Het ‘Palais Jacques Cœur’ in Bourges is meer dan een gotisch pareltje: het is het stille bewijs van de bliksemsnelle opgang (en de val) van één van de meest intrigerende figuren van de 15de eeuw. En sommigen vragen het zich nog steeds af: had deze man, wiens rijkdom uit het niets leek te komen, de geheimen van de alchemie doorgrond?
Bescheiden start
Jacques Cœur, die in 1400 geboren werd in een eenvoudige handelswijk van Bourges, begint zijn loopbaan met een iets te creatieve omgang met valuta en munten. Achterdochtige tijdgenoten fluisteren al snel dat het gaat om vervalsing. Maar hij klimt razendsnel op dankzij zijn scherpzinnige inzicht in de internationale handel, de routes naar het Oosten, en vooral… valutaspelletjes.
Terwijl anderen in rokerige kelders in Bourges droomden van het omzetten van lood in goud, deed Jacques Cœur net dat… maar dan op volkomen legale wijze. Dankzij het verschil in wisselkoers tussen het zilver van het Westen en het goud van het Oosten, voerde hij een vorm van transmutatie uit die veel winstgevender was. De stap naar de bewering dat hij een alchemist was, werd door middeleeuwse roddels dan ook vlot gezet.
Een groots paleis!
In 1443 laat hij het indrukwekkende ‘grand’maison’ bouwen, dat vandaag bekend staat als het paleis. Het bouwwerk, gedurfd van ontwerp, staat deels op de Gallo-Romeinse stadsmuur. Een architecturaal huzarenstukje én een krachtig symbool: Jacques Cœur bouwt letterlijk op de ruïnes van het verleden om zijn eigen legende te vestigen.
Maar het lot slaat om in 1451: beschuldigingen, folteringen, inbeslagnames. Jacques Cœur slaagt erin te ontsnappen, geraakt tot in Rome en sterft uiteindelijk tijdens een maritiem avontuur dat niet zou misstaan in een mantel-en-degenroman.
Alchemist of briljante strateeg?
Waarschijnlijk allebei, elk op zijn eigen manier. Zijn paleis blijft één van de mooiste burgerlijke getuigen van de Franse gotiek, ook al heeft de restauratie wat van de magie afgevlakt. Het blijft een stenen mysterie, boeiend tot op de dag van vandaag…
