Philippe Bourget

    Pelikanen aan de blauwe horizon

    Met Buggy Tour (een lokale aanbieder) ga je naar de “hoge plateaus” van het hinterland aan de kust. Via stoffige paden klim je vanuit Playa Panamá door de dorre vegetatie die op een doornige savanne lijkt. Dit is de streek van de enorme hacienda’s. Deze veehouderijen – met in dit geval zeboes – strekken zich hier uit over enkele honderden hectaren, met hier en daar een paar huizen verspreid in het weidse landschap. Op de grotere boerderijen zijn er corrals, waarin de kuddes worden verzameld.

    De Pacifische kust
    De Pacifische kust Philippe Bourget

    Je komt er meestal ook enkele ruiters tegen, saboneros, de lokale tegenhangers van de cowboys wiens taak het is om de zeboes te drijven of te sorteren. Dat is nog niet alles. Terwijl we door de holle paden vorderen, ontdekken we twee lagunes met krokodillen, een ongerijmde waterpartij in dit western decor. En dan komt de ultieme beloning… Aan de rand van een klif geeft het pad plots uit op een gigantisch panorama van de Stille Oceaan: de rotsachtige kust die naar het noorden kronkelt tot aan de grens van Nicaragua, pelikanen en fregatten die in azuurblauwe lucht cirkelen… Een onvergetelijk landschap dat des te mooier is omdat we hier alleen op de wereld zijn. Het dorp waar deze magische plek zich bevindt heet El Triunfo. Een welverdiende doopnaam.

    Saboneros, de lokale tegenhangers van de cowboys
    Saboneros, de lokale tegenhangers van de cowboys Philippe Bourget